BELGISCHE SENAAT
________
Zitting 2011-2012
________
23 december 2011
________
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 5-3982

de Guido De Padt (Open Vld)

aan de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken
________
Gemeenschapswacht - Gemachtigde opzichters - Opleiding
________
gemeenschapswacht
beroepsopleiding
________
23/12/2011Verzending vraag
13/11/2012Antwoord
________
Herindiening van : schriftelijke vraag 5-3484
________
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 5-3982 d.d. 23 december 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Om het toezicht van het openbaar domein te stroomlijnen en op elkaar af te stemmen bepaalt omzendbrief PREV 32 dat "elke persoon die rechtsreeks of onrechtstreeks tewerk wordt gesteld door een gemeente en de opdrachten vermeld in de wet van 15 mei 2007 als kernopdracht uitvoert, wordt beschouwd als gemeenschapswacht". Het betreft onder meer werknemers van de plaatselijk werkgelegenheidsagentschappen (PWA) die als gemachtigde opzichters optreden. Zij moeten voortaan nu ook een dure opleiding volgen van 90 uur gemeenschapswacht, zelfs al werken ze bijvoorbeeld maar 1 uur per dag. De meerwaarde van deze opleiding is zeer miniem, zeker gezien gemachtigde opzichters zich al moet conformeren aan de regels die het ministerieel rondschrijven van 5 juli 1999 betreffende de gemachtigde opzichters (opleiding, uitrusting, voorwaarden) voorschrijft.

Graag kreeg ik een antwoord op de volgende vragen:

1) Deelt de geachte staatssecretaris de mening dat het beschouwen van een gemachtigd opzichter (die zijn taak als kernopdracht uitvoert en rechtstreeks of onrechtstreeks tewerk wordt gesteld door een gemeente) als een gemeenschapswacht een dure en onnodige kost betekent voor de gemeenten?

2) Hoe staat hij tegenover de praktijk dat gemeenschapswachten na hun opleiding van 90 uur nog een bijkomende opleiding moeten volgen vooraleer ze kunnen worden ingezet voor de taak van gemachtigd opzichter?

Antwoord ontvangen op 13 november 2012 :
  1. Sinds de inwerkingtreding van de wet van 15 mei 2007 tot instelling van de functie van “gemeenschapswacht”, tot instelling van de dienst gemeenschapswachten en tot wijziging van artikel 119bis van de nieuwe gemeentewet, hebben bepaalde lokale overheden gegronde problemen naar voren gebracht met betrekking tot de toepassing van sommige bepalingen van deze wet.

    In antwoord op de verschillende geschetste problemen werden er enkele wijzigingen aangebracht in deze wet.

    De taak van gemachtigd opzichter werd vanaf het begin opgenomen in het juridisch kader betreffende de functie van gemeenschapswacht (cfr. artikel 3 § 1 – punt 3 van de wet van 15 mei 2007):

    “Artikel 3. De dienst gemeenschapswachten is belast met veiligheids- en preventieopdrachten, gericht op het verhogen van het veiligheidsgevoel van de burgers en het voorkomen van openbare overlast en criminaliteit door middel van een of meerdere van de volgende activiteiten: (…)

    3° het informeren van automobilisten over het hinderlijk of gevaarlijk karakter van verkeerd parkeren en hen sensibiliseren met betrekking tot het algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en het correct gebruik van de openbare weg, alsook het helpen van kinderen, scholieren, gehandicapten en ouderen bij het veilig oversteken; (…)”.

    Op grond van de voornoemde artikelen (artikel 2 van de wet “gemeenschapswachten” in samenhang met artikel 3 § 1), kunnen wij dus besluiten dat de personen die door de lokale overheden in het kader van het PWA-statuut benoemd worden om de functie van gemachtigd opzichter als hoofdopdracht uit te oefenen, zich moeten houden aan alle voorwaarden die door de wetgeving “gemeenschapswachten” zijn opgelegd. Die verplichting omvat dus met name de voorwaarde betreffende de basisopleiding (negentig uren). Aangezien die opleiding verschillende vakken omvat, kunnen alle gemeenten hun gemeenschapswacht inschakelen in andere taken of opdrachten bedoeld in de wet.

    Indien evenwel de taak van gemachtigd bewaker niet als voornaamste taak wordt vervuld (bijvoorbeeld door een lid van het lerarenkorps, een bewaker of de ouder van een leerling,…), dan valt die niet in het kader van de functie van gemeenschapswacht. De persoon die deze taak bijkomend of bij gelegenheid uitvoert kan dus niet alse en gemeenschapswacht worden beschouwd.

  2. Opdat de gemeenschapswachten hun opdrachten in de beste omstandigheden kunnen uitvoeren, is het absoluut noodzakelijk een basisopleiding (negentig uren) te organiseren, die voor alle beambten gelijk is. De opdrachten van gemachtigd opzichter zijn opgenomen in één van de lesmodules.

    Alleen de gemeenschapswachten-vaststellers moeten bovenop de basisopleiding een bijkomende opleiding (veertig uren) volgen. Voor de andere gemeenschapswachten volstaat de opleiding van negentig uren; zij kunnen dus onmiddellijk in functie treden.