BELGISCHE SENAAT | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
________ | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Zitting 2010-2011 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
________ | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
29 september 2011 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
________ | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 5-3184 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
de Sabine de Bethune (CD&V) |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
aan de vice-eersteminister en minister van Financiën en Institutionele Hervormingen |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
________ | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Federale adviesorganen - Samenstelling - Wettelijk quotum - Aantal mannen en vrouwen - 2011 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
________ | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
gendermainstreaming consultatieve bevoegdheid gelijke behandeling van man en vrouw |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
________ | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
________ | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-3183 Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-3185 Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-3186 Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-3187 Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-3188 Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-3189 Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-3190 Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-3191 Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-3192 Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-3193 Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-3194 Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-3195 Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-3196 Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-3197 Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-3198 Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-3199 Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-3200 Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-3201 Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-3202 Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-3203 |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
________ | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 5-3184 d.d. 29 september 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Sinds de wet van 20 juli 1990 ter bevordering van de evenwichtige aanwezigheid van mannen en vrouwen in organen met adviserende bevoegdheid, gewijzigd in 1997 en 2003, geldt er een wettelijk quotum wat de samenstelling van de federale adviesorganen betreft. Die adviesorganen mogen in principe uit niet meer dan twee derde leden van hetzelfde geslacht bestaan. Bij niet vervulling van die voorwaarde kan het orgaan in kwestie geen geldig advies meer uitbrengen. Bovenvermelde wet laat in artikel 2bis evenwel een afwijking door de Ministerraad toe als de voogdijminister van het orgaan de onmogelijkheid om de quota na te leven laat weten aan de minister die bevoegd is voor het gelijke kansenbeleid voor mannen en vrouwen en die onmogelijkheid motiveert. Graag kreeg ik een antwoord op de volgende vragen: 1) Welke adviesorganen ressorteren onder uw bevoegdheid? Kan u er een lijst van geven? 2) Wat is anno 2011 de samenstelling van elk van die adviesorganen, rekening houdende met het aantal mannen en vrouwen? Mag ik u verzoeken een onderscheid te maken tussen de effectieve leden, de plaatsvervangende leden en het voorzitterschap? 3) Voor welke adviesorganen werd op basis van bovenvermeld artikel 2bis een uitzondering gevraagd en wanneer? |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Antwoord ontvangen op 18 november 2011 : | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Het geachte lid gelieve hierna als antwoord op de vragen 1 en 2 een overzicht te vinden van de adviesorganen die onder mijn bevoegdheid ressorteren behoudens de adviesorganen die krachtens het koninklijk besluit van 17 februari 2000 houdende uitvoering van de wet van 20 juli 1990 ter bevordering van de evenwichtige aanwezigheid van mannen en vrouwen in organen met adviserende bevoegdheid, uitgesloten zijn van het toepassingsgebied van voormelde wet. Dit overzicht vermeldt per adviesorgaan het aantal mannen en vrouwen bij de effectieve en plaatsvervangende leden, alsook of de voorzitter en zijn/haar vervanger een man of een vrouw is. Wat betreft de commissie voor de inventaris van het vermogen van de Staat, dient te worden vermeld dat er geen plenaire zitting van de commissie meer heeft plaatsgehad sinds 2001.
3) De Ministerraad van 11 september 2009 heeft de afwijkingen op de 2/3-regel krachtens artikel 2, artikel 2bis of artikel 3 van de voornoemde wet van 20 juli 1990 verlengd voor een periode van tweemaal een jaar, lopende van 1 januari 2008 tot 31 december 2008 en van 1 januari 2009 tot 31 december 2009, voor de volgende organen : Comité voor maatschappelijk advies bij Sociale Dienst Departementale Stagecommissie Raad van het kledingfonds van de ambtenaren en aangestelden bij de douane Hoge Raad van Financiën Commissie voor de inventaris van het vermogen van de Staat Deze afwijkingen werden hernieuwd voor de jaren 2010 en 2011, door de Ministerraad, op 4 november 2011. |