BELGISCHE SENAAT
________
Zitting 2010-2011
________
20 juli 2011
________
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 5-2811

de Sabine de Bethune (CD&V)

aan de vice-eersteminister en minister van Financiën en Institutionele Hervormingen
________
De voorwaarden voor de toepassing van het tijdelijk verlaagd BTW-tarief van 6% op nieuwbouw
________
bouwnijverheid
BTW-tarief
________
20/7/2011Verzending vraag
7/12/2011Dossier gesloten
________
Herkwalificatie van : vraag om uitleg 5-995
________
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 5-2811 d.d. 20 juli 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

In het B.S. van 13 februari 2009, tweede editie, werd een K.B. van 10 februari 2009 gepubliceerd tot wijziging van het K.B. nr. 20 betreffende de toepassing van het verlaagd btw-tarief van 6 % voor de onroerende sector.

Voor de toepassing van het tijdelijk verlaagd btw-tarief van 6% op de eerste schijf van 50.000 euro in geval van nieuwbouw wordt zowel in hoofde van de bouwheer als bij de verkrijger vereist dat hij of zij, zonder uitstel, er zijn domicilie vestigt en behoudt tot 31 december van het vijfde jaar volgend op het jaar van de ingebruikneming van het gebouw.

Het is niet ondenkbeeldig dat bepaalde eigenaars om diverse redenen en buiten hun wil om niet meer aan die voorwaarden kunnen voldoen. Concreet heb ik een paar vragen over de situatie waarbij één van de echtgenoten, nog voor het gezin 5 jaar in de nieuwbouw heeft gewoond, naar het buitenland gedetacheerd wordt voor een bepaalde termijn door zijn werkgever en beslist om zijn gezin mee te nemen.

1. Kan de overplaatsing naar het buitenland gezien worden als een dergelijke behoorlijk gerechtvaardigde oorzaak die de mede-eigenaars verhindert om het gebouw, voorlopig, verder als hun vaste privé-woning te gebruiken waardoor de terugstorting van het genoten belastingsvoordeel niet moet gebeuren?

2. Geldt hetzelfde wanneer deze mensen de woning tijdelijk wensen te verhuren om de woning te beschermen van te lange leegstand?