De toegang tot de bevolkingsregisters en het gebruik ervan is een bijzonder gevoelig onderwerp, dat al vaak werd aangekaart. Ik heb vragen bij het gebruik ervan, bijvoorbeeld door een schepen die een cultureel uitwisselingsproject wil organiseren met een land waarvan vele onderdanen in zijn gemeente wonen. Hoe kunnen de bevolkingsregisters of de vreemdelingenregisters worden gebruikt? Welke regels zijn van toepassing als een schepen de gegevens wil raadplegen? Wat zijn de gebruiksvoorwaarden voor deze gegevens? |
Het geachte lid vindt hieronder het antwoord op zijn
vraag.
1. Toepasselijke reglementering
De toegang tot het bevolkingsregister door het
gemeentebestuur wordt geregeld door artikel 5 van het koninklijk
besluit van 16 juli 1992 betreffende het verkrijgen van informatie
uit de bevolkingsregisters en uit het vreemdelingenregister. Dit
artikel bepaalt het volgende : “De raadpleging van het
bevolkingsregister en het vreemdelingen¬register door de
gemeentelijke diensten en de diensten afhankelijk van het openbaar
centrum voor maatschappelijk welzijn is slechts toegestaan voor
interne doeleinden. De raadpleging van deze registers is verboden
voor private personen. Zij kan aan de andere overheden of openbare
instellingen slechts door of krachtens de wet worden toegestaan.”
De toegang tot het Rijksregister wordt voor de
gemeenten geregeld in het koninklijk besluit van 3 april 1984
betreffende de toegang door sommige openbare overheden tot het
Rijksregister van de natuurlijke personen, alsmede betreffende het
bijhouden en de controle van de informaties.
Dit koninklijk besluit van 16 juli 1992 beperkt
dus de toegang tot de gegevens voor het doel van intern beheer
(reglementering op www.ibz.rrn.fgov.be). Tevens
hangt de toegang en het gebruik van gegevens uit de
bevolkingsregisters en het Rijksregister door de gemeenten samen met
de bepalingen uit de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de
persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van
persoonsgegevens en het uitvoeringsbesluit van 13 februari 2001 op
de wet tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer
(reglementering op www.privacycommission.be
)
2. Wat zijn interne doeleinden voor de gemeentelijke
overheden?
Het begrip “Interne doeleinden” is
verbonden met het gemeentelijk belang, wat algemeen wordt bepaald
als het nastreven van de collectieve behoeften van de inwoners van
een gemeente. Het begrip “Interne doeleinden” wordt in
de voornoemde reglementering niet gedefinieerd, omdat de taken die
zijn toegewezen aan de gemeentelijke overheden immers van zo’n
diverse aard en gevarieerd zijn dat het onmogelijk is het geheel van
deze taken te inventariseren op exhaustieve wijze. Het criterium
waaraan het begrip “Interne doeleinden” dus dient te
worden getoetst in het kader van de raadpleging van de
bevolkingsregisters is dit van het beoogde algemeen belang door de
gemeentelijke overheden.
Om de notie “Interne doeleinden” te
bepalen in het kader van de raadpleging van de gegevens in de
bevolkingsregisters is het eveneens opportuun om te verwijzen naar
de bepalingen van de wet tot bescherming van de persoonlijke
levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens en
meer in het bijzonder naar artikel 4 betreffende de algemene
voorwaarden voor de rechtmatigheid van de verwerking van
persoonsgegevens en het principe van de legitimiteit van de beoogde
finaliteiten (artikel 4, § 1, 2° van de wet voor de
bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de
verwerking van persoonsgegevens). De Commissie voor de bescherming
van de persoonlijke levenssfeer beschouwt de consultatie van
persoonsgegevens toegelaten volgens de nagestreefde finaliteit als
het beoogde doel legitiem of rechtmatig is. Of anders gesteld,
wanneer het belang van degene die de gegevens raadpleegt primeert op
het belang van de bescherming van de gegevens van de persoon, waarop
de raadpleging gebeurt.
De vaststelling of het raadplegen van de
registers al dan niet in het kader van interne doeleinden geschiedt,
behoort bijgevolg in eerste instantie tot de verantwoordelijkheid
van de gemeentelijke overheden. Het is aangewezen hierbij te
herinneren dat de burgers steeds de mogelijkheid hebben om een
klacht in te leiden bij de Commissie voor de bescherming van de
persoonlijke levenssfeer wanneer een ongerechtvaardigde of
overmatige consultatie geschiedt van de gegevens, die zijn opgenomen
in de bevolkingsregisters.
3. Nota van de Commissie voor de bescherming van de
persoonlijke levenssfeer.
Op vraag van de Vlaamse Vereniging van Steden en
Gemeenten in november 2010 stelt de Voorzitter van de Commissie voor
de bescherming van de persoonlijke levenssfeer op basis van voornoemd
artikel 5 van het koninklijk besluit van 16 juli 1992 en van voormeld
koninklijk besluit van 3 april 1984:
“Uit deze bepalingen volgt dat het opsturen van
felicitaties naar inwoners van de gemeente naar aanleiding van hun
huwelijksjubileum wel mag, maar dit moet een initiatief van het
gemeentebestuur zijn. In de praktijk mag een bepaalde schepen die
felicitaties zelf opsturen, maar uit het schrijven moet duidelijk
blijken dat dit afkomstig is van de gemeente en geen privé
initiatief vormt, dat als een vorm van (politieke) promotie zou
kunnen worden beschouwd.
Wij moedigen de gemeentebesturen aan om dergelijke
activiteiten van verzending van felicitaties door vaste procedures te
omkaderen, zodat elke schepen exact weet wat mag en niet mag.”
4. Conclusies:
Gezien de vele vragen die opgeroepen werden
betreffende de wettelijke mogelijkheden en beperkingen waarover de
gemeenten en hun gevolmachtigden beschikken om de
bevolkingsregisters te raadplegen, heeft de Vlaamse Minister van
Bestuurszaken, die is belast met de algemene voogdij over de
gemeenten, via een ministeriële omzendbrief van 1 juli 2011
(Belgisch Staatsblad van 26 juli 2011) houdende de raadpleging van
de bevolkingsregisters voor interne doeleinden, nauwkeurige
richtlijnen uitgevaardigd voor de gemeentebesturen wat de
raadpleging van de bevolkingsregisters voor interne doeleinden
betreft, na overleg met mijn diensten en de Voorzitter van de
Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer
(CBPL), om een beargumenteerd standpunt in te nemen over deze
kwestie. Deze omzendbrief kan geraadpleegd worden via internet op
volgend adres: http://www.binnenland.vlaanderen.be.
Eveneens zijn de Algemene Onderrichtingen
betreffende het houden van de bevolkingsregisters (gecoördineerde
versie van 1 juli 2010) aangevuld wat de raadpleging van de
registers betreft.
Uit bovenvermelde reglementering en het
standpunt van de Voorzitter van bovenvermelde Commissie voor de
bescherming van de persoonlijke levenssfeer volgt dat, in het geval
van een schepen die een cultureel uitwisselingsproject wil
organiseren met een land waarvan vele onderdanen in zijn gemeente
wonen, duidelijk uit dit initiatief moet blijken dat dit uitgaat van
de gemeente en in geen geval een persoonlijk initiatief is dat als
een soort van (politieke) promotie beschouwd zou kunnen worden.
|