BELGISCHE SENAAT
________
Zitting 2010-2011
________
4 juli 2011
________
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 5-2673

de Sabine de Bethune (CD&V)

aan de vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken en Institutionele Hervormingen
________
Het Europees vrijhandelsakkoord met India
________
ontwikkelingsland
generiek geneesmiddel
India
vrijhandelsovereenkomst
intellectuele eigendom
________
4/7/2011Verzending vraag
20/7/2011Antwoord
________
Herkwalificatie van : vraag om uitleg 5-946
________
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 5-2673 d.d. 4 juli 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Eén derde van de wereldbevolking heeft geen toegang tot geneesmiddelen. Voor hen zijn medicijnen onbetaalbaar. Margaret Chan, directeur-generaal van de Wereldgezondheidsorganisatie benadrukt het belang van de prijs voor de toegang tot medicijnen. Volgens de WHO betaalt 90% van de bevolking in ontwikkelingslanden zijn medicijnen uit eigen zak. Intellectuele eigendomsrechten zijn determinerend voor de prijzen van geneesmiddelen.

Op dit ogenblik onderhandelt de Europese Unie met India over een nieuw vrijhandelsakkoord. India is de grootste producent van generische geneesmiddelen bestemd voor ontwikkelingslanden en dus van groot belang voor de bevolking in die landen. De duurzaamheid van gezondheidssystemen en donorprogramma's in ontwikkelingslanden hangt in grote mate af van de productie van betaalbare en kwaliteitsvolle generische geneesmiddelen in India.

India is als lid van de Wereldhandelsorganisatie gebonden door het TRIPS-akkoord. In het nieuwe vrijhandelsakkoord met de EU wordt echter ook een hoofdstuk opgenomen inzake intellectuele eigendomsrechten. We ontvangen signalen dat de Europese Commissie de ambitie heeft om zogenaamde TRIPS-plusregels te integreren in het vrijhandelsakkoord. Het gaat dan bijvoorbeeld om gegevensexclusiviteit, grenscontroles, strengere strafmaatregelen, enz.

Verschillende studies toonden reeds aan dat strengere regels inzake intellectuele eigendomsrechten de beschikbaarheid van betaalbare generische geneesmiddelen doet afnemen. Er wordt verwacht dat TRIPS-plusregels in India de productie, binnenlandse verkoop en export van generische geneesmiddelen negatief zal beïnvloeden, waardoor de toegang tot geneesmiddelen voor de ontwikkelingslanden verder afneemt.

De Europese Commissie heeft nu ook de vraag gesteld aan de lidstaten om in het kader van het verdrag van Lissabon het mandaat te krijgen om te onderhandelen over de bescherming van investeringen. Volgens het voorstel van de Commissie zouden bepalingen die betrekking hebben op intellectuele eigendomsrechten deel uitmaken van de beschermde investeringen. In combinatie met de inclusie van "indirecte onteigening", "eerlijke en billijke behandeling" en "arbitrage tussen investeerder en staat", zouden buitenlandse investeerders de mogelijkheid krijgen om de Indiase overheid voor internationale arbitragetribunalen te dagen wanneer deze maatregelen neemt ter bescherming van de volksgezondheid of ter promotie van generische geneesmiddelen, met als claim dat de intellectuele eigendomsrechten zijn geschaad. Deze bepalingen betekenen trouwens ook een gevaar voor de Europese Unie en België wanneer Indiase investeerders in België menen dat hun rechten zijn geschaad.

De beloofde referentie naar de Dohaverklaring over TRIPS en de volksgezondheid in het vrijhandelsakkoord met India is welkom en wenselijk, maar dreigt dode letter te blijven als bovengenoemde provisies worden opgenomen.

Daarom had ik de minister willen vragen:

1. Welke is de positie van België inzake de integratie van TRIPS-plusregels zoals strengere beschermingsmaatregelen (grenscontroles, strafmaatregelen, aansprakelijkheid van derde partijen, enz.) binnen het vrijhandelsakkoord met India? Kan de minister bevestigen dat gegevensexclusiviteit definitief van de onderhandelingstafel is?

2. Welke is de positie van België om de Europese Commissie een mandaat te geven om ook over de bescherming van investeringen te onderhandelen?

3. Op welke wijze wil de minister de toegang tot generische geneesmiddelen voor de bevolking van ontwikkelingslanden vrijwaren binnen het vrijhandelsakkoord met India?

Antwoord ontvangen op 20 juli 2011 :

De onderhandelingen over het hoofdstuk inzake intellectuele eigendomsrechten zijn nog aan de gang, met inbegrip van de onderhandelingen over beschermingsmaatregelen en exclusiviteit van farmaceutische gegevens (“data-exclusiviteit”). De bescherming van intellectuele eigendom, inclusief evenwichtige beschermingsmaatregelen, is cruciaal voor België en Europa. Tegelijk is het van groot belang dat rekening wordt gehouden met de positie van India als leverancier van generische geneesmiddelen aan arme landen. België zal niet nalaten erop toe te zien dat deze positie niet afgezwakt wordt in de onderhandelingen.

Op dit moment is India niet van plan een stelsel van data-exclusiviteit aan te nemen. U weet dat deze zaak, zowel hier in Europa als in India, gevoelig ligt. Daarom is het weinig waarschijnlijk dat data-exclusiviteit wordt ingeschreven in de vrijhandelsovereenkomst met India. België en de andere lidstaten van de Europese Unie zijn van oordeel dat, als India toch in een latere fase data-exclusiviteit wil invoeren, naar een oplossing gezocht moet worden waarbij de toegang tot geneesmiddelen met de toegang tot testgegevens verzoend wordt. Belangrijk om weten is ook dat in dat geval het WTO-stelsel van dwanglicenties steeds zou primeren op een stelsel van data-exclusiviteit.

De onderhandelingen tussen de Europese Unie en India over de bescherming van investeringen zijn nog niet begonnen. Momenteel bespreken de lidstaten een voorstel van mandaat van de Europese Commissie om de lopende onderhandelingen uit te breiden met een hoofdstuk “investeringsbescherming”. Wat dit mandaat betreft, heeft België twee wensen. Enerzijds volgt België het voorstel van de Commissie voor een ruime omschrijving van de notie “investering”, die al de aspecten van een investering inhoudt (met inbegrip van investeringen in intellectuele eigendomsrechten). Dit moet een optimale bescherming en rechtszekerheid bieden aan de Europese investeerders in het buitenland. Anderzijds vraagt ons land met klem dat dit hoofdstuk de expliciete waarborg bevat dat de landen waarin deze investeringen worden gedaan, het recht hebben beleidsmaatregelen te treffen, onder andere inzake volksgezondheid (het zogenaamde “right to regulate”). Ons land zal erop toezien dat het nieuwe hoofdstuk geen bepalingen bevat die de Indiase toegang tot geneesmiddelen zouden kunnen belemmeren. België formuleerde trouwens een concreet voorstel om te voorkomen dat Europese investeringsbeschermingsovereenkomsten afbreuk zouden doen aan dit recht.

Dit is het standpunt dat België verdedigt in de Raad van de Europese Unie.