BELGISCHE SENAAT
________
Zitting 2010-2011
________
29 juni 2011
________
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 5-2648

de Alexander De Croo (Open Vld)

aan de minister voor Ondernemen en Vereenvoudigen
________
Administratieve lasten - Statistiekverplichtingen - Kostprijs - Irritatiegraad
________
officiële statistiek
administratieve formaliteit
________
29/6/2011Verzending vraag
6/9/2011Antwoord
________
________
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 5-2648 d.d. 29 juni 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

In Nederland worden de administratieve lasten van statistiekverplichtingen geschat op ongeveer 0,15 % van de totale administratieve lasten. Dit is een eerder klein percentage maar niettemin staan statistiekverplichtingen wel hoog genoteerd in de " irritatie top 10 ". De reden is waarschijnlijk dat de invullers van statistiekverplichtingen, typisch werkzaam in de financiële of boekhoudafdeling van een bedrijf, er vaak het nut niet van inzien. Het Nederlandse Centraal Bureau voor de statistiek meet elk jaar de " enquêtedruk " die gepaard gaat met de statistiekverplichtingen. Ze doet dat op basis van de informatie die ze verzamelt door aan de statistiekenquêtes enkele vragen toe te voegen omtrent de tijd die de invullers hebben nodig gehad voor het invullen van de statistiek in kwestie. Sinds 2002 gebeurt die meting jaarlijks.

Graag kreeg ik een antwoord op de volgende vragen:

1) Kan de geachte minister aangeven op hoeveel procent de administratieve lasten van statistiekverplichtingen worden geschat ten opzicht van de totale administratieve lasten? Hoe verhoudt dit cijfer zich tot Nederland? Kan dit gedetailleerd worden toegelicht?

2) Hoe wordt bij ons concreet de irritatiegraad van de statistiekverplichtingen bij onze ondernemingen teruggedrongen en kan dit concreet worden toegelicht? Wordt dit gemeten?

3) Hoe wordt de feedback aan de ondernemingen georganiseerd opdat zij de return van hun inzet om statistische gegevens door te geven zien ? Is daar voldoende aandacht voor? Kan dit nog worden aangescherpt gezien dit een deel van de verklaring van de irritatiegraad is?

4) Kan hij gedetailleerd weergeven hoeveel de kostprijs voor de ondernemingen op jaarbasis bedraagt en dit respectievelijk voor de laatste drie jaar om aan alle statistische verplichtingen te voldoen? Kan hij die cijfers opsplitsen in grote ondernemingen enerzijds en de KMO's anderzijds?

Antwoord ontvangen op 6 september 2011 :

1) Volgens een studie die in 2007 werd uitgevoerd in opdracht van het Verbond der Belgische Ondernemingen bedroeg de administratieve last van statistiekverplichtingen 74,2 miljoen euro. Een complete nulmeting van de administratieve lasten voor ondernemingen is echter niet uitgevoerd, zodat een percentage moeilijk te bepalen is. Indicatief kan ik aangeven dat, volgens de tweejaarlijkse enquête van het Federaal Planbureau, de totale administratieve lasten voor ondernemingen en zelfstandigen in België in het jaar 2006 geraamd werden op 6,46 miljard euro. Dat bedrag kon door het gevoerde vereenvoudigingsbeleid in 2008 worden herleid tot 4,58 miljard euro.

2) Sinds 2005 zijn er constante inspanningen geleverd om de statistiekverplichtingen voor de ondernemingen te verlichten. De vereenvoudiging van statistieken wordt bewerkstelligd door:

  • het schrappen van overbodige statistieken;

  • het verwijderen van “goldplating” (extra opgevraagde gegevens bovenop de gegevens gevraagd door Europese regelgeving);

  • het verkleinen van het aantal ondervraagde ondernemingen;

  • het verlagen van de frequentie van de statistiek;

  • het beperken van het aantal bevraagde variabelen;

  • het hergebruik van reeds bij de overheid gekende gegevens (gebruik van authentieke bronnen);

  • het digitaliseren van bevragingen.

Volgende statistiekverplichtingen werden intussen al vereenvoudigd:

  • de enquête naar de structuur van de ondernemingen;

  • de statistiek van de industriële productie (Prodcom);

  • de enquête betreffende het goederenvervoer over de weg;

  • de landbouwtelling;

  • de intrastat-aangifte.

Daarnaast werden volgende statistieken volledig afgeschaft:

  • de beweging in voorraden granen en oliehoudende zaden;

  • de statistieken van de kolenvoorraden;

  • de statistiek van de geslachte dieren.

In de brochure “Statistieken vereenvoudigen, de Belgische ervaring” (beschikbaar in het Nederlands, Frans en Engels), uitgegeven door de Dienst voor de Administratieve Vereenvoudiging, in samenwerking met de Federale Overheidsdienst (FOD) Economie, worden deze realisaties nader beschreven. Volgens de uitgevoerde metingen hadden deze vereenvoudigingen een daling tot gevolg van de administratieve lasten met 17,6 miljoen euro.

3) Naast de mogelijkheid om de enquêtedata op de website van de Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie (ADSEI) te kunnen consulteren, werd binnen de ADSEI een project opgestart om per enquête een gepersonaliseerd benchmarkrapport aan te kunnen bieden aan de ondernemingen. Zo zal een onderneming haar situatie kunnen vergelijken met het gemiddelde van de sector wat betreft bijvoorbeeld loonbeleid, investeringsbeleid. De ADSEI is ervan overtuigd dat een dergelijk rapport een grote meerwaarde kan genereren voor de ondernemingen.

4) Zoals eerder aangehaald, bedroegen de administratieve lasten ten gevolge van statistieken volgens de VBO-studie van 2007, 74,2 miljoen. Van dit bedrag mag bovenvermeld bedrag van 17,6 miljoen vereenvoudigingen afgetrokken worden. De kostprijs voor ondernemingen ten gevolge van statistiekverplichtingen kan vandaag dan ook geraamd worden op 56,6 miljoen euro. Hierbij is het niet mogelijk een opsplitsing te maken tussen grote ondernemingen en kmo’s.