BELGISCHE SENAAT
________
Buitengewone zitting 2010
________
20 september 2010
________
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 5-179

de Guido De Padt (Open Vld)

aan de minister van Binnenlandse Zaken
________
Onrustwekkende verdwijningen - Project politiezone HEKLA
________
gerechtelijk onderzoek
gemeentepolitie
officiële statistiek
geografische spreiding
dood
bejaarde
jongere
________
20/9/2010Verzending vraag
20/1/2011Antwoord
________
________
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 5-179 d.d. 20 september 2010 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Het project ‘[email protected]’ is ontstaan uit de behoefte die gegroeid is bij zowel de politiezone HEKLA (afkorting van de politiezones Hove, Edegem, Kontich, Lint en Aartselaar) als bij medewerkers van rustoorden, ziekenhuizen en instellingen van het Comité van Bijzondere Jeugdzorg, niet alleen rond de problematiek van onrustwekkende verdwijningen van jonge mensen, maar ook van verdwijningdossiers van bejaarde (dwalende) mensen.

Onder de impuls van het Antwerpse expertisecentrum dementie ‘Orion’ en in samenwerking met heel wat partners, werd in de zone HEKLA een protocol ontwikkeld dat de opsporing verbetert van dwalende personen met dementie en van minderjarigen uit instellingen. Het protocol had als doel afspraken te maken om bij verdwijningen sneller en professioneler op te kunnen treden.

Ervaringen uit de praktijk leren immers dat er op het terrein heel wat vragen rezen op het ogenblik van een verdwijning. Wanneer is er sprake van een onrustwekkende verdwijning? Waarom is er bij de aangifte van verdwijningen in deze voorzieningen of instellingen (soms) zo weinig informatie voorhanden zodat er veel tijd verloren gaat vooraleer er effectief kan worden gezocht? Wie moet bij de politie worden verwittigd? Hoe verloopt de communicatie tussen de oproeper en de politie, enzovoort?

In dit kader volgende vragen:

1.Beschikt de minister over cijfergegevens betreffende het aantal onrustwekkende verdwijningen in 2007, 2008, 2009 en de eerste helft van 2010, opgesplitst per gewest en categorie (minderjarigen en bejaarden)? Hoeveel daarvan werden teruggevonden en binnen welke termijn? Hoeveel van de verdwenen bejaarden hadden dementieproblemen en hoeveel minderjarigen verdwenen uit een instelling?

2.Kan de minister meedelen of het project uit de zone HEKLA al navolging heeft gekregen in andere politiezones en zo ja, in welke? Worden daar (ook) significant betere resultaten gehaald bij de oplossing van verdwijningen?

3.Acht de minister het noodzakelijk het project verder uit te breiden naar nog andere risicogroepen in de samenleving? Zo ja, welke had zij in gedachten? Zo neen, waarom niet?

Antwoord ontvangen op 20 januari 2011 :

Het geachte lid vindt hieronder het antwoord op zijn vragen.

1. Gelieve hieronder de beschikbare cijfers te willen vinden uit de databank van de cel Vermiste Personen van de federale politie (personen levend teruggevonden, overleden teruggevonden, nog steeds vermist) op datum van 19 oktober 2010.


2007

2008

2009

2010

Totaal







Totaal

dossiers

1 488

1 574

1 527

1 080

5 669

Levend

1 277

1 363

1 297

925

4 862

Overleden

134

159

165

110

568

Nog vermist

77

52

65

45

239







Bejaarden

+ 70

143

172

179

144

638

Levend

115

133

135

121

504

Overleden

23

39

43

21

126

Vermist

5

0

1

2

8







Minderjarig -18

482

429

362

244

1 517

Levend

460

413

340

237

1 450

Overleden

2

2

7

2

13

Nog vermist

20

14

15

5

54

Niet alle gevraagde gegevens (termijn, indeling per Gewest, problematiek dementie, context verdwijning) worden systematisch geregistreerd en zijn bijgevolg niet op een voldoende betrouwbare wijze beschikbaar in de databank.

2.-3. Het project van de politiezone HEKLA heeft navolging gekregen in de politiezones Kortrijk en Brugge. Ook de zones Sint-Niklaas en Gent hebben reeds interesse getoond.

Er is nog geen evaluatie van het project beschikbaar, maar de cel Vermiste Personen verwacht goede resultaten, omdat er nauw wordt samengewerkt met bejaardentehuizen en jeugdinstellingen.

Na evaluatie zal nagegaan worden of het project kan uitgebreid worden, wellicht naar andere politiezones, eerder dan naar andere risicogroepen.