BELGISCHE SENAAT
________
Buitengewone zitting 2010
________
20 september 2010
________
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 5-176

de Guido De Padt (Open Vld)

aan de staatssecretaris voor Maatschappelijke Integratie en Armoedebestrijding, toegevoegd aan de Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke Integratie
________
OCMW - Opdrachten
________
OCMW
begroting
sociale bijstand
________
20/9/2010Verzending vraag
20/4/2011Antwoord
________
________
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 5-176 d.d. 20 september 2010 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

De OCMW’s in ons land hebben een zeer divers en uiteenlopend takenpakket, waarbij een onderscheid kan worden gemaakt tussen enerzijds de wettelijk bepaalde opdrachten (in verband met leefloon, vreemdelingen,energiefonds, ...) en anderzijds de initiatieven die worden genomen als gevolg van de lokale beleidskeuzes. De financiering is bijgevolg bijzonder complex, in die zin dat het geld afkomstig is van zowel het federale, regionale en gemeentelijk niveau, als van de inkomsten uit eigen diensten.

Aangezien het gaat om een openbare dienst, worden de opdrachten vastgelegd in wetten, zoals vervat in onder andere de organieke wet van 8 juli 1976 en de wet van 26 mei 2002 betreffende het recht op maatschappelijke integratie. Naast dit wettelijke kader hebben de OCMW’s nog een beleidsruimte om lokale initiatieven uit te voeren.

In dit kader een aantal vragen:

1) Kan de staatssecretaris een lijst geven van alle federale opdrachten die via wet, koninklijk besluit of enige andere regelgeving aan de OCMW’s worden gegeven?

2) Kan de staatssecretaris cijfers geven over de kostprijs die deze federale opdrachten met zich meebrengen voor de OCMW’s, opgesplitst per taak en per gewest?

3) Heeft de staatssecretaris een zicht op de hoeveelheid, de orde van grootte en de kostprijs van de taakstellingen die de OCMW’s uitoefenen en waar geen verplicht karakter aan verbonden is? Kan hij aangeven hoeveel OCMW’s (opgesplitst per gewest) (a) één of meerdere rustoorden exploiteren en voor hoeveel bedden, (b) één of meerdere kinderdagverblijven exploiteren en voor hoeveel bedden, (c) één of meerdere ziekenhuizen exploiteren en voor hoeveel bedden, (d) een poetsdienst exploiteren en voor hoeveel gezinnen, (e) een thuisverzorgingsdienst exploiteren en voor hoeveel personen, (f) maaltijden aan huis bezorgen en voor hoeveel gezinnen, (g) een klusjesdienst exploiteren en voor hoeveel gezinnen, (h) een minder-mobielendienst aanbieden en voor hoeveel personen, (i) serviceflats aanbieden en voor hoeveel kamers, (j) wijkcentra uitbaten en voor hoeveel personen, (k) sociale woningen aanbieden en hoeveel, (l) doorgangs- en/of noodwoningen aanbieden en hoeveel, (m) artikel-60-tewerkstellingsprojecten ontwikkelen en voor hoeveel personen, (n) niet-verplichte toelagen geven, welke, voor welke bedragen en voor hoeveel personen , (o) de gezamenlijke aankoop van energie organiseren, (p) voedselpakketten uitreiken en voor hoeveel personen. Gelieve de cijfers en getallen te geven voor de jaren 2008, 2009 en 2010.

4) Eens dit aanbod is gecreëerd, kunnen de OCMW’s dan de taakstellingen onder 3) afschaffen of overdragen aan andere (al dan niet private) initiatiefnemers?

5) De OCMW’s hebben de mogelijkheid om in te tekenen op subsidies voor sociale en culturele participatie. Hoeveel geld is er in 2006, 2007, 2008, 2009 en 2010 niet naar de OCMW’s gevloeid wegens het niet intekenen op deze extra middelen? Voor welke andere doeleinden werd dit geld dan wel gebruikt?

Antwoord ontvangen op 20 april 2011 :

De wettelijke opdrachten voor hulp die door de Openbare Centra voor maatschappelijk welzijn (OCMW’s) geboden moet worden zijn op federaal niveau in algemene termen bepaald bij artikelen 57 en volgende van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn. Het OCMW moet zijn opdrachten dermate organiseren dat het hulpbehoevende personen en gezinnen kan helpen en in ieder apart geval ervoor kan zorgen dat de gepaste hulp wordt toegekend in functie van de individuele behoeften en in functie van het feit dat de persoon niet in staat is een menswaardig leven te leiden.

In verband met deze opdrachten voorzien sommige bepalingen in het recht op financiële hulp voor de betrokken persoon of in de toekenning aan het OCMW van een financiële stimulans voor het uitvoeren van een opdracht of in een financiële tegemoetkoming voor bepaalde daaraan verbonden kosten.

Onderstaande lijst bevat de bepalingen waardoor een OCMW over financiële middelen kan beschikken ten laste van de federale overheid in het kader van het uitvoeren van zijn opdrachten.

De gegevens over de totale kosten voor een opdracht van een OCMW zijn niet beschikbaar bij de federale Staat aangezien hij bepaalde opdrachten slechts gedeeltelijk financiert, en die daarnaast ook nog kunnen betoelaagd worden door de Gemeenschappen of de Gewesten.

Het totale werkingsbudget van een OCMW verschilt per OCMW aangezien het gaat om een openbare instelling met rechtspersoonlijkheid die zorgt voor het vervullen van de algemene opdrachten die de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn hem oplegt en die ze uitvoert in functie van de lokale autonomie en van haar beleid eigen met de lokale accenten die ze daaraan wil geven. Ze kan daartoe beslist hebben bepaalde instellingen (rusthuizen, enz.) op te richten of een beroep te doen op de samenwerking van personen, instellingen of openbare of privédiensten, of van een ander OCMW, en die zij financiert. Dit betreft in meerderheid initiatieven in verband met persoonsgebonden materies waarvoor de Gemeenschappen bijgevolg bevoegd zijn en waarvoor ik niet over statistieken betreffende de toegekende toelagen beschik.

Voor de volgende opdrachten wordt een gereglementeerde toelage of een federale subsidie erkend:

1.Het recht op maatschappelijke integratie dat het leefloon, de activeringen en de installatiepremie in het kader van de wet van 26 mei 2002 betreffende het recht op maatschappelijke integratie omvat.

2.De financiële maatschappelijke hulp gelijkwaardig aan het bedrag van het leefloon voor vreemdelingen zolang ze niet ingeschreven zijn in het bevolkingsregister (wet van 2 april 1965 artikel 5, en ministerieel besluit van 30 januari 1995).

3.Installatiepremie voor daklozen die maatschappelijke hulp genieten (koninklijk besluit van 21 september 2004).

4.Medische kosten voor Belgen zonder onderstandsdomicilie en vreemdelingen (artikel 4 en 11 van de wet van 2 april 1965 en ministerieel besluit van 30 januari 1995).

5.Kosten voor dringende medische hulp aan illegalen (artikel 57, paragraaf 2, eerste lid, 1°, van de wet van 8 juli 1976 en artikel 4 en 11 van de wet van 2 april 1965).

6.Sociaal gas- en elektriciteitsfonds (wet van 4 september2002).

7.Huurwaarborgen (koninklijk besluit 27 juli 2008 en koninklijk besluit van 9 december 2009).

8.Verhoogde toelagen grote steden en clusters (ministerieel besluit 20 november 2009, koninklijk besluit 27 oktober 2008 en koninklijk besluit 12 juli 2009).

9.Sociaal Stookoliefonds (wet van 4 december 2004 en wet van 22 december 2008 artikel .249)

10.Europees Sociaal Fonds (ministerieel besluit 25 augustus 2008 en ministerieel besluit 8 juli 2009)

11.Digitale kloof (koninklijk besluit van 27 april 2007).

12.Specifieke maatschappelijke hulp voor het uitbetalen van de onderhoudsgelden (artikel 68quinquies, paragraaf 4, wet van 8 juli 1976, koninklijk besluit van 5 december 2004).

13. Sociale en culturele participatie (koninklijk besluit van 30 augustus 2008 en koninklijk besluit van 10 september 2009)

2008

2008

1

2

3

4

5

Gewest

RMI (RMI en activering)

Gelijkwaardige maatschappe-lijke hulp

RMI

Installatiepre-mie in het kader van maatschappe-lijke hulp

Medische kosten

Dringende medische hulp

Brussel

145.764.796

47.867.976

563.717

6.683.599

24.626.723

Vlaanderen

141.860.976

55.855.714

1.307.718

8.478.967

10.606.881

Wallonië

220.231.156

40.945.095

1.189.022

3.587.483

3.175.184


2008

6

7

8

9

Gewest

Sociaal gas- en elektriciteits-fonds


Huurwaarborgen


Verhoogde toelagen grote steden en clusters


Sociaal Stookolie-fonds


Brussel

8.631.897

147.3255

2.262.266

190.413

Vlaanderen

22.069.263

159.525

3.111.864

11.369.594

Wallonië

21.235.504

246.625

2.887.271

12.703.561


2008

10

11

12

13

Gewest

Europees Sociaal Fonds As 1

Digitale kloof

Specifieke maatschappe-lijke hulp voor het uitbetalen van de onderhouds-gelden

Sociale en culturele participatie

Zie bijlage 13

Brussel

327.061,51

5.000

113.828

1 .122 .367

Vlaanderen

1.445.876,86

46.677

79.608

2 .487 .283

Wallonië

677.520,54

24.902

348.612

2. 270.100

2009


2009

1

2

3

4

5

Gewest

RMI (RMI en activering)

Gelijkwaardige maatschappe-lijke hulp

RMI

Installatiepre-mie in het kader van maatschappe-lijke hulp

Medische kosten

Dringende medische hulp

Brussel

164.573.437

54.595.604

731.250

8.220.412

24.435.585

Vlaanderen

164.229.972

57.627.342

1.596.946

11.597.680

10.717.628

Wallonië

247.980.306

40.400.613

1.465.987

5.267.352

3.438.523


2009

6

7

8

9

Gewest

Sociaal gas- en elektriciteits-fonds


Huurwaarborgen


Verhoogde toelagen grote steden en clusters


Sociaal Stookolie-fonds


Brussel

8.377.998

53.500

2936393

134.713

Vlaanderen

33.600.765

163.550

3.777.590

9.292.674

Wallonië

21.638.564

194.500

3.400.958

8.241.780


2009

10

11

12

13

Gewest

Europees Sociaal Fonds As 1

Digitale kloof

Specifieke maatschappe-lijke hulp voor het uitbetalen van de onderhouds-gelden

Sociale en culturele participatie

van 1 mei 2009au 31 december 2009

Zie bijlage 13

Brussel

144.611,49

9.968

108.029

702.326

Vlaanderen

424.716,62

70.140

94.605

1. 622.358

Wallonië

198.878,97

84.969

394.428

1.420. 509

13. Sociale en culturele participatie

De middelen voorzien binnen het koninklijk besluit sociale en culturele participatie kunnen enkel aangewend worden door OCMW’s.

Jaar

KB SCP

artikel 3

(bedrag in euro)

Niet opgevraagd

(bedrag in euro)

Specifieke projecten

(bedrag in euro)

Onbenut

(bedrag in euro)

2006

6.222.000

49.420

49.417

3

2007

6.294.000

68.079

68.079

0

2008

6.507.000

91.328

35.292

56.036

2009

4.426.666

28.961

28.961

0

Total

23.449.666

237.788

181.749

56.039

De OCMW’s moeten zich inschrijven tot deelname aan de sociale en culturele participatie subsidiemaatregel. Een aantal OCMW’s, dat jaarlijks daalt, wenst hieraan niet of slechts gedeeltelijk deel te nemen. De niet-opgevraagde bedragen worden weergegeven in bovenstaande tabel (niet opgevraagd). Het koninklijk besluit bepaalt dat de niet opgevraagde bedragen aangewend kunnen worden voor specifieke projecten (de totale bedragen worden weergegeven in de kolom specifieke projecten). Specifieke projecten worden toegekend op basis van een ministerieel besluit en kaderen binnen de doelstelling van het koninklijk besluit. Enkel voorstellen vanuit OCMW’s of samenwerkingsverbanden van OCMW’s worden in overweging genomen. In de laatste kolom van bovenstaande tabel staat het bedrag dat niet benut wordt door de OCMW’s. Dit bedrag vloeit terug naar de schatkist.