BELGISCHE SENAAT
________
Zitting 2013-2014
________
11 maart 2014
________
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 5-11231

de Guido De Padt (Open Vld)

aan de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken en Gelijke Kansen
________
Geboortebos - Gemeentebesturen - Raadpleging van de bevolkingsregisters - Privacy-wet
________
eerbiediging van het privé-leven
bevolkingsregister
vroegste kinderjaren
________
11/3/2014Verzending vraag
17/4/2014Antwoord
________
________
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 5-11231 d.d. 11 maart 2014 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Voor de aanleg van bijvoorbeeld een "geboortebos" doen gemeentebesturen soms een beroep op de raadpleging van de bevolkingsregisters om de identiteit van de nieuwgeborenen, maar ook die van de ouders op te zoeken en hen aan te schrijven.

Is dergelijke consultatie in overeenstemming met de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens, inzonderheid artikel 30 ?

Antwoord ontvangen op 17 april 2014 :

Het geachte lid vindt hieronder het antwoord op zijn vraag: 

De raadpleging van de bevolkingsregisters door de gemeentelijke diensten is toegestaan voor zover dit gebeurt voor ‘interne doeleiden’ (artikel 5 van het koninklijk besluit van 16 juli 1992 betreffende het verkrijgen van informatie uit de bevolkingsregisters en uit het vreemdelingenregister).  

Aangezien voormeld koninklijk besluit niet bepaalt wat precies wordt bedoeld met ‘interne doeleiden’, werden in 2011, in overleg met het Agentschap voor Binnenlands Bestuur van de Vlaamse Gemeenschap, richtlijnen voor de gemeentebesturen uitgevaardigd in verband met de raadpleging van de bevolkingsregisters door de gemeentelijke diensten in het kader van een specifiek doelgroepenbeleid of van een specifieke communicatie met sommige bevolkingsgroepen.  

De bedoeling hiervan was om, onder bepaalde voorwaarden, het mogelijk te maken voor de gemeentebesturen om de bevolkingsregisters ook te raadplegen wanneer zij bijvoorbeeld jubilarissen of nieuwe inwoners wensen uit te nodigen. Dergelijk communicatie- of doelgroepenbeleid van de gemeenten is trouwens verenigbaar met hun missie, zoals die is opgenomen in de artikelen 2 en 3 van het Gemeentedecreet, namelijk de verwezenlijking van het lokale algemeen belang, het welzijn van de burgers en het maximaal betrekken van de inwoners bij het gemeentelijk beleid.  

Zoals in deze richtlijnen duidelijk werd aangegeven, dienen hierbij wel de volgende voorwaarden in acht te worden genomen:

- De raadpleging van de bevolkingsregisters in het kader van een specifiek doelgroepenbeleid of van een specifieke communicatie met sommige bevolkingsgroepen moet passen in een geregeld beleid van het gemeentebestuur. Dit betekent dat er een gemeenteraadsbeslissing of een beslissing van het college van burgemeester en schepenen dient te bestaan die het raadplegen van de bevolkingsregisters regelt voor de specifiek voorgenomen doeleinden.

- Enkel het college van burgemeester en schepenen kan in dit geval de opdracht geven om de bevolkingsregisters te raadplegen. Dit kan niet gebeuren op initiatief van één of meer mandatarissen of personeelsleden.

- De uit de bevolkingsregisters bekomen gegevens mogen enkel worden gebruikt om de doeleinden te bereiken die in de gemeenteraadsbeslissing of in het collegebesluit zijn aangegeven. In geen geval mag een afzonderlijk lid van het college, een gemeenteraadslid of een personeelslid de bekomen gegevens ten persoonlijke titel of voor andere doeleinden gebruiken of deze ter beschikking stellen van derden die erom verzoeken. 

Deze richtlijnen zijn opgenomen in de Algemene Onderrichtingen dd. 1 juli 2010 betreffende het houden van de bevolkingsregisters (Deel I, nr. 125), te raadplegen op de website www.ibz.rrn.fgov.be onder de rubrieken ‘Bevolking’ > ‘Onderrichtingen’.  

Aldus is het voor een gemeentebestuur mogelijk om de bevolkingsregisters te raadplegen om de identiteit van de nieuwgeborenen en hun ouders op te zoeken en om hen aan te schrijven in het kader van de aanleg door de gemeente van een ‘geboortebos’, op voorwaarde dat deze mogelijkheid uitdrukkelijk is geregeld in een gemeenteraadsbeslissing of een collegebesluit en dat hierbij tevens voormelde voorwaarden worden in acht genomen. 

Ik wens eveneens te benadrukken dat deze regeling in overeenstemming is met de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens, aangezien deze tot stand kwam op aanbeveling van de voorzitter van de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer.