BELGISCHE SENAAT
________
Zitting 2013-2014
________
5 februari 2014
________
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 5-11050

de Vanessa Matz (cdH)

aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Beliris en de Federale Culturele Instellingen
________
de G8-top over dementie
________
geestelijk gehandicapte
medische research
topconferentie
Groep van meest geïndustrialiseerde landen
________
5/2/2014Verzending vraag
16/4/2014Antwoord
________
Herkwalificatie van : vraag om uitleg 5-4576
________
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 5-11050 d.d. 5 februari 2014 : (Vraag gesteld in het Frans)

Op 11 december 2013 vond in Londen een buitengewone top van de G8 plaats tijdens dewelke de ministers van Volksgezondheid zich als doelstelling hebben gesteld om tegen 2025 een efficiënte remedie tegen of een behandeling voor dementie te vinden.

De aanwezige ministers hebben zich ertoe geëngageerd hun uitgaven inzake medisch onderzoek “op significante wijze” te verhogen, maar er werd geen enkel globaal cijfer voorgesteld.

Mevrouw de minister, ik heb de volgende vragen:

1) Hebt u kennis genomen van de conclusies van de top?

2) Hebt u contacten gehad met uw collega's van de deelstaten om te weten in welke mate België kan bijdragen aan die inspanning?

3) Kan een gelijkaardig initiatief aan dat van de G8 op Europees niveau worden georganiseerd?

4) Een efficiënte strijd tegen deze plaag moet tegelijkertijd gebaseerd zijn op maatregelen om de levenskwaliteit van de zieken en de helpers te verbeteren, te investeren in onderzoek en het grote publiek te informeren over en te sensibiliseren voor die ziekte. Welke maatregelen acht de minister prioritair in de strijd tegen die plaag en denkt ze op korte termijn uit te werken ?

Antwoord ontvangen op 16 april 2014 :

Gezien België geen deel uitmaakt van de G8, werden wij niet van dit initiatief op de hoogte gebracht. We hebben intussen wel kennis genomen van de interessante en richtinggevende verklaring.

Wat onze toekomstige deelname en betrokkenheid bij dit project betreft dienen er, gezien de omvang van de studie en de noodzaak aan goede afspraken en coördinatie, op Europees niveau initiatieven te worden genomen. Het punt 4 van de "Summit declaration" waar u naar verwijst is hierin duidelijk. Er moet hiervoor gedacht worden aan Epsco-raad die sedert lang een bijzondere aandacht heeft voor de Geestelijke gezondheidszorg, Maar we moeten ook rekening houden dat het aan het voorzitterschap van de EG toebehoort om dit thema te agenderen. Zoals u weet neemt. Zoals u weet neemt de Europese Unie deze problematiek reeds van in 2008 ter harte.

Gedurende het Belgische voorzitterschap hebben mijn diensten in samenwerking met de Koning Boudewijnstichting, het leiderschap voor verschillende thema's genomen in het Joint Action "Alzheimer Cooperative Valuation in Europe" (ALCOVE). De aanbevelingen van deze werkgroep, waaraan 19 landen hebben deelgenomen, werden op 28 maart 2013 in Parijs voorgesteld. Naast de tijdige diagnose, kwamen eveneens het epidemiologische onderzoek (met Internationale uitwisseling), de rechten van de ouderen met deze diagnose, de ethische aspecten en de ondersteuning van zorgverstrekkers en families aan bod. Dit Initiatief was mede geïnspireerd door de Conferentie "La lutte contre !es maladies d'Alzheimer" die onder het Franse voorzitterschap in 2008, werd georganiseerd.

In 2011-2012 namen mijn diensten eveneens actief deel aan de expertenwerkgroep "Identifying and maintaining quality of long term care" die door het OECD werd georganiseerd en waarvan de onderzoeksresultaten op 14 november 2012 werden voorgesteld. Er bestaat dus nu al een constructieve samenwerking met deze organisatie en voor dit thema, zoals is aanbevolen in de G8- aanbevelingen (punt 8).

Voor wat de financiering van het onderzoek betreft kan ik u verwijzen naar de Programme Horizon 2020 : The EU Framework Programme for Research and Innovation van de EG, waarbij 1,2 miljard voor onderzoek met betrekking tot ouderen, preventie, diagnose en behandeling zal warden geïnvesteerd. In dit kader moet eveneens het ERA Joint programming van de EG worden genoemd. Deze coördineert de onderzoeksprogrammering van de Europese landen. Momenteel bestaan er 10 "Joint Programme Initiatifs" waarin de Alzheimer-aandoening al is opgenomen.

Het is dus belangrijk dat al de aanbevelingen uit al deze initiatieven worden onderzocht om te warden omgezet in concrete voorstellen voor de Belgische bevolking,. Hiervoor moeten afspraken worden gemaakt met alle entiteiten via de Interministeriële conferentie Volksgezondheid, of in functie van de beleidsbevoegdheden.

Eén van van de laatste realisaties op dit vlak is de functie van "dementie-referentie" in de rustoorden waar ouderen met dementie worden opgenomen. Zij ondersteunen de zorgverstrekkers van de instelling maar helpen eveneens de partners en de families van de ouderen met deze aandoening. Er werden eveneens belangrijke inspanningen gedaan om de diagnose te verbeteren en 12 gespecialiseerde Geheugenklinieken, verspreid over het land, werden opgericht. Op dit ogenblik ligt eveneens een belangrijke aanpassing aan het KB met betrekking tot de coördinerende en raadgevende artsen in de RVT-instellingen, voor advies bij de Raad van State. in het opleidingsprogramma voor deze arisen bestaat er een speciale aandacht voor behandeling van ouderen met dementie.

Ten slotte wordt momenteel een "Nationaal Actleplan voor chronisch zieken In België " in samenwerking met de Gewesten en Gemeenschappen van het land gefinaliseerd, waarin ook een bijzondere plaats is voor neurodegeneratieve aandoeningen zoals dementie.