BELGISCHE SENAAT
________
Buitengewone zitting 2010
________
3 september 2010
________
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 5-106

de Guido De Padt (Open Vld)

aan de minister van KMO's, Zelfstandigen, Landbouw en Wetenschapsbeleid
________
Zelfstandigen - Rijksinstituut voor de Sociale Verzekeringen der Zelfstandigen - Dagvaardingen in faillissement - Aantallen
________
zelfstandig beroep
Rijksinstituut voor de sociale verzekeringen der zelfstandigen
faillissement
officiële statistiek
________
3/9/2010Verzending vraag
19/10/2010Antwoord
________
________
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 5-106 d.d. 3 september 2010 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Faillissementen kunnen ambtshalve of op verzoek van een schuldeiser worden uitgesproken.

Graag kreeg ik een antwoord op de volgende vragen:

1. Hoeveel dagvaardingen in faillissement werden in 2007, 2008, 2009 en de eerste helft van 2010 betekend op verzoek van het Rijksinstituut voor de Sociale Verzekeringen der Zelfstandigen (RSVZ), met opsplitsing per rechtbank van koophandel en de aard van de schuld (btw, inkomstenbelastingen, vennootschapsbelastingen, accijnzen,…)?

2. Hoeveel zelfstandigen werden naar aanleiding van die eisen ook effectief failliet verklaard?

3. Hoeveel bedroegen de achterstallige RSZ-schulden (met de opsplitsing gevraagd in vraag 1) op het ogenblik van de faillietverklaring? Hoeveel bedroeg de gemiddelde achterstal? Hoelang duurde het gemiddeld (vanaf het ontstaan van de schuld) vooraleer tot dagvaarding in faillissement werd overgegaan?

Antwoord ontvangen op 19 oktober 2010 :

Ik moge het geachte lid herinneren aan mijn antwoord op diens eerdere vraag over hetzelfde onderwerp (Vraag nr. 119 van 9 september 2008 aan de minister van KMO’s, Zelfstandigen, Landbouw en Wetenschapsbeleid, QRVA52 036 – 13 oktober 2008).

Bij die gelegenheid heb ik gesteld dat het Rijksinstitut vor de Sociale Verzekeringen der Zelfstandigen (RSVZ), in de loop van de jaren 2005, 2006 en 2007, geen enkele dagvaarding in faillissement betekend heeft. Het is hetzelfde voor de jaren 2008 en 2009 en het eerste halfjaar 2010.

De aandacht van het geachte lid kan gevestigd worden op het feit dat zelfstandigen verplicht zijn om sociale bijdragen te betalen aan een sociaal verzekeringsfonds. Het zijn deze fondsen die bijgevolg instaan voor de inning van de bijdragen en voor een eventuele gerechtelijke invordering.

Teneinde te kunnen antwoorden op de vragen en indien de heer senator dat wenst, kan er een rondvraag gebeuren bij de sociale verzekeringsfondsen omtrent de precieze cijfers.