BELGISCHE SENAAT
________
Zitting 2009-2010
________
17 februari 2010
________
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 4-6996

de Sabine de Bethune (CD&V)

aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke Integratie
________
Vrouwelijke genitale verminking - Informatie van de hulpverleners - Bewustmaking van de doelgroepen - Terugbetaling van herstellende medische verrichtingen
________
seksuele verminking
bewustmaking van de burgers
________
17/2/2010Verzending vraag
5/3/2010Antwoord
________
Herkwalificatie van : vraag om uitleg 4-1483
________
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 4-6996 d.d. 17 februari 2010 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

In 2003 werd 6 februari uitgeroepen tot de Internationale Dag van Zero Tolerance tegen vrouwelijke genitale verminking. Genitale verminking is een daad van geweld die indruist tegen alle fundamentele rechten. Slachtoffers lopen blijvende letsels op die hun gezondheid ernstig in gevaar brengen.

Genitale verminking vindt niet enkel in het buitenland plaats. Ook in België vindt men vrouwelijke genitale verminking terug in bepaalde gemeenschappen.

In België werden, naast de bestaande specifieke wetgeving, nog enkele stappen gedaan om deze schadelijke praktijk een halt toe te roepen.

Zo werd op 15 december 2008 het Nationaal Actieplan (NAP) 2008-2009 inzake de strijd tegen geweld op vrouwen goedgekeurd. Tijdens een Interministeriële conferentie in het tweede semester van 2009 zou een nieuw actieplan tot stand komen met een verruimd toepassingsveld. Naast partnergeweld, de meest voorkomende vorm van geweld tegen vrouwen, zouden ook gedwongen huwelijken, eergerelateerd geweld en genitale verminking onder het aandachtsgebied van het nieuwe NAP vallen.

Daarnaast heeft de Senaat in 2004 (stuk 3-523) en in 2009 (stuk 4-533) een resolutie aangenomen betreffende genitale verminkingen. Beide resoluties wijzen op de verantwoordelijkheid die België draagt in de bestrijding van deze vorm van geweld tegen vrouwen.

Ik zou daarom graag het volgende willen vragen:

Een recente studie (eind 2009) heeft uitgewezen dat Belgische professionele hulpverleners, zoals artsen, gynaecologen en welzijnswerkers, te weinig geïnformeerd zijn als het gaat over genitale verminking. Nochtans zou zestig procent van de gynaecologen ooit met deze problematiek geconfronteerd worden. Welke stappen heeft de geachte minister reeds gedaan om de hulpverleners beter te informeren? Welke initiatieven zal zij in de toekomst nemen?

Worden er gerichte informatie- en bewustmakingscampagnes gevoerd bij de doelgroepen, de gemeenschappen van buitenlandse origine, zonder hierbij het gevaar te creëren van stigmatisatie?

Neemt de overheid de kosten op zich voor specifieke herstellende medische verrichtingen om de gevolgen van genitale verminking te verhelpen (reconstructieve chirurgie, kinesitherapie, etnopsychiatrische begeleiding, …)?

Antwoord ontvangen op 5 maart 2010 :

Ik ben zo vrij u te verwijzen naar het antwoord dat op 4 februari 2010 gegeven werd in de plenaire zitting op de vraag nr. 4-1074 (handelingen 4-111) van mevrouw Temmerman. Voor wat uw specifieke vraag over de preventie betreft, preciseer ik dat dit niet tot mijn bevoegdheid maar tot die van de Gemeenschappen behoort.