BELGISCHE SENAAT
________
Zitting 2009-2010
________
2 februari 2010
________
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 4-6768

de Caroline Persoons (MR)

aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke Integratie
________
Ziekte van Lyme - Stand van zaken - Cijfers - Betrouwbare diagnose - Follow-up van de patiënten
________
infectieziekte
medische diagnose
________
2/2/2010Verzending vraag
22/4/2010Antwoord
________
________
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 4-6768 d.d. 2 februari 2010 : (Vraag gesteld in het Frans)

De ziekte van Lyme is een infectieziekte, veroorzaakt door de bacterie Borrelia burgdorferi, die door een tekenbeet wordt overgedragen. Ze kan vrijwel elk deel van het menselijk lichaam aantasten.

De ziekte, die een variabele incubatietijd heeft, kan gepaard gaan met pseudogriepsymptomen, bijvoorbeeld hoofdpijn, koorts, gewrichts- en spierpijn.

De diagnose is moeilijk te stellen, niet alleen omdat de ziekte verraderlijk is en uiteenlopende symptonen vertoont die met andere ziekten kunnen worden verward, maar ook omdat in bloedtesten niet altijd de eraan verbonden antilichamen kunnen worden gedetecteerd. Het gebeurt zelfs dat de betrokken antilichamen absoluut niet kunnen worden opgespoord in de loop van de ziekte, die in verschillende stadia verloopt.

Een tekenbeet wordt in meer dan 50% van de gevallen helemaal niet opgemerkt. Het is dus zeker niet zeldzaam dat er maanden of zelfs jaren verlopen tussen de beet en het opduiken van de ziektesymptomen. Het duurt vaak dan ook te lang alvorens de ziekte met antibiotica wordt bestreden.

Indien de ziekte in een vroegtijdig stadium wordt gediagnosticeerd, kan ze in de meeste gevallen efficiënt worden behandeld. Indien ze niet behandeld wordt, kan ze ernstige gezondheidsproblemen veroorzaken, bijvoorbeeld chronische artritis, allerlei gewrichtsaandoeningen, neurologische complicaties, hartproblemen, huidaandoeningen. Als de ziekte chronisch wordt, kan ze erg hinderlijk worden.

Ik heb dus enkele vragen :

1. Zijn er over de ziekte van Lyme cijfers voorhanden? Hoeveel gevallen werden de jongste jaren in België geregistreerd? Is de ziekte in opmars? Zo ja, waarom?

2. Beschikken de artsen over betrouwbare diagnosetesten om de geïnfecteerde patiënten snel te kunnen identificeren?

3. Bestaat er een specifieke follow-up voor die ziekten?

Antwoord ontvangen op 22 april 2010 :

1. Dankzij het programma “Surveillance van infectieuze aandoeningen door het Peillaboratorianetwerk - WIV Epidemiologie” beschikken wij over drie gegevensbronnen voor de ziekte van Lyme:

De gegevens afkomstig van het peillaboratorianetwerk: een veertigtal van de honderd laboratoria die deel uitmaken van het netwerk hebben gegevens over de kiem B. burgdorferi verstuurd; tabel 1. De perifere laboratoria verrichten de diagnosetests en sporen met andere woorden de antilichamen op. In een bepaald aantal gevallen moet een positief resultaat door een referentielaboratorium worden bevestigd.

Tabel 1: Aantal diagnoses van de ziekte van Lyme per jaar, 2005-2009 (bron: peillaboratoria).

Jaar

Aantal diagnoses

2005

708

2006

623

2007

754

2008

679

2009

683

Uit deze gegevensbron blijkt dat het aantal gevallen in de afgelopen vijf jaar licht daalt (gemiddelde: 1 342).

Het is van belang te weten dat deze cijfers veeleer het aantal vermoedens van de ziekte van Lyme bij patiënten met een anamnese of een suggestief klinisch onderzoek weerspiegelen. De toename van het aantal gevallen in vergelijking met het begin van de jaren 1990 kan bijgevolg worden toegeschreven aan de sensibilisering van het medische korps en het grote publiek.

De gegevens afkomstig van de drie referentielaboratoria (UCL St-Luc Bruxelles, KULeuven, Clinique St-Pierre – Ottignies; tabel 2). De rol van deze laboratoria bestaat erin de diagnose te bevestigen die de perifere laboratoria hebben gesteld.

Tabel 2 : Aantal diagnoses van de ziekte van Lyme per jaar, 2005-2009 (bron: referentielaboratoria).

Jaar

Aantal diagnoses

2005

708

2006

623

2007

754

2008

679

2009

683

Hieruit blijkt dat het aantal gevallen in de afgelopen vijf jaar stabiel is gebleven (gemiddelde: 689).

Naast de cijfers van de peil– en de referentielaboratoria worden ook gegevens ingezameld over het voorkomen van tekenbeten en de ziekte van Lyme in de algemene bevolking via een netwerk van huisartsen, de Huisartsenpeilpraktijken genaamd. Dit netwerk surveilleerde in 2003-2004 voor de eerste maal deze problematiek en deed dit opnieuw in 2008 en in 2009. De diagnose van Lyme ziekte werd bepaald door de aanwezigheid van erythema migrans of een positieve screenings- en confirmatietest in combinatie met neurologische, dermatologische, reumatologische of cardiale symptomen. De voorlopige cijfers van 2008 zijn vergelijkbaar met deze van de periode 2003-2004 en wijzen op een incidentie van 19/10.000 inwoners voor tekenbeten, en van 8,5/10.000 inwoners voor de ziekte van Lyme. Deze cijfers hebben enkel betrekking op de patiënten gezien in de huisartspraktijk. Slechts zeer weinig van de patiënten met Lyme ziekte (2,5 %) vertoonden andere symptomen dan eryhema migrans. Het is meer dan waarschijnlijk dat patiënten met ernstige neurologische, cardiologische of gewrichtsklachten onmiddellijk een geneesheer specialist consulteerden. Het bepalen van het totaal aantal gevallen van de ziekte van Lyme is hierdoor niet mogelijk. Er mag echter niet worden vergeten dat in Europa erythema migrans de meest frequente verschijningsvorm van Lyme ziekte is.

Besluit : de ziekte is in de afgelopen vijf jaar niet toegenomen, maar de surveillance moet wel worden voortgezet.

2. Ja, de artsen beschikken over betrouwbare diagnosetests. De diagnose berust op een anamnese en een klinisch onderzoek, eventueel aangevuld met de opsporing van antilichamen (serologie), wat in elk laboratorium kan plaatsvinden. De bevestiging van de diagnose gebeurt door de referentielaboratoria die andere tests (opsporing van antigenen) verrichten.

Wij herinneren er nog even aan dat de antilichamen slechts na de derde week volgend op de beet kunnen worden waargenomen.

3. De surveillance van de ziekte van Lyme door het netwerk van peil- en referentielaboratoria is in 1991 begonnen en wordt voortgezet.

Het netwerk van de Huisartsenpeilpraktijken zal ook in de toekomst dit thema regelmatig in zijn registratieprogramma opnemen.

Er is een informatiefolder beschikbaar op het adres www.iph.fgov.be/epidemio/labo.