BELGISCHE SENAAT
________
Zitting 2009-2010
________
21 januari 2010
________
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 4-6565

de Caroline Persoons (MR)

aan de staatssecretaris voor Sociale Zaken, belast met Personen met een handicap, toegevoegd aan de Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke Integratie
________
Federale Overheidsdienst (FOD) Sociale Zekerheid - Directie Personen met een Handicap - Beheer van de dossiers - Rappelbrieven aan de burgers voor de vervollediging van het dossier - Vergissing - Aantal - Corrigerende brief - Kostprijs van de vergissing
________
invaliditeitsverzekering
________
21/1/2010Verzending vraag
2/3/2010Rappel
29/4/2010Antwoord
________
________
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 4-6565 d.d. 21 januari 2010 : (Vraag gesteld in het Frans)

In juni 2009 stuurde de Federale Overheidsdienst (FOD) Sociale Zekerheid en Overheidsinstellingen voor sociale zekerheid, Directie Personen met een Handicap aan duizenden mensen een rappelbrief met de melding dat in hun dossier nog documenten ontbraken.

Die rappels waren in talrijke gevallen blijkbaar onterecht omdat de dossiers wel degelijk volledig waren en er al beslissingen waren genomen.

Die vergissing veroorzaakte bij veel betrokkenen onrust, een zekere ontreddering, nodeloze uitgaven,...

Ik wil de staatssecretaris dan ook enkele vragen stellen over de follow-up van die dossiers en de “vergissing” van de FOD Sociale Zekerheid.

1. Hoeveel rappelbrieven werden in juni 2009 gestuurd om de mensen te vragen hun onvolledige dossiers aan te vullen?

2. Hoeveel rappelbrieven werden onterecht gestuurd?

3. Hebben die mensen al een rechtzettingsbrief gekregen? Zo ja, hoeveel?

4. Hoeveel heeft die rechtzetting gekost (papier, verzendingskosten, werkuren,...)?

Antwoord ontvangen op 29 april 2010 :

In antwoord op zijn vraag, heb ik de eer het geachte lid, volgende inlichtingen mee te delen.

  1. In de maand juni 2009 zijn door de Directie-generaal Personen met een handicap zowat 40 000 herinneringsbrieven verstuurd voor onvolledige dossiers.

    De administratie verstuurde deze herinneringsbrieven om in het belang van de aanvragers het onderzoek van de dossiers te kunnen afronden.

  2. Het precieze aantal ten onrechte verzonden herinneringen kan niet bepaald worden. Het betrof hoogstens een paar duizend gevallen.

  3. De dossiers werden geval per geval opgelost via individuele contacten, voornamelijk telefonisch, met de betrokken personen. Een andere actie bleek dus niet nodig.

  4. Gelet op het antwoord onder punt 2) is het niet mogelijk de precieze administratieve kost van de ten onrechte verzonden herinneringen te berekenen. Het is nuttig om te weten dat de administratie elk jaar ongeveer 670 000 documenten aan de aanvragers toestuurt, waaronder 120 000 formulieren of vragen om bijkomende inlichtingen. Elk jaar moet voor ongeveer een derde van deze vragen een herinneringsbrief gestuurd worden.