BELGISCHE SENAAT
________
Zitting 2007-2008
________
20 februari 2008
________
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 4-368

de Nahima Lanjri (CD&V N-VA)

aan de minister van Binnenlandse Zaken
________
Economische migratie - Overleg - Stand van zaken
________
vluchteling
illegale werknemer
migrerende werknemer
tekort aan arbeidskrachten
verblijfsrecht
illegale migratie
buitenlandse staatsburger
________
20/2/2008Verzending vraag
19/3/2008Dossier gesloten
________
Herkwalificatie van : vraag om uitleg 4-96
Heringediend als : schriftelijke vraag 4-635
________
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 4-368 d.d. 20 februari 2008 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Onlangs kondigde de geachte minister aan om overleg te plegen met de gewestelijke ministers van Werk omtrent “economische migratie”. Meer bepaald wil hij polsen naar hun bereidheid om buitenlanders onder strikte voorwaarden een tijdelijke arbeids- en verblijfsvergunning te geven om knelpuntvacatures in te vullen. Hij verklaart in de pers dat hij enkele denksporen die in het “oranje-blauwe akkoord” zijn opgenomen de komende weken beleidsmatig zal voorbereiden. In dit akkoord zijn inderdaad een aantal concrete, zeer waardevolle voorstellen opgenomen.

Mijn vragen zijn de volgende:

Welke denksporen/voorstellen uit het akkoord wil de geachte minister onderzoeken? In het akkoord zijn er rond deze problematiek namelijk verschillende sporen opgenomen, met name:

1. economische migratie voor knelpuntberoepen onder strikte voorwaarden en na overleg met de sociale partners;

2. mogelijkheid voor mensen zonder papieren die hier al minstens sinds januari 2006 zijn om een arbeidskaart en hieraan gelinkt tijdelijke verblijfsvergunning te verkrijgen indien zij een vaststaand werkaanbod hebben en dit niet enkel in het kader van de knelpuntberoepen (een voorstel dat ook gesteund wordt door onder meer Unizo);

3. regularisatie – geval per geval – van mensen die bijvoorbeeld te lang in de procedure zaten maar wel kunnen aantonen dat ze geïntegreerd zijn (werk is daar een belangrijk onderdeel van), …

1. Wil de geachte minister al deze sporen onderzoeken of slechts enkele? En waarom ?

2. Is hierover al formeel of informeel overleg geweest in de regering? Zo niet wanneer is dit voorzien?

3. Aangezien het niet alleen over de verblijfswetgeving gaat maar ook over werk: is de federale minister van Werk betrokken bij deze voorbereiding? Hoe ?

4. Heeft hij intussen contacten gehad met de gewestelijke ministers van Werk? Wat zijn hun bevindingen?

5. Heeft hij ook al overleg gehad met de sociale partners? Zo nee, is hij dit van plan? Wanneer ?

6. Wat zijn zijn bevindingen tot nog toe? En welke stappen wil hij nu ondernemen?

7. Wanneer denkt hij met een concreet uitgewerkt voorstel klaar te zijn waarover in de Ministerraad een beslissing kan vallen?