5-291COM | 5-291COM |
De heer Bert Anciaux (sp.a). - Rond Kerstmis 2011 werd een Belgische jongeman in Bolivia wegens drugsmokkel aangehouden, veroordeeld en in de gevangenis gezet. Mijn vraag gaat niet over de feiten of de veroordeling, wel over de Belgische diplomatieke aanwezigheid in Bolivia, die vooral een grote afwezigheid bleek en blijkt te zijn. Het ronduit schrijnende relaas van de ouders van deze Belgische gevangene in Bolivia bewijst dat Buitenlandse Zaken aan hem zo goed als geen aandacht besteedt of althans besteedde, want mogelijk is er intussen verandering in gekomen.
Bij de aanhouding en veroordeling werd er geen tolk aangesteld en leek de Belgische diplomatie totaal afwezig te zijn. De ouders vroegen verschillende keren naar de documenten in verband met de veroordeling en opsluiting van hun zoon. Het antwoord van Buitenlandse Zaken klonk steevast dat ze ermee bezig waren, maar er kwam geen enkel resultaat. Een klachtenbrief van de ouders naar Buitenlandse Zaken kreeg geen antwoord. Blijkbaar werd er in 2013 een ereconsul voor België in Bolivia aangesteld, maar ook met hem konden de ouders geen enkel contact leggen.
De ouders gingen naar Bolivia, maar kregen daar geen contact met de ambassade, hoewel ze hun komst per mail aankondigden. De ambassade zorgde op geen enkele wijze voor contacten met de Boliviaanse overheid, hoewel die zich, toen de ouders zelf toenadering zochten, zeer constructief opstelde.
Toch bleken er intussen allerlei zaken gebeurd te zijn, want toen de ouders na het bezoek aan hun zoon terug in België waren, kregen ze het bericht dat een dossier voor een aanvraag tot overplaatsing van Bolivia naar België was geopend. Daarover werden ze de maanden voordien op geen enkel moment geïnformeerd.
Dit verhaal illustreert de wijze waarop de Belgische diplomatie omgaat met landgenoten die in het buitenland ernstig in de problemen komen. Voor alle duidelijkheid, ik kan me voorstellen dat zoiets een delicate kwestie is, maar het blijft belangrijk dat de diplomatie inspanningen doet om ook mensen die over de schreef zijn gegaan, en zeker hun familie te helpen.
Mijn vragen zijn eenvoudig.
Wat kan de minister doen om dit probleem om te lossen en wat is er intussen al gebeurd? Ik denk namelijk dat er positief nieuws is, maar ben niet zeker.
Bestaan er voor dergelijke kwesties regels? Wat er in de praktijk wordt gedaan, zal ook wel afhangen van diplomaat tot diplomaat. Niet elke consul, consul-generaal of lid van de ambassade is even sterk gedreven: sommigen doen hard hun best en anderen minder.
De heer Didier Reynders, vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Europese Zaken. - Ik zal eerst enkele elementen preciseren.
De gedetineerde werd aangehouden op 24 december 2011 in La Paz, Bolivia, in het bezit van 14 kilo cocaïne die geïmpregneerd was in de kleren die hij bij zich had. België heeft geen ambassade in Bolivia. De bevoegde ambassade in Lima, Peru, vernam enkele dagen na de arrestatie het nieuws en nam telefonisch contact op met de gedetineerde. Ook met zijn ouders werd onmiddellijk per e-mail gecorrespondeerd.
Op 4 januari 2012 kreeg de gedetineerde bezoek van een Belgische medewerker van de Belgische Technische Coöperatie - sectie Bolivia. Hij verklaarde toen dat zijn contacten met de onderzoeksrechter in het Engels waren verlopen. Er werd hem voorgesteld een tolk te zoeken, maar hij weigerde dat in de hoop procedurefouten te kunnen inroepen. Kort daarna kon hij een beroep doen op een advocate voor de vertaling van de processtukken.
De Belgische diplomatie was zeker niet afwezig in deze zaak. Met de ouders en de gedetineerde werd een zeer uitgebreide correspondentie gevoerd, waarover regelmatig verslag werd uitgebracht aan mijn diensten in Brussel. Ook het Hoofdbestuur van Buitenlandse Zaken stond in contact met de ouders, schriftelijk en telefonisch. Dat alles kan worden gestaafd met de stukken uit het dossier.
De ouders brachten onlangs een bezoek aan hun zoon en waren daarbij vergezeld van een filmploeg. Ze hebben er zich inderdaad over beklaagd dat de Belgische consul hen geen bezoek bracht tijdens hun transit op de luchthaven in Lima. Ik kan evenwel bevestigen dat de diensten op het Hoofdbestuur van mijn departement het toen niet opportuun vonden dat de consul daar aanwezig zou zijn.
De ouders hebben zich inderdaad lovend uitgesproken over de medewerking van de Boliviaanse autoriteiten. Op te merken valt nochtans dat de reportageploeg slechts toegang kreeg tot de gevangenis van La Paz na betaling van een substantiële geldsom.
Het verzoek tot overbrenging naar een Belgische gevangenis kent een normaal verloop en behoort overigens volledig tot de bevoegdheid van de FOD Justitie.
Dit dossier heeft van de ambassade een meer dan gewone aandacht gekregen, hoewel het geen enkel uitzonderlijk aspect vertoont. De gedetineerde verklaarde openlijk in de pers dat hij al meerdere drugstransporten had uitgevoerd. De procedure voor de rechtbank liep ook nog eens vertraging op omdat hij tijdens de overbrenging naar de rechtszitting een ontsnappingspoging ondernam.
Het toezicht op de consulaire bijstand wordt uitgevoerd door de diensten van het Hoofdbestuur van mijn departement. Zij konden vaststellen dat de consul alles in het werk heeft gesteld om zowel de gedetineerde als zijn familieleden zo goed mogelijk bij te staan. Een medewerker van de ambassade bracht hem, niettegenstaande de afstand, tweemaal een bezoek. Daarnaast werd hij ook bezocht door medewerkers van de Belgische coöperatiesectie in La Paz.
De nood aan bijstand wordt in elk geval apart beoordeeld. Uit de stukken in het dossier kunnen we alleen maar besluiten dat dat in deze zaak op een zeer correcte wijze is gebeurd.
Conclusie: preciseringen zijn altijd nuttig.
De heer Bert Anciaux (sp.a). - Uit de verduidelijkingen van de minister blijkt dat de diplomatie inderdaad haar werk heeft gedaan. Ik hoop in elk geval dat de betrokkene zo snel mogelijk naar België kan worden overgeplaatst, maar ik begrijp dat dat helemaal van de FOD Justitie afhangt.