5-224COM

5-224COM

Commissie voor de Buitenlandse Betrekkingen en voor de Landsverdediging

Handelingen

WOENSDAG 22 MEI 2013 - NAMIDDAGVERGADERING

(Vervolg)

Vraag om uitleg van de heer Karl Vanlouwe aan de vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Europese Zaken over «het verlenen van een diplomatiek paspoort aan de leden van de koninklijke familie en hun entourage» (nr. 5-3043)

De heer Karl Vanlouwe (N-VA). - De federale overheidsdienst Buitenlandse Zaken vaardigt diplomatieke paspoorten uit aan beroepsdiplomaten van de eigen administratie, aan diplomaten van de deelstaten en ook aan leden van de koninklijke familie.

Waarom krijgen leden van de koninklijke familie een diplomatiek paspoort?

Welke leden van de koninklijke familie zijn in het bezit van een diplomatiek paspoort?

Zijn er alleen diplomatieke paspoorten uitgereikt aan de leden van de koninklijke familie zelf of ook aan medewerkers van het paleis? Zo ja, aan welke medewerkers en aan hoeveel medewerkers?

Kunnen bovengenoemde personen hun diplomatiek paspoort ook gebruiken voor privéreizen naar het buitenland of enkel voor reizen in het kader van hun hoedanigheid?

Kunnen deze personen in eigen land rekenen op bepaalde immuniteiten en privileges opgenomen in het Verdrag van Wenen?

De heer Bert Anciaux (sp.a). - Ik wil voorkomen dat de heer Vanlouwe zwaar ontgoocheld wordt. Een diplomatiek paspoort houdt niet zo heel veel in. Ik heb er als minister jarenlang een gehad en het heeft me nooit onschendbaarheid of vrijstelling van controles of wat dan ook opgeleverd. Ik heb dat natuurlijk wel geprobeerd, maar het is nooit gelukt. In een diplomatiek paspoort staat alleen een zinnetje dat niet in andere paspoorten staat. Er wordt namelijk aan de overheid van het land waarnaar de houder reist, gevraagd dat ze een beetje zorg voor de betrokkene draagt. Voor de rest houdt dat niets in. Dat is althans mijn ervaring. Of het moest zijn dat er verschillende vormen van diplomatieke paspoorten zijn.

De heer Didier Reynders, vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Europese Zaken. - Het uitreiken van diplomatieke en dienstpaspoorten wordt geregeld door het ministerieel besluit van 23 augustus 2000, gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 10 oktober 2000, en door een omzendbrief van 15 juni 2012.

De leden van de koninklijke familie kunnen een diplomatiek paspoort aanvragen op basis van artikel 3 van het ministerieel besluit, waarin de categorieën worden opgesomd die gezien hun bijzondere en hoogstaande positie een diplomatiek paspoort kunnen vragen. Dat zijn het staatshoofd en de leden van de koninklijke familie, maar ook de ministers van staat, de ministers en de staatssecretarissen van de federale regering en van de deelstaten, de voorzitters en eerste vicevoorzitters van de parlementen.

Waarom deze personen een diplomatiek paspoort krijgen, wordt in artikel 1 van het ministerieel besluit uitgelegd. Het bepaalt: "Diplomatieke paspoorten benadrukken bovendien de bijzondere en hoogstaande positie die de houder ervan als vertegenwoordiger van België, een gewest of gemeenschap bekleedt."

De leden van de koninklijke familie die een diplomatiek paspoort hadden, hebben of kunnen krijgen zijn: de Koning, de andere kinderen van koning Leopold, de Koningin, koningin Fabiola, de kinderen en schoonkinderen van de Koning en hun kinderen ten laste. Artikel 3 van het ministerieel besluit voorziet ook in de afgifte van diplomatieke paspoorten aan de leidinggevende leden van de diensten van het staatshoofd. Het gaat om de hoofden van verschillende diensten van het paleis en de directe staf van de Koning en de Koningin, hun kinderen en koningin Fabiola. Het betreft in het totaal een dertigtal mensen van wie minder dan de helft effectief een diplomatiek paspoort heeft.

De leden van de koninklijke familie, maar niet hun medewerkers, mogen het diplomatiek paspoort ook gebruik voor privéreizen, omdat er door hun representatieve en protocollaire rol niet altijd het onderscheid kan worden gemaakt tussen een privé- een officieel optreden of tussen het privé- en officieel gedeelte van een reis. Ook de voorzitters van de parlementen en de ministers kunnen daarom hun diplomatiek paspoort voor een privéreis gebruiken. De leden van de koninklijke familie hebben, net zoals de ministers en parlementsvoorzitters, wel de mogelijkheid om voor een privéreis hun identiteitskaart of gewoon paspoort te gebruiken en doorgaans, zo niet altijd, kiezen ze daar ook voor.

Geen enkele Belg, ook het staatshoofd niet, geniet op Belgisch grondgebied immuniteiten en privilegies volgens het Verdrag van Wenen. Het Verdrag van Wenen legt namelijk de immuniteiten en privilegies vast voor vertegenwoordigers van een ander land, maar niet voor personen in hun eigen land.

De heer Karl Vanlouwe (N-VA). - Ik dank de minister voor zijn antwoord. Ik hoorde van de heer Anciaux dat een diplomatiek paspoort eigenlijk niet veel inhoudt. Wat is dan het nut ervan?

Op basis van het ministerieel besluit van 2000 en de omzendbrief van 2012 kan aan de leden van de koninklijke familie en aan bepaalde medewerkers een diplomatiek paspoort worden uitgereikt, maar ze moeten het uitdrukkelijk vragen. Blijkbaar komen een dertigtal personen in aanmerking, maar bezit ongeveer de helft ook effectief een diplomatiek paspoort. De minister benadrukt dat de bijzondere positie de afgifte van een diplomatiek paspoort verantwoordt. Ik vind de uitleg alleszins bijzonder interessant, ook de bijdrage van de heer Anciaux. Misschien moeten we nagaan of het eigenlijk nog wel efficiënt en noodzakelijk is om die paspoorten uit te reiken.