5-99COM

5-99COM

Commissie voor de Sociale Aangelegenheden

Handelingen

DINSDAG 8 NOVEMBER 2011 - NAMIDDAGVERGADERING

(Vervolg)

Vraag om uitleg van mevrouw Cindy Franssen aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over «maatregelen om armoede bij kankerpatiënten en hun families te voorkomen en te bestrijden» (nr. 5-1197)

De voorzitster. - De heer Jean-Marc Delizée, staatssecretaris voor Sociale Zaken, belast met Personen met een handicap, antwoordt.

Mevrouw Cindy Franssen (CD&V). - Met de slogan `Arm maakt ziek, maar ziek maakt ook arm' zette Welzijnszorg enkele jaren geleden zijn jaarlijkse campagne in. Dat ziekte mensen in armoede duwt, ervaren veel kankerpatiënten en hun families.

De jongste jaren kent het Kankerfonds van de Vlaamse Liga tegen Kanker een sterke groei van steunaanvragen voor mensen met financiële problemen. In een kwarteeuw steeg het aantal aanvragen van 147 naar 2580 per jaar en klom het budget van 25 000 naar 500 000 euro. Ik heb alleen de cijfers van de Vlaamse Liga tegen Kanker, maar het zou me verwonderen dat deze evolutie zich enkel in Vlaanderen zou manifesteren.

Mensen die al in een precaire financiële situatie verkeerden voordat ze ziek werden, zijn daarbij nog kwetsbaarder. Denk aan oudere eenverdieners of mensen die leven van een vervangingsinkomen. Zij hebben bovendien vaak geen hospitalisatieverzekering.

Ook gezinnen met een gemiddeld inkomen raken vaak in moeilijkheden als een van de kostwinners kanker krijgt. Leningen en afbetalingen voor het huis blijven doorlopen, terwijl de inkomsten fors dalen.

De maximumfactuur is een belangrijke maatregel om de medische uitgaven van kankerpatiënten beheersbaar te houden. Kankerpatiënten hebben natuurlijk ook veel medische en niet-medische kosten die niet door de maximumfactuur of een eventuele hospitalisatieverzekering worden gedekt, bijvoorbeeld voor niet-terugbetaalde geneesmiddelen, verzorgingsmateriaal, medische bijvoeding ...

De Vlaamse Liga tegen Kanker vraagt dan ook structurele oplossingen voor de financiële problemen waar kankerpatiënten en hun families mee kampen en pleit er onder meer voor om de mazen in het socialezekerheidsnet te dichten. Het stijgende aantal steunaanvragen bij het Kankerfonds bewijst dat heel wat mensen om een of andere reden door de mazen van het net vallen.

Hoe verklaart de minister het stijgende aantal steunaanvragen bij het Kankerfonds?

Welke zijn de belangrijkste categorieën van uitgaven bij kankerpatiënten?

Welke specifieke maatregelen heeft de minister al genomen om deze uitgaven terug te dringen? Plant de minister nog bijkomende structurele maatregelen of wordt dat iets voor een volgende minister van Volksgezondheid?

Zal de geplande integratie van het Omniostatuut en de verhoogde verzekeringstegemoetkoming een verbetering inhouden van de situatie van kankerpatiënten? Zo ja, op welke manier?

Hoe staat de minister tegenover de invoering van een systematische registratie van de kosten van kankerpatiënten, als instrument om meer gericht maatregelen te nemen om de uitgaven gerelateerd aan hun ziekte beheersbaar te houden en het risico op armoede te verkleinen?

De heer Jean-Marc Delizée, staatssecretaris voor Sociale Zaken, belast met Personen met een handicap. - Ik lees het antwoord van minister Onkelinx.

Er zijn wellicht veel factoren die verklaren waarom het aantal vragen om financiële bijstand van mensen die aan kanker lijden de voorbije 25 jaar is gestegen. Niet alleen blijft het aantal nieuwe kankers elk jaar stijgen, met name door de vergrijzing, ook is de toestand sinds de jaren tachtig erg veranderd door de screening, de mogelijkheden en de werkzaamheid van chirurgische of farmaceutische behandelingen, nieuwe technologieën, het aanbod van hulp en bijstand, de langere levensduur ...

De behandelingen en controles worden meer en meer gevarieerd en talrijk, en de nieuwe therapieën of ontwikkelde technologieën zijn ook zeer duur. Ik heb geen enkele informatie over de soorten uitgaven waarvoor men bij het `Kankerfonds' van de Vlaamse Liga tegen Kanker om een tegemoetkoming vraagt.

Een betere tenlasteneming en toegankelijkheid tot de zorg is een van de prioriteiten van het Kankerplan.

Er zijn al heel wat inspanningen gedaan om de kosten voor de kankerpatiënt te verminderen. Ik denk in het bijzonder aan de volgende maatregelen:

De inspanningen om de tenlasteneming van de met kanker verbonden kosten te verbeteren, worden voortgezet. lk denk bijvoorbeeld aan:

In het kader van het programma `voorrang aan de chronische zieken' werden ook verschillende initiatieven genomen om de zorgtoegankelijkheid te verbeteren:

Voor een gedetailleerd overzicht verwijs ik naar de respectieve rapporten over de stand van zaken van het Kankerprogramma en van het programma chronische ziekten van maart 2011.

Door de periode van lopende zaken kan ik geen nieuwe structurele maatregelen nemen.

Het Omniostatuut en de verhoogde verzekeringstegemoetkoming hebben tot doel de financiële drempel tot gezondheidszorgen te verlagen door een verlaging van het remgeld dat de patiënten moeten betalen. Deze maatregelen richten zich in het algemeen tot gezinnen met bescheiden inkomsten op het ogenblik dat ze nood hebben aan geneeskundige verzorging. Met de geplande integratie willen we, onder meer via een sterke administratieve vereenvoudiging, de beoogde doelgroepen zo goed mogelijk bereiken en hen vlugger een recht toekennen. Dat zal dus ook een verbetering betekenen voor de in aanmerking komende kankerpatiënten, die geconfronteerd worden met grote uitgaven voor geneeskundige verzorging.

De systematische registratie van alle kosten ten laste van de kankerpatiënt vereist een voorafgaande grondige analyse, zowel op het vlak van de praktische haalbaarheid als op dat van het respect voor de wetgeving op de privacy.

Via de facturatiegegevens van het Intermutualistisch Agentschap kunnen we de directe kosten van de medische kankerzorg per patiënt identificeren. Het in kaart brengen van de bredere indirecte maatschappelijke kosten ten gevolge van de eventueel tijdelijke arbeidsongeschiktheid of de familiale en sociale problemen ten gevolge van kanker daarentegen, ligt niet voor de hand. Daarover zijn geen gegevens beschikbaar. Hetzelfde geldt voor de indirecte uitgaven die de patiënt en zijn gezin doen voor bijvoorbeeld extra opvang, alternatieve technieken die niet binnen de huidige regelgeving vallen of bijkomende ondersteuning. Er is geen eenduidig en duidelijk cijfermateriaal ter beschikking waarmee we de reële directe en indirecte kosten voor de patiënt systematisch in kaart kunnen brengen.