5-92COM | 5-92COM |
De heer Bert Anciaux (sp.a). - Al verschillende keren ondervroeg ik de minister over de werking van een aantal beheersvennootschappen. Hierbij speelt Sabam, als bekende, maar ook notoire actor, een hoofdrol. Als voormalig Vlaams minister van Cultuur onderhield ik een decennium lang een open, maar niet altijd gelukkige relatie met Sabam. Vooraf wil ik uitdrukkelijk stellen dat ik een groot pleitbezorger was, ben en blijf van een correcte vergoeding van kunstenaars voor hun artistieke prestaties en producten.
Het schoentje knelt echter bij de praktijken die Sabam hanteert. De minister draagt de politieke verantwoordelijkheid voor Sabam. Ik wil hem dan ook confronteren met een aantal aantijgingen, maar ook met constructieve voorstellen die onder andere door Lieven Scheire in het TV-programma Neveneffecten werden geformuleerd.
Beaamt de minister dat Sabam het de facto onmogelijk maakt aan initiatiefnemers om kunstenaars te programmeren, die zich bewust niet aansluiten bij Sabam, dat Sabam op zulke momenten oneigenlijke en vooral onnodige en onaanvaardbare procedures instelt, dat Sabam de vzw Eskeep, een koepel voor niet aangesloten kunstenaars, intimideert en treitert, dat Sabam de opname van bijvoorbeeld een cd van een Eskeepkunstenaar boycot? Wil de minister ingaan op voorstellen om een Sabamvrij circuit te erkennen en zelfs te stimuleren, ook al omdat zo een initiatief mooi aansluit bij een streven naar minder administratieve lasten en het daarbij gaat over kunstenaars die bewust voor een andere aanpak kiezen?
Hoe apprecieert de minister de werkwijze van Sabam bij de behandeling van artiesten die zich niet willen aansluiten? Artiesten kunnen volgens Sabam niet zelf beslissen of ze willen dat er op hun werk wordt geïnd, ook niet voor optredens in eigen beheer. In dat geval betaalt de artiest eerst 100% inning voor zijn eigen werk, waarna hij een jaar later 85% van dat bedrag terugkrijgt.
De resterende 15% blijft voor Sabam. Is dat niet meer dan kafkaiaans? Weet de minister dat die handelwijze strijdig is met de wettelijke bepalingen?
Sabam hanteert een systeem voor de taxatie van benefietconcerten, maar dat werkt onnoemelijk traag en zeker in gevallen van benefiets is het onwerkbaar. Zo worden de Sabamkosten bij benefiets maar een jaar later en gedeeltelijk terugbetaald, en dan nog enkel als het geld in België blijft en na een ondoorzichtige beoordelingsprocedure door Sabam. Kortom, een asociale, arbitraire en uiterst dubieuze aanpak. Is de minister bereid om Sabam en de andere beheersmaatschappij een betere, werkzame en sociale regeling voor taxatie van benefiets op te leggen? Hoe en wanneer zal de minister duidelijke richtlijnen opleggen, en dat liefst na overleg met het middenveld?
Soms maakt Sabam zichzelf belachelijk. Zo lanceerde het recent de ontiegelijk gekke redenering dat elke omgeving waarin beroepsarbeid buiten de huiskamer wordt verricht en de radio speelt, zoals een vrachtwagencabine, een kinderopvang en straks alle kantoren, de jure aan Sabam is onderworpen. Vindt de minister het normaal dat kinderdagverblijven die cd's spelen die ze legaal hebben aangekocht voor een prijs met Sabamheffing, nogmaals aan Sabam moeten betalen? Is de minister akkoord om de onstuitbare gebiedsuitbreiding van Sabam, voor eens en altijd aan banden te leggen?
Hoelang moet ik, en vooral het rijke en soms terecht klagende middenveld, nog zaniken, zagen, protesteren of kwaad worden op spelers zoals Sabam die op een onaanvaardbare wijze de terechte klachten blijven negeren en zich steeds meer onhandelbaar opstellen? Hoelang wacht de minister nog om hier met harde hand op te treden en een drastische verandering te eisen, niet alleen van het imago, maar vooral van de werking en het profiel? Kan hij in de periode van lopende zaken echt niets doen? Hoelang moeten de vele actieve en geëngageerde vrijwilligers nog leven met een door de overheid toevertrouwd monopolie, dat op een beledigende wijze initiatieven in het gedrang brengt?
De heer Vincent Van Quickenborne, minister voor Ondernemen en Vereenvoudigen. - Artikel 66quater, §1, van de auteurswet, dat bepaalt dat de auteur vrij is in de keuze om een categorie van zijn rechten al of niet door een beheersvennootschap te laten vertegenwoordigen, moet steeds worden nageleefd. Indien een auteur beslist om zijn rechten niet door Sabam te laten beheren, dan kan Sabam in de regel nooit rechten innen voor die auteur en moet Sabam hem en zijn organisaties met rust laten.
Als de auteur de rechten op zijn werken door een beheersvennootschap wil laten beheren, dan moet hij met die beheersvennootschap een aansluitingsovereenkomst sluiten. Daarin wordt de vertegenwoordigingsbevoegdheid van de beheersvennootschap bepaald en kiest de auteur welke van zijn rechten hij laat beheren.
Zodoende kan in de aansluitingsovereenkomst door de auteur worden bedongen dat de beheersvennootschap geen auteursrechtelijke vergoeding kan vorderen wanneer hij zelf optreedt. Indien een dergelijke bepaling niet is bedongen, kan de beheersvennootschap voor het optreden van haar rechthebbende een auteursrechtelijke vergoeding vorderen.
Een cd die legaal wordt aangekocht, mag worden afgespeeld in overeenstemming met de uitzonderingen bepaald in artikel 22, paragraaf 1, 3º, van de auteurswet. Dat is de kosteloze privéuitvoering in familiekring of in het kader van schoolactiviteiten.
Voor benefietevenementen verleent Sabam geen vrijstelling of korting. Het systeem van taxatie waarnaar de heer Anciaux verwijst, bestaat dus niet. Zoals uitgelegd, verlenen de rechthebbenden via een overeenkomst aan Sabam het volledige recht om over te gaan tot inning voor de publieke mededeling van hun werken. Sabam kan en mag niet vrij beschikken over de rechten van de auteurs. Indien een auteur geen vergoeding wenst voor benefieten zou dat in theorie uitdrukkelijk in de aansluitingsovereenkomst met Sabam moeten worden uitgesloten.
Wel voorziet Sabam sinds enige tijd in de mogelijkheid om bij uitzondering autonoom te beslissen zelf een gift te doen. Ze doet dat wanneer de occasionele manifestatie van humanitaire, filantropische of sociale aard is, de organisator een uitdrukkelijke schriftelijke aanvraag hiervoor heeft gedaan met opgave van de redenen, de artiesten, de dienstverleners en de eigenaar van de zaal hun diensten kosteloos of in ieder geval tegen een fikse korting aanbieden en wanneer de normale formaliteiten om een toelating door Sabam te verkrijgen, tijdig zijn gebeurd.
Tot slot herinner ik eraan dat overeenkomstig artikel 76, paragraaf 1, van de auteurswet de controledienst van de beheersvennootschappen toezicht uitoefent op de toepassing van de auteurswet. Daarnaast kunnen gebruikers en rechthebbenden met hun klachten steeds terecht bij de controledienst, waarna deze tot een onderzoek ervan zal overgaan.
Naast de wet is er natuurlijk ook de moraal. De wet legt voorschriften op, maar de moraal houdt in dat met gezond verstand wordt opgetreden. Ik verwijs in dit verband naar de vraag van mevrouw Winckel over muziek in vrachtwagencabines. Dat geval toont aan dat beheersvennootschappen een verpletterende verantwoordelijkheid hebben, niet alleen ten opzichte van de auteurs, die inderdaad billijk moeten worden vergoed, maar eveneens ten aanzien van het publiek. Met andere woorden, de inningen moeten ook door het publiek als rechtmatig worden beschouwd. In plaats van zich dus te focussen op de marges waarbinnen ze zich wettelijk kunnen bewegen, dienen de beheersvennootschappen zich eerder te concentreren op de kern van de problematiek.
Sabam heeft dus wel goed gehandeld door kleine bedrijven vrijstelling te verlenen en de grote bedrijven forfaitair te laten betalen. Dat soort overeenkomst verdient de voorkeur boven allerlei controles.
Ik betreur het echter dat er daarnaast naar extra's wordt gezocht, zoals in ziekenhuizen. Inning van auteursrechten is daar toch maar bijkomstig en slecht voor het eigen imago.
Ik ben het ermee eens dat we steeds op zoek moeten naar de juiste mechanismen om auteurs te vergoeden. De inkomsten die bijvoorbeeld Ozark Henry of Goose van Sabam krijgen, zijn immers van belang voor hun overleven.
Kortom, het is niet allemaal kommer en kwel, maar ik geef toe dat de beheersvennootschappen soms hun boekje te buiten gaan.
De heer Bert Anciaux (sp.a). - Ik ben het eens met het antwoord van de minister. Ik wil Sabam helemaal niet culpabiliseren en val het goede, zijnde het merendeel van de werking, niet aan. Wel ben ik van mening dat bepaalde uitspattingen niet aanvaardbaar zijn. Als die worden weggewerkt, zou het draagvlak voor Sabam bij de bevolking trouwens groter zijn. Tegen die uitspattingen moeten we dus hard optreden, ook al is de leiding van Sabam in handen van mensen die ik bijzonder waardeer.