5-84COM

5-84COM

Commissie voor de Buitenlandse Betrekkingen en voor de Landsverdediging

Handelingen

DINSDAG 28 JUNI 2011 - OCHTENDVERGADERING

(Vervolg)

Vraag om uitleg van de heer Patrick De Groote aan de minister van Landsverdediging over «de inventarisatie van de gepresteerde overuren door onderofficieren en vrijwilligers in het leger» (nr. 5-952)

De heer Patrick De Groote (N-VA). - Een uitgelekte inventaris van de uitstaande overuren bij onderofficieren en vrijwilligers van de vier componenten: land-, lucht-, marine-, medische en van enkele algemene directies, komt uit op het enorme totaalcijfer van 185 000 overuren.

Hoe reageert de minister hierop? Hoeveel budgettaire ruimte is er om de overuren uit te betalen? Om hoeveel geld gaat het als alle overuren zouden worden uitbetaald?

Sinds wanneer worden de overuren systematisch opgestapeld?

Wanneer werd de werkgroep die het probleem van de overuren bestudeert, geïnstalleerd? Hoe is die samengesteld? Zijn de conclusies al bekend? Zo ja, wat zijn ze? Zo neen, wanneer kunnen de eerste resultaten worden verwacht? Welke opties heeft de werkgroep aangereikt?

Welke oplossingen schuift de minister zelf naar voren?

De heer Pieter De Crem, minister van Landsverdediging. - De cijfers die in de media zijn vermeld over de `te veel gepresteerde uren', hebben betrekking op het personeel dat in ploegen werkt. Het gaat hoofdzakelijk om het personeel van de professionele wacht. Voor die militairen is het systeem van de 38 uren per week niet van toepassing. Hun overuren worden het volgende jaar in mindering gebracht van de te presteren uren en voor hen is er geen mechanisme van financiële compensatie.

De toename van gepresteerde uren is tien jaar geleden begonnen met de invoering van de professionele wacht. Het probleem werd volledig in kaart gebracht nadat eind 2008 bleek dat het personeel van de wacht van de luchtmachtbasis van Kleine-Brogel 80 000 overuren had en dat dit fenomeen zeer snel evolueerde. Op 1 mei 2011 waren er in totaal nog 153 880 te veel gepresteerde uren. Om enig concreet idee te hebben wat dat betekent kan ik u zeggen dat de 185 000 uren waarvan sprake 0,25% betekenen van het totale aantal werkuren die per jaar bij Defensie worden gepresteerd. Dat komt overeen met de volledige jaarprestatie van honderd militairen op momenteel een totaal van 35 000 personeelsleden.

De wacht op de luchtmachtbasis van Kleine-Brogel is goed voor twee derde van die uren. Door personeelsgebrek en buitenlandse opdrachten konden de beveiligingsmensen onvoldoende recuperatiedagen nemen. Om dat te verhelpen werden de effectieven ondertussen opgetrokken van 210 naar 273 personeelsleden.

Andere kwartieren, zoals Leopoldsburg en Burcht, zitten in een overgangsfase van een professionele wacht naar een organieke wacht, waardoor het aantal te veel gepresteerde uren ook zal dalen.

Om het aantal te veel gepresteerde uren sneller te doen dalen werd overwogen om het geheel of een deel van die te veel gepresteerde uren uit te betalen. De vakorganisaties werden in dat kader voorafgaand en informeel door de Staf geconsulteerd. Uiteindelijk bleek de betaling van die uren niet opportuun omdat het betrokken personeel geen vragende partij is. Mocht nu blijken dat hierin verandering zou komen, dan zullen de nodige stappen worden ondernomen. Budgettaire middelen vinden is wellicht geen onoverkomelijk probleem.

De heer Patrick De Groote (N-VA). - Ik dank de minister voor zijn antwoord, maar ik mis daarin wel informatie over de samenstelling van de werkgroep en wanneer die is opgericht.

De minister suggereerde dat een oplossing kan liggen in de 1 800 nieuwe aanwervingen die in het vooruitzicht zijn. Hoever staat het daarmee en hoe zit het met de attritie? Is dat nog zo erg als vroeger of is er beterschap?

Tot slot nog een opmerking. Ik stel vast dat twee derde van de overuren voor rekening zijn van Kleine-Brogel. Dat komt uiteraard omdat daar heel wat bedrijvigheid is.

De heer Pieter De Crem, minister van Landsverdediging. - De werkgroep is samengesteld uit vertegenwoordigers van het departement Human Resources, maar ook van Operaties en Training. De werkgroep is operationeel en dat is al een belangrijke vaststelling. Niet alle werkgroepen zijn immers actief.

Het klopt inderdaad dat de inzet van personeel daar exponentieel is toegenomen. Er moet immers nauwlettend worden toegezien op wat zich voor en achter de afsluiting in Kleine-Brogel bevindt.

Attritie is en blijft een moeilijk punt. De transformatie is nu voltooid en in juli bereiken we een totaal personeelsbestand van ongeveer 34 000 eenheden. Om het probleem van het personeelsverloop te verhelpen heb ik het aantal vacante betrekkingen opgetrokken van 1300 naar 2000, zoals ook in het plan was opgenomen. Dat moet de impact van de attritie temperen.