5-65COM

5-65COM

Commissie voor de Financiën en voor de Economische Aangelegenheden

Handelingen

WOENSDAG 4 MEI 2011 - NAMIDDAGVERGADERING

(Vervolg)

Vraag om uitleg van de heer Bert Anciaux aan de staatssecretaris voor Mobiliteit over «de controle op bestuurders die medisch ongeschikt zijn verklaard» (nr. 5-623)

De heer Bert Anciaux (sp.a). - In een persbericht vraagt het Belgisch Instituut voor verkeersveiligheid, BIVV, strengere controles op bestuurders die medisch ongeschikt zijn verklaard. Het BIVV is duidelijk verontrust omdat niet bekend is, zelfs niet bij benadering, hoeveel Belgen dagelijks achter het stuur zitten hoewel ze rijongeschikt zijn verklaard. Daar werd namelijk nooit onderzoek naar gedaan.

Toch denkt het BIVV dat het hier om veel mensen gaat. Er is immers geen noemenswaardige controle op dit verbod. Wie door zijn arts ongeschikt wordt verklaard, moet zelf het initiatief nemen om zijn rijbewijs bij de gemeentediensten in te leveren. Doet men dat niet, kan men toch gewoon blijven rijden. Dan komt een en ander vaak pas aan het licht als het te laat is: bij een ongeval.

Het BIVV vermoedt dat vele duizenden ongeschikt verklaarde automobilisten op onze wegen rijden. Denken we bijvoorbeeld aan diabetespatiënten, of personen met motorische, neurologische of cognitieve stoornissen. Als nog maar een fractie van hen die ongeschikt worden verklaard, toch rijdt, zitten we al met een aanzienlijke groep.

Het BIVV ziet een oplossing in een korps van keurende artsen, naar Brits en Nederlands voorbeeld. Deze artsen vallen onder het ministerie van verkeer en zijn de enigen die mogen beslissen over rijgeschiktheid. Behandelende huisartsen of specialisten moeten dus altijd naar hen doorverwijzen. De gegevens worden bijgehouden in een centrale databank, waardoor de politie bij een controle meteen kan nagaan of een bestuurder al dan niet geschikt is om te rijden. Dit systeem zou overigens al bestaan voor beroepschauffeurs.

Ik vind het bijzonder vreemd dat het BIVV het nodig acht om hierover zelf de alarmbel te luiden. Alsof ze hiervoor geen gehoor vindt bij de beleidsmakers.

Is de staatssecretaris op de hoogte van deze verontrustende situatie? Klopt het dat men rond deze kwestie nagenoeg volledig in het duister tast? Plant de staatssecretaris hierover een onderzoek? Heeft het BIVV de staatssecretaris benaderd in verband met deze problematiek? Beaamt de staatssecretaris de analyse die het BIVV maakt? Zo neen, kan de staatssecretaris zijn interpretatie van de situatie geven? Zo ja, wat heeft de staatssecretaris ondernomen of wat zal hij ondernemen om deze problematiek te verhelpen? Ziet de staatssecretaris heil in het voorstel van het BIVV voor een korps van keurende artsen? Bestaat hierover een overleg met de collega's van Volksgezondheid of met andere betrokken diensten?

De heer Etienne Schouppe, staatssecretaris voor Mobiliteit, toegevoegd aan de eerste minister. - Allereerst wil ik de uitspraken van het BIVV over het groot aantal mensen dat medisch niet geschikt is en toch met de auto rijdt, relativeren. De meeste mensen die van hun behandelende of van de keurende arts te horen krijgen dat ze om medische redenen definitief of voor een bepaalde tijd geen wagen mogen besturen, leveren hun rijbewijs niet in, maar rijden ook niet meer met de auto.

Bovendien is het niet juist dat wij niet over een korps van keurende artsen zouden beschikken. Voor de professionele chauffeurs van de categorieën C en D is er al een vijfjaarlijks medisch onderzoek door keurende artsen met een doorverwijzing naar het CARA in geval van een functiestoornis. Voor de chauffeurs van de categorieën A en B geldt de verplichting dat, wanneer hun behandelende arts een functiestoornis vaststelt, zij eveneens een onderzoek moeten ondergaan bij het CARA, dat de rijgeschiktheid en de aanpassingen aan het voertuig bepaalt en eventuele rijbeperkingen kan opleggen.

Artikel 24 van de wegverkeerswet is formeel wat betreft de verplichtingen in hoofde van elke houder van een rijbewijs. Iemand die niet meer voldoet aan de medische criteria inzake de rijgeschiktheid, moet zijn rijbewijs inleveren bij de gemeente of op voorschrift van de behandelende of keurende arts de voorwaarden waaronder nog mag worden gereden door de gemeente laten aanbrengen op het rijbewijs. Een voertuig besturen terwijl men niet meer voldoet aan de medische criteria wordt zwaar gestraft met een geldboete, gaande van 1 100 tot 11 000 euro en een verval van het recht op sturen tot vijf jaar.

Zoals ik al zei, is de meest voorkomende praktijk dat wie niet meer voldoet aan de medische criteria, ook niet meer met de auto rijdt. Wie toch nog met de auto wil rijden, moet de behandelende arts raadplegen of, ingeval van een functiestoornis, contact opnemen met het CARA.

Artikel 46, §1, van het koninklijk besluit betreffende het rijbewijs verplicht zowel de behandelende als de onderzoekende arts om de houder van een rijbewijs te informeren over de verplichting om zijn rijbewijs in te leveren of te laten kanttekenen.

Wanneer de houder van een rijbewijs dit inlevert of laat kanttekenen, wordt dit wel degelijk opgenomen in het centraal bestand van de rijbewijzen. Bij een controle kan de politie dit centraal bestand consulteren.

Wanneer de houder van een rijbewijs nalaat om naar een arts te gaan, of wanneer hij de informatie van zijn arts niet in acht neemt en zijn rijbewijs niet inlevert of laat kanttekenen, is het voor de politie inderdaad onmogelijk om dit te controleren.

Aangezien de artsen de resultaten van de medische rijgeschiktheid niet aan de overheid moeten meedelen, weten we niet hoeveel mensen hun rijbewijs moeten inleveren op medische gronden. Voor een aantal aandoeningen wordt men rijgeschikt of -ongeschikt verklaard voor een beperkte periode, waarna deze periode kan worden verlengd. Zo moeten ongeveer 7 000 rijbewijzen jaarlijks om medische redenen worden hernieuwd. Daaronder bevinden zich onder meer ook de diabetici.

Over de definitieve rijongeschiktheid beschikken we al evenmin over betrouwbare cijfers, aangezien de meeste mensen hun rijbewijs niet inleveren en gewoon niet meer rijden. In het centraal bestand van de rijbewijzen leveren jaarlijks 150 tot 200 autobestuurders hun rijbewijs in om medische redenen. Van de 5 000 mensen die door het CARA worden onderzocht, worden er jaarlijks 250 tot 300 niet meer rijgeschikt bevonden.

De vraag rijst inderdaad of de behandelende of onderzoekende arts niet moet worden verplicht om het resultaat van de medische rijgeschiktheid rechtstreeks mee te delen aan het centraal bestand van de rijbewijzen. Zo zou kunnen worden gecontroleerd of iemand een voertuig bestuurt zonder te voldoen aan de medische criteria.

In het kader van de oprichting van de kruispuntbank voor rijbewijzen zal het mogelijk zijn de resultaten van het medisch rijgeschiktheidsonderzoek rechtstreeks aan de kruispuntbank mee te delen via het eHealth-platform. Daarover is momenteel overleg aan de gang. Uiteraard zal daarbij rekening worden gehouden met de regels inzake het medische beroepsgeheim en de bescherming van de persoonlijke levenssfeer.

De heer Bert Anciaux (sp.a). - De staatssecretaris bevestigt impliciet de stelling van het BIVV dat er een ernstig probleem is omdat er geen echte controle mogelijk is en er geen correcte gegevens beschikbaar zijn. Alles hangt er immers van af of de persoon die medisch niet geschikt wordt verklaard, zelf zijn rijbewijs inlevert. Dat geldt uitsluitend voor de rijbewijzen A en B, wat de rijbewijzen C en D betreft ben ik het met de staatssecretaris eens.

CARA controleert alleen of het rijbewijs voldoet aan de aangepaste wagen. Het instituut gaat helemaal niet na of de persoon die medisch niet geschikt is, zijn rijbewijs heeft ingeleverd of niet.

Ik ben het met de staatssecretaris eens dat moet worden onderzocht of de artsen die tot de ongeschiktheid beslissen, ook moeten worden verplicht om die beslissing in een centraal register kenbaar te maken, zij het met de nodige waarborgen inzake de bescherming van de privégegevens.

De heer Etienne Schouppe, staatssecretaris voor Mobiliteit, toegevoegd aan de eerste minister. - Wie medisch niet geschikt is en toch achter het stuur plaatsneemt, riskeert bij betrapping een boete van 1 100 tot 11 000 euro. Dat is niet onbelangrijk.

De heer Bert Anciaux (sp.a). - Dat klopt, maar het is wel vreemd dat ze ook nog vijf jaar rijverbod riskeren.