5-601/1 | 5-601/1 |
13 DECEMBER 2010
1. Algemeen
Zowel werknemers als sociaal verzekerden hebben recht op informatie. Die voorlichting is uitgegroeid tot een volwaardige taak van de pensioeninstellingen. Het ligt in de bedoeling dat zij niet alleen algemene informatie verstrekken over de vigerende wetgeving, maar dat zij de mensen ook echt geïndividualiseerd meedelen hoe het staat met hun rechten, op grond van ieders persoonlijke situatie.
Die voorlichting is van essentieel belang, omdat
— de administratieve diensten daardoor blijk geven van transparantie;
— zij het bestaan van ons sociaal stelsel rechtvaardigt, door aan te tonen dat er een verband is tussen werken, bijdragen betalen en vergoedingen ontvangen, waardoor bijvoorbeeld zwartwerk kan worden ontmoedigd;
— zij de sociaal verzekerden responsabiliseert.
De inlichtingen die aan de actieve bevolking worden meegedeeld over de persoonlijke loopbaan- en pensioentoestand stellen eenieder in staat bewuste keuzes te maken, met name over
— het pensioneringstijdstip;
— de loopbaanplanning (loopbaanonderbreking, deeltijdwerk, wisseling van stelsel, enz.), alsook over de weerslag daarvan op het pensioen, in het bijzonder voor de vrouwen;
— de participatie aan een tweede of derde pensioenpijler;
— de voorbereiding van de toekomst (sparen, aankoop van een woning, ziekteverzekering, enz.).
Het stelselmatig verzamelen van gegevens over de loopbaan van de werknemers vereenvoudigt voorts het werk van de instellingen die de pensioenen moeten berekenen — zo winnen zij later tijd. Dankzij de nieuwe technologieën kunnen zij de bevolking uiteraard beter, sneller en persoonsgerichter informeren. Vroeger beperkten de administratieve diensten er zich louter toe gegevens op te slaan, en zochten zij de vereiste gegevens bijeen op het moment van de pensioenberekening.
In de huidige stand van zaken mag men veel méér verwachten. Het ligt in de bedoeling
— de permanent bijgewerkte gegevens bij te houden, om hun evolutie dagelijks te kunnen opvolgen;
— snel gegevens uit te wisselen, meer bepaald met de andere administratieve diensten, met inachtneming van de persoonlijke levenssfeer;
— berekeningssimulaties uit te voeren op basis van de bijgewerkte gegevens, vanuit diverse invalshoeken;
— proactief op te treden en de gegevens te verifiëren om de toekenning van bepaalde rechten te automatiseren.
Vandaag kan men zelfs nog verder gaan : e-government, waardoor het mogelijk wordt de administratieve stappen (aanvragen, verklaringen, ...) online te verrichten wanneer de sociaal verzekerde dat wenst en zonder dat men nog attesten moet overleggen met informatie die eigenlijk al geregistreerd werd.
2. Werken aan een betere voorlichting van de gepensioneerden
De opgang van de nieuwe technologieën, de noodzaak van een transparant bestuur en het belang van het pensioenvraagstuk hebben meegebracht dat geleidelijk aan initiatieven zijn genomen om de gepensioneerden beter voor te lichten.
In een eerste fase werd, overeenkomstig het koninklijk besluit van 25 april 1997, een Infodienst Pensioenen opgericht. Vanaf hun 55e konden de werknemers die dienst vragen om, bij constante wetgeving, het bedrag van hun pensioen voor te rekenen. De Infodienst Pensioenen verzamelde in de drie regelingen informatie en stuurde die gegroepeerd door naar de aanvrager. In een tweede fase heeft de Europese Unie aanbevelingen geformuleerd met het oog op een betere voorlichting van de toekomstige gepensioneerden, rekening houdend met het nieuwe kader voor de open coördinatie van het beleid inzake sociale bescherming en integratie :
« Ervoor zorgen dat de pensioenstelsels transparant zijn en beantwoorden aan de behoeften en verwachtingen van mannen en vrouwen en aan de behoeften van moderne samenlevingen, de vergrijzing en structurele veranderingen; ervoor zorgen dat mensen de nodige informatie krijgen om hun pensionering te plannen en dat hervormingen op basis van een zo breed mogelijke consensus worden doorgevoerd. » (1)
In België heeft zich in deze aangelegenheid een ingrijpende evolutie voorgedaan sinds het generatiepact van 11 oktober 2005, waarin de volgende doelstelling naar voren wordt geschoven :
« Elke persoon die dat wenst moet, ongeacht de aard van zijn loopbaan, op termijn een individuele berekening van zijn pensioenbedrag kunnen krijgen. De pensioendienst moet elke werknemer die dat wenst een individuele berekening van zijn pensioenbedrag bezorgen. Vanaf vijfenvijftig jaar moet dit ieder jaar automatisch gebeuren. Ook wie een gemengde loopbaan heeft gehad, moet automatisch die informatie krijgen.
De informatie verstrekt door de pensioendienst zal op een gecoördineerde manier aangevuld worden door informatie over de tweede pensioenpijler. De werkgever is reeds verplicht om de werknemer op geregelde tijdstippen te informeren over de tweede pijler. Hij of de pensioeninstelling moet in de toekomst de werknemer op hetzelfde ogenblik en via eenzelfde voorstellingswijze informeren over het geheel van de voordelen in de tweede pijler.
Daarbij worden telkens de pensioenbedragen vermeld, die van toepassing zouden zijn indien de werknemer verder blijft werken tot aan de pensioengerechtigde leeftijd.
Dit moet gerealiseerd zijn tegen 2010. »
3. In België uitgebouwde instrumenten
3.1. Evolutie
Het generatiepact heeft dus aanleiding gegeven tot nieuwe maatregelen. De Infodiensten Pensioenen werden afgeschaft en België heeft voor nieuwe instrumenten gekozen om de beroepsactieven beter te informeren over hun toekomstige pensioenrechten.
De informatiekanalen zijn heel divers : van direct contact tot de meer immateriële vorm (ontmoeting met de burger, telefoon, brieven, e-mail, website, individuele account). Die diversiteit is belangrijk om het gevaar van een digitale kloof te voorkomen.
3.2. Beschikbare informatiemiddelen
3.2.1. Onderzoek op verzoek (2)
Koninklijk besluit van 12 juni 2006 tot uitvoering van Titel III, hoofdstuk II van de wet van 23 december 2005 betreffende het generatiepact, ingevolge advies nr. 1621 van de Nationale Arbeidsraad.
De toekomstige gepensioneerde kan bij de Rijksdienst voor pensioenen (3) , het RSVZ (4) en de PDOS (5) een aanvraag indienen tot het verkrijgen van een raming van zijn opgebouwde en nog te verwezenlijken persoonlijke pensioenrechten (vaststelling van het hypothetische pensioenrecht) en van een loopbaanoverzicht (gegevens die voor de raming van de pensioenrechten noodzakelijk zijn), ten vroegste in de loop van de aan de pensioenleeftijd voorafgaande vijf jaar.
3.2.2. Ambtshalve onderzoek
De Rijksdienst voor pensioenen, het RSVZ en de PDOS reiken ambtshalve aan de toekomstige gepensioneerden van vijfenvijftig jaar een raming uit van de opgebouwde en nog te verwezenlijken persoonlijke pensioenrechten en een loopbaanoverzicht.
3.2.3. Pensioensimulatie
De website http://www.kenuwpensioen.be is gezamenlijk door het Rijksdienst voor pensioenen, het RSVZ en de PDOS online gezet. Via die site is het mogelijk simulaties te maken met gegevens die de betrokkene zelf invoert.
3.2.4. Groen nummer
De Rijksdienst voor pensioenen stelt een groen nummer ter beschikking om vragen van burgers over het werknemerspensioen te beantwoorden. Daarenboven staat op de brieven van de Rijksdienst voor pensioenen aan de gepensioneerden een nummer waarmee zij onmiddellijk in contact kunnen treden met de dienst of de ambtenaar die hun dossier beheert.
3.2.5. Pensioenpunten
Sinds 1 april 2009 antwoorden de over het hele grondgebied uitgebouwde Pensioenpunten op de vragen van sociaal verzekerden over het pensioen, ongeacht het pensioenstelsel, met name aangaande de volgende onderwerpen :
— raming van het toekomstig pensioen;
— uitbetaling van het pensioen;
— cumulatieregels bij een gemengde loopbaan;
— gevolgen van loopbaanonderbrekingen voor het pensioen;
— na de pensionering toegestane beroepsactiviteit.
3.2.6. MyPension (6)
Koninklijk besluit van 19 juli 2010 tot uitvoering, wat de Rijksdienst voor pensioenen betreft, van het koninklijk besluit van 12 juni 2006 tot uitvoering van Titel III, hoofdstuk II van de wet van 23 december 2005 betreffende het generatiepact.
Sinds 25 mei 2010 stelt de Rijksdienst voor pensioenen een website ter beschikking voor de mensen die, ongeacht hun leeftijd, een werknemersactiviteit hebben uitgeoefend; het betreft de website MyPension, die is opgezet om hun een overzicht van hun loopbaan en hun een pensioensimulatie te verschaffen. Het is de bedoeling een echte individuele interactieve account op te zetten.
3.2.7. Voorlichting over de aanvullende pensioenstelsels (7)
Programmawet van 27 april 2007.
De pensioeninstellingen hebben een aantal verplichtingen op het gebied van voorlichting (jaarlijks te bezorgen pensioenfiche, enz.), welke ze, mits ze een overeenkomst sluiten, mogen overdragen aan de VZW Sigedis (8) .
4. Kennelijke ontoereikendheid
De toekomstige gepensioneerden beschikken dus over verschillende middelen om te worden geïnformeerd over hun pensioenrechten. Die middelen volstaan evenwel nog niet. Momenteel worden de doelstellingen van het generatiepact nog niet gehaald. Wel klopt het dat sommige factoren niet te voorzien vallen, waardoor het onmogelijk is een heel correcte pensioenraming te verstrekken. Toch kan nog vooruitgang worden geboekt.
Over het algemeen is de voorlichting over de drie pensioenstelsels (terwijl toch almaar meer gemengde pensioenen voorkomen) en over de aanvullende pensioenstelsels van de tweede pensioenpijler onderling onvoldoende gestroomlijnd tot één geheel.
De informatie die ambtshalve of op verzoek aan de beroepsactieve mensen wordt toegestuurd zodra zij vijfenvijftig jaar zijn geworden, biedt geen alomvattend overzicht van wat de loopbanen als werknemer, zelfstandige en ambtenaar met elkaar gemeen hebben, zulks in tegenstelling tot wat is bepaald bij artikel 11 van de wet van het koninklijk besluit van 12 juni 2006 tot uitvoering van Titel III, hoofdstuk II van de wet van 23 december 2005 betreffende het generatiepact.
Er zij op gewezen dat de databanken voor de loopbanen bij de overheid (CAPELO) en als zelfstandigen (eClipz) vooralsnog in opbouw zijn. Het RIZIV zou, op zijn minst in het begin, automatisch een loopbaanoverzicht moeten overzenden aan alle sociaal verzekerden die vijfenvijftig jaar oud zijn geworden en die tijdens hun loopbaan ooit zelfstandige zijn geweest, zelfs al zijn zij dat thans niet meer.
Wat het ambtshalve onderzoek betreft, is, in tegenstelling met wat het generatiepact bepaalt, alleen voorzien in de overzending van een raming aan de toekomstige gepensioneerden die vijfenvijftig jaar oud zijn en niet in een automatische jaarlijkse overzending vanaf de leeftijd van vijfenvijftig jaar.
De internetsite http://www.kenuwpensioen.be blijft een te onnauwkeurig instrument. De daarop beschikbare toepassingen zouden moeten worden verbeterd en er zouden simulaties moeten worden voorgesteld op grond van gegevens die door de administratie werden verzameld.
Voor een meer algemene informatie zouden het « groen nummer » van de Rijksdienst voor pensioenen en het systeem MyPension moeten worden uitgebreid tot de andere pensioenstelsels. Voorts moeten de Pensioenpunten worden versterkt en moeten ze worden bestendigd, in de vorm van « pensioenwinkels », zoals wordt gesuggereerd in het Groenboek dat uit de Nationale Conferentie voor de Pensioenen is voortgevloeid.
De Kruispuntbank van de sociale zekerheid moet een informaticatool voor loopbaanplanning verder uitbouwen, teneinde een antwoord te kunnen aanreiken op de volgende aspecten :
— weerslag van de verschillende vormen van loopbaanonderbreking of van tijdskrediet op de sociale uitkeringen en de pensioenen;
— financiële inlichtingen over de wettelijke en aanvullende pensioenen (opgebouwde rechten, invloed van de pensioenleeftijd, simulatie van de impact van een loonevolutie, van de arbeidsduur, van een werkhervatting, van een loopbaanwijziging, enz. op het pensioen);
— voordelen die via de collectieve arbeidsovereenkomsten worden toegekend.
Ten slotte moet de voormelde VZW Sigedis in verband met de aanvullende pensioenen de uitbouw van een gegevensbank over de aanvullende pensioenen voortzetten.
André du BUS de WARNAFFE. |
Le Senaat,
A. overwegende dat het essentieel is alle beroepsactieven individuele informatie te kunnen verstrekken over hun toekomstige pensioenrechten;
B. overwegende dat de Europese open coördinatiemethode en het generatiepact belangrijke doelstellingen vastleggen op het gebied van voorlichting van de toekomstige gepensioneerden;
C. gelet op advies nr. 1632 van de Nationale Arbeidsraad over « de uitvoering van de generatiepactwet -informatieverstrekking over pensioenen »;
D. overwegende dat België al heeft voorzien in talrijke instrumenten om de werknemers en de sociaal verzekerden beter voor te lichten;
E. overwegende dat de bestaande middelen nog altijd ontoereikend zijn,
Verzoekt de regering :
1. een afdwingbaar tijdpad vast te leggen om de bestaande projecten die ertoe strekken de beroepsactieven beter voor te lichten over hun toekomstige pensioenrechten, af te ronden;
2. ervoor te zorgen dat de verstrekte informatie alomvattend is en met andere woorden betrekking heeft op zowel de drie pensioenstelsels (gelet op het toenemende aantal gemengde loopbanen) als de aanvullende pensioenregelingen;
3. ambtshalve dan wel op verzoek te voldoen aan de informatieverplichting, door middel van een alomvattend overzicht dat zowel de loopbaan van werknemer als die van zelfstandige en ambtenaar behelst, overeenkomstig artikel 11 van het koninklijk besluit van 12 juni 2006 tot uitvoering van Titel III, hoofdstuk II van de wet van 23 december 2005 betreffende het generatiepact;
4. de databanken voor de loopbanen bij de overheid (CAPELO), als zelfstandige (eClipz) en voor aanvullende pensioenen (VZW Sigedis) definitief uit te bouwen;
5. er in een eerste fase voor te zorgen dat het RSVZ alle sociaal verzekerden die vijfenvijftig jaar oud zijn en ooit als zelfstandige hebben gewerkt, automatisch een loopbaanoverzicht stuurt, ook wanneer zij niet langer als zelfstandige werken;
6. alle toekomstige gepensioneerden vanaf de leeftijd van vijfenvijftig jaar ambtshalve jaarlijks een pensioenraming te sturen, overeenkomstig de bepalingen van het generatiepact;
7. de website www.kenuwpensioen.be verder uit te bouwen;
8. de MyPension-module verder te ontwikkelen en uit te breiden tot de andere pensioenstelsels;
9. het « groen nummer » van de Rijksdienst voor pensioenen uit te breiden tot de andere pensioenstelsels;
10. het netwerk van de Pensioenpunten voort uit te bouwen en te bestendigen, zoals geopperd in het Groenboek dat werd opgesteld in het raam van de Nationale Conferentie voor de Pensioenen;
11. bij de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid een informaticatool voor loopbaanplanning uit te werken, zodat de volgende informatie te allen tijde kan worden verstrekt :
a) weerslag van de verschillende vormen van loopbaanonderbreking of van tijdskrediet op de sociale uitkeringen en de pensioenen;
b) financiële inlichtingen over de wettelijke en aanvullende pensioenen (opgebouwde rechten, invloed van de pensioenleeftijd, simulatie van de impact van een loonevolutie, van de arbeidsduur, van een werkhervatting, van een loopbaanwijziging, enz., op het pensioen);
c) voordelen die via de collectieve arbeidsovereenkomsten worden toegekend;
12. er bij alle initiatieven over te waken dat de persoonlijke levenssfeer in acht wordt genomen, de gegevens beveiligd zijn, de digitale kloof wordt aangepakt en overleg wordt gepleegd met de sociale partners.
24 november 2010.
André du BUS de WARNAFFE. |
(1) Mededeling van de Commissie van 22 december 2005 « Samenwerken, beter werken : een nieuw kader voor de open coördinatie van het beleid inzake sociale bescherming en integratie in de Europese Unie »; zie ook de Mededeling van de Commissie van 11 oktober 2000 « De ontwikkeling van de sociale bescherming op de lange termijn : veilige en houdbare pensioenen » en de Mededeling van 3 juli 2001 « Ondersteuning van de nationale strategieën ten behoeve van veilige en betaalbare pensioenen door middel van een geïntegreerde benadering ».
(2) Koninklijk besluit van 12 juni 2006 tot uitvoering van Titel III, hoofdstuk II van de wet van 23 december 2005 betreffende het generatiepact, ingevolge advies nr. 1621 van de Nationale Arbeidsraad.
(3) Rijksdienst voor pensioenen.
(4) Rijksinstituut voor de sociale verzekeringen der zelfstandigen.
(5) Pensioendienst voor de overheidssector.
(6) Koninklijk besluit van 19 juli 2010 tot uitvoering, wat de Rijksdienst voor pensioenen betreft, van het koninklijk besluit van 12 juni 2006 tot uitvoering van Titel III, hoofdstuk II van de wet van 23 december 2005 betreffende het generatiepact.
(7) Programmawet van 27 april 2007.
(8) Sigedis betekent : sociale individuele gegevens — données individuelles sociales.