5-14COM

5-14COM

Commissie voor de Financiën en voor de Economische Aangelegenheden

Handelingen

WOENSDAG 15 DECEMBER 2010 - NAMIDDAGVERGADERING

(Vervolg)

Vraag om uitleg van de heer Ludo Sannen aan de vice-eersteminister en minister van Financiën en Institutionele Hervormingen over «de fiscale impact van het gebruik van vrachtwagens voor woon-werkverkeer» (nr. 5-138)

De heer Ludo Sannen (sp.a). - Steeds meer wordt vastgesteld dat transportfirma's hun personeelsleden-chauffeurs de toestemming geven hun vrachtwagens te gebruiken voor woon-werkverkeer. Ze nemen hun vrachtwagens dus mee naar huis.

Dat heeft voor de firma het voordeel dat zij niet hoeft te zorgen voor een stalplaats voor de vrachtwagen. De chauffeur heeft het voordeel dat hij geen vervoermiddel nodig heeft om zich van de firma naar huis te verplaatsen.

Die werkwijze heeft echter als nadeel dat de chauffeurs hun vrachtwagens parkeren in de wijk waar ze wonen of in dorpskernen. Dat leidt tot geluidsoverlast, visuele vervuiling en dergelijke meer. De terreinen waar die wagens staan, zijn er niet steeds voor uitgerust. De nadelen worden zo op de gemeenschap afgewenteld.

Om daartegen in te gaan leggen sommige gemeentebesturen in bepaalde zones een parkeerverbod voor vrachtwagens op of voorzien ze in speciale parkeerplaatsen.

Voor alle duidelijkheid: het gaat om vrachtwagens en niet om lichte vrachtwagens.

Mijn vraag heeft echter betrekking op het fiscale aspect van het probleem.

Indien een werknemer een vrachtwagen gebruikt voor woon-werkverkeer, geldt dat dan als fiscaal voordeel van alle aard?

Hoeveel belastingplichtigen hebben aangegeven dat zij van een dergelijk voordeel gebruik maken?

Wordt door de controlerende ambtenaren specifiek toegezien op dit voordeel? Zo niet, welke maatregel neemt de minister?

De heer Didier Reynders, vice-eersteminister en minister van Financiën en Institutionele Hervormingen. - Voor zover het in dat geval wel degelijk om woon-werkverkeer gaat, moet een belastbaar voordeel van alle aard worden vastgesteld.

De centrale diensten van de Algemene administratie van de fiscaliteit beschikken niet over statistische gegevens over het aantal keren dat een dergelijk voordeel wordt ingeroepen.

Op fiscaal vlak worden de betrokken belastingplichtigen, net zoals de andere belastingplichtigen, door de bevoegde taxatiediensten gecontroleerd volgens de algemene richtlijnen. Er zijn inzake deze materie geen specifieke richtlijnen opgelegd.

De heer Ludo Sannen (sp.a). - Het gaat volgens de minister dus in principe wel degelijk om een voordeel van alle aard, maar ik heb ook begrepen dat het systeem niet echt wordt toegepast.

De heer Didier Reynders, vice-eersteminister en minister van Financiën en Institutionele Hervormingen. - Dergelijk woon-werkverkeer wordt wel degelijk als voordeel van alle aard beschouwd. Vanzelfsprekend wordt elke belastingaangifte individueel beoordeeld op basis van de feitelijke toestand.

De heer Ludo Sannen (sp.a). - Dat is duidelijk een theoretische benadering. Graag vernam ik hoeveel belastingplichtigen van een dergelijk voordeel gebruik maken.

De heer Didier Reynders, vice-eersteminister en minister van Financiën en Institutionele Hervormingen. - Een dergelijke statistische oefening is misschien wel belangrijk. Ik herhaal dat woon-werkverkeer als een belastbaar voordeel van alle aard moet worden beschouwd. Dat moet per dossier worden geëvalueerd.