5-517/1

5-517/1

Belgische Senaat

ZITTING 2010-2011

22 NOVEMBER 2010


Voorstel van resolutie over het garanderen van een redelijke levensstandaard voor invaliden

(Ingediend door de heer André du Bus de Warnaffe)


TOELICHTING


Dit voorstel van resolutie neemt de tekst over van een voorstel dat reeds op 4 mei 2010 in de Kamer van volkstegenwoordigers werd ingediend (stuk Kamer, nr. 52-2595/1).

In België leven 235 000 mensen van een invaliditeitsuitkering omdat hun gezondheidstoestand hen niet in staat stelt hun beroep uit te oefenen.

Die uitkering wordt berekend op basis van een percentage (soms amper 40 %) van het geplafonneerde dagloon en jammer genoeg is ze vaak volstrekt onvoldoende om de begunstigde een acceptabel bestaan te garanderen. De invalide moet immers zowel zijn dagelijkse uitgaven als zijn gezondheidsuitgaven bekostigen.

Volgens de Interfederale Armoedebarometer 2009 dreigt voor 94 % van de als alleenstaande beschouwde invaliden en voor 78 % van de gehuwde of samenwonende invaliden met twee kinderen ten laste een hoog armoederisico.

Nochtans zijn inspanningen geleverd om de levensstandaard van de invaliden op te krikken.

Hieronder volgt daarvan een enunciatieve opsomming :

1) tijdens het jongste akkoord over de welvaartsaanpassingen 2009-2010 werden de maxima van de invaliditeitsuitkeringen opgetrokken, evenals de inkomensbovengrens voor de toekenning van de sociale toeslag op de kinderbijslag;

2) sinds 1 januari 2009 werden de volgende verbeteringen aangebracht :

— voor de gerechtigden voor wie de primaire arbeidsongeschiktheid, het moederschap of de invaliditeit ten vroegste begint op 1 januari 2009, wordt de ZIV (ziekte- en invaliditeitsverzekering)-loongrens met 0,8 % geherwaardeerd;

— de uitkering voor samenwonende gerechtigden verhoogt van 55 % naar 60 % van het gederfde loon in primaire arbeidsongeschiktheid;

3) vanaf 1 mei 2009 is de uitkering voor invalide alleenstaanden verhoogd van 53 % naar 55 % van het gederfde loon;

4) vanaf 1 juni 2009 werden de volgende verbeteringen aangebracht :

— verhoging met 3 % van de uitkeringen « minimum regelmatig werknemer » voor gerechtigden met gezinslast en alleenstaanden;

— verhoging met 2 % van de minimumuitkeringen voor gerechtigden die het statuut van niet-regelmatige werknemer hebben;

5) sinds 1 september 2009 werden de volgende verbeteringen aangebracht :

— herwaardering van de uitkeringen met 0,8 % (exclusief minima) voor gerechtigden van wie de arbeidsongeschiktheid is begonnen uiterlijk op 31 december 2007;

— herwaardering van de uitkeringen met 2 % (exclusief minima) voor gerechtigden van wie de arbeidsongeschiktheid is begonnen in de periode van 1 januari 1994 tot en met 31 december 2002;

— herwaardering van de uitkeringen met 2 % (exclusief minima) voor gerechtigden van wie de arbeidsongeschiktheid is begonnen in de periode van 1 september 1993 tot en met 31 december 1993;

— herwaardering van de uitkeringen met 2 % (exclusief minima) voor gerechtigden van wie de arbeidsongeschiktheid is begonnen in de periode van 1 september 2002 tot en met 31 december 2002;

— herwaardering van de uitkeringen met 2 % (exclusief minima) voor gerechtigden van wie de arbeidsongeschiktheid is begonnen in de periode van 1 januari 2003 tot en met 31 december 2003 (recurrentie van zes jaar arbeidsongeschiktheid);

— verhoging van de minimumuitkeringen voor samenwonende gerechtigden die het statuut van regelmatige werknemer hebben;

6) sinds 1 januari 2010 werden de volgende verbeteringen aangebracht :

— verhoging van het maximumbedrag van het vervangingsinkomen voor de persoon ten laste, zodat meer personen in aanmerking komen voor het uitkeringsbedrag « alleenstaande » (kosten voor de begroting : 8 490 180 euro);

— de minima van de samenwonende regelmatige werknemers werden verhoogd met 2 % (kosten voor de begroting : 10 384 771 euro);

— het maximumbedrag van de uitkeringen werd opgetrokken tot 55 % van de maximale uitkering voor alle personen zonder gezinslast die invalide zijn geworden vóór 2004, waardoor de uitkeringen kunnen worden aangepast aan die voor mensen die tussen 2004 en 2006 invalide zijn geworden (kosten voor de begroting : 13 634 338 euro);

7) vanaf 1 mei 2010 zal een bonus van 75 euro worden toegekend aan mensen die al meer dan vijf jaar invalide zijn, waarmee een eerste stap wordt gezet in de richting van een echt vakantiegeld (kosten voor de begroting : 11 139 900 euro).

Ondanks die inspanningen blijft de levensstandaard van de invaliden zorgwekkend want bovenop de huishoudelijke uitgaven komen nog eens gezondheidsuitgaven die logischerwijs zeer zwaar doorwegen in het budget van een invalide, vooral wanneer die een of meer personen ten laste heeft.

Het is schokkend te moeten vaststellen dat de toegekende uitkering in sommige gevallen lager ligt dan de armoedegrens. Een gezinshoofd bijvoorbeeld dat de minimumuitkering krijgt na een jaar ziekte, zal slechts 1 219 euro per maand ontvangen. Welnu, 38 % van de invaliden met gezinslast verkeren in dat geval.

Tabel met de minimumdaguitkeringen :

Situation — Toestand Titulaires avec charge de famille —  Titularissen met gezinslast Titulaires sans charge de famille isolés —  Alleenstaande titularissen zonder gezinslast Titulaires sans charge de famille cohabitants —  Samenwonende titularissen zonder gezinslast
Travailleur régulier — Regelmatige werknemer 48,30 EUR 38,65 EUR 33,14 EUR
Travailleur non régulier (indemnité minimum vital) — Niet-regelmatige werknemer (minimumuitkering voor levensonderhoud) 37,22 EUR 27,91 EUR 27,91 EUR

De Mutualité chrétienne, Alteo en Ziekenzorg CM zijn zich van die toestand bewust en hebben in 2009 een petitie gestart die door meer dan 170 000 mensen is ondertekend.

De politieke wereld kan voor die oproep niet ongevoelig blijven. De indiener van dit voorstel van resolutie meent dan ook dat het nodig is de in die petitie verwoorde eisen tot de hare te maken.

André du BUS de WARNAFFE.

VOORSTEL VAN RESOLUTIE


De Senaat,

A. overwegende dat volgens de Interfederale Armoedebarometer 2009 voor 94 % van de als alleenstaande beschouwde invaliden en voor 78 % van de gehuwde of samenwonende invaliden met twee kinderen ten laste een hoog armoederisico dreigt;

B. overwegende dat de toegekende minimumuitkering in sommige gevallen lager ligt dan de armoedegrens, wat het geval is voor een gezinshoofd dat de minimumuitkering krijgt na een jaar ziekte en slechts 1 219 euro per maand zal ontvangen; dat 38 % van de invaliden met gezinslast in dat geval verkeren;

C. overwegende dat bovenop de dagdagelijkse uitgaven nog eens gezondheidsuitgaven komen die doorgaans aanzienlijk zijn;

D. overwegende dat voor een optrekking van de uitkering voor invalide gezinshoofden met 150 euro zodat ze het niveau van de armoedegrens haalt, een budget van 33 miljoen euro is vereist;

E. overwegende dat de invaliden geen vakantiegeld krijgen hoewel dat een aantal jaren geleden beloofd was en de gepensioneerden daar wel recht op hebben;

F. overwegende dat de instelling van een vakantiegeld voor alle invaliden een budget van 59 miljoen euro zou vergen;

G. overwegende dat een eerste bescheiden stap in de richting van een vakantiegeld voor invaliden is gezet dank zij de toekenning, telkens in de maand mei vanaf 1 mei 2010, van een premie van 75 euro aan personen die sinds meer dan vijf jaar invalide zijn;

H. overwegende dat 108 000 kinderen leven in een gezin met een invalide en dat 41 980 gezinnen een toeslag op de kinderbijslagen voor invaliden ontvangen;

I. overwegende dat de verhoging van de kinderbijslag voor invaliden met 100 euro per kind en per maand een budget van 78 miljoen euro zou vergen,

Verzoekt de regering, in de onderstaande orde van voorrang :

1. de minimumuitkering van de invalide gezinshoofden te verhogen met 150 euro per maand, zodat zij niet onder de armoedegrens belanden;

2. zich inspirerend op het aan de gepensioneerden toegekende vakantiegeld, aan de invaliden een vakantiegeld van 250 euro toe te kennen, dat jaarlijks in de maand mei wordt betaald;

3. de sociale toeslag op de kinderbijslag voor invaliden te verhogen met 100 euro per kind en per maand.

8 oktober 2010.

André du BUS de WARNAFFE.