4-204/1 | 4-204/1 |
29 SEPTEMBER 2007
Dit wetsvoorstel neemt de tekst over van DOC 51 0249/001.
Volgens de arbeidsrechtelijke principes kan een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde duur worden beëindigd door opzegging, door onmiddellijke verbreking (met betaling van een opzeggingsvergoeding) en omwille van een dringende reden.
Wanneer de arbeidsovereenkomst beëindigd wordt door opzegging is er sprake van een opzeggingstermijn. De werknemer doet dan gewoon verder zijn werk tijdens deze termijn. Het loon evolueert volgens de normale principes : indexering, toepassing van barema's, enzovoorts. Tijdens deze opzeggingstermijn heeft de ontslagen werknemer het recht van het werk afwezig te zijn om een nieuwe dienstbetrekking te zoeken.
Zonder afwijkende bepaling hebben zowel de werkgever als de werknemer het recht om de arbeidsovereenkomst tijdens een schorsing van de uitvoering van de overeenkomst op te zeggen en begint de opzeggingstermijn op zijn normale aanvangsdatum te lopen. (1)
Wanneer de opzegging uitgaat van de werkgever zijn er een aantal gronden — hoofdzakelijk in de wet betreffende de arbeidsovereenkomsten van 3 juli 1978 (artikel 38, § 2) — die de termijn schorsen.
Dit is het geval voor een schorsing van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst wegens :
— collectieve vakantie en individuele vakantiedagen daarbuiten;
— pre- en postnatale moederschapsrust;
— profylactisch verlof dat zwangere werkneemsters en werkneemsters die borstvoeding geven, genieten;
— voorlopige vrijheidsberoving;
— militaire verplichtingen of burgerdienst;
— arbeidsongeschiktheid wegens ziekte of ongeval;
— de volledige dagen inhaalrust wegens het presteren van overwerk (art. 26bis Arbeidswet van 16 maart 1971; art. 38bis Arbeidsovereenkomstenwet);
— schorsing van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst wegens loopbaanonderbreking (art. 101bis Herstelwet houdende sociale bepalingen van 22 januari 1985).
Vermits het niet uitdrukkelijk in de wetgeving vermeld wordt, geldt een staking verrassend genoeg niet als een schorsingsreden die verhindert dat de opzeggingstermijn begint te lopen of onderbreekt wanneer een staking voorkomt in de loop van een opzeggingstermijn die reeds een aanvang nam. Men zou zich misschien de vraag kunnen stellen of een staking in de arbeidswetgeving wel geldt als een schorsing van de arbeidsovereenkomst ? In de rechtsleer werd namelijk lange tijd geredetwist over de invloed van een staking op de individuele arbeidsovereenkomst.
Door het sluiten van een arbeidsovereenkomst gaat een werknemer immers de contractuele verplichting aan om volgens de bepalingen van deze overeenkomst een bepaald werk uit te voeren. Bij een staking weigert de werknemer bewust deze contractuele verplichtingen uit te voeren. Alhoewel lange tijd volgehouden werd dat de staker zijn arbeidsovereenkomst verbrak, ging het Hof van Cassatie hier tegenin. In een arrest van 23 november 1967 oordeelde het Hof dat het feit zelf van het niet-uitvoeren van de overeenkomst niet doorslaggevend was bij het beoordelen van een contractbreuk. (2) Belangrijker was volgens het hof de bedoeling bij het niet-werken. De bedoeling van een staker is duidelijk niet het beëindigen van de arbeidsovereenkomst. Het is hem er veeleer om te doen zo vlug mogelijk terug de overeenkomst uit te voeren, zij het in voor hem gunstiger omstandigheden. Dit leidde het Hof van Cassatie ertoe te besluiten dat een staking de arbeidsovereenkomst niet verbreekt. Een staking schorst alleen maar de uitvoering van de arbeidsovereenkomst. Ook later werd dit in verschillende arresten bevestigd. (3)
Alhoewel de mogelijkheid tot staken niet wettelijk gereglementeerd is, houdt men dus thans de thesis aan dat een staking de arbeidsovereenkomst louter schorst. Vermits een staking een schorsing van de arbeidsovereenkomst is, kan logischerwijs ook de opzeggingstermijn die tijdens een staking valt, geschorst worden. Het volstaat eenvoudig om in de arbeidswetgeving een staking in de lijst van schorsingsgronden op te nemen om van de algemene regel — een opzeggingstermijn loopt gewoon door tijdens een schorsing van de arbeidsovereenkomst — af te wijken.
Zijn er specifieke argumenten om een staking toe te voegen aan de lijst van specifieke schorsingsgronden ? Zeker en vast. In principe blijft de ontslagen werknemer tijdens de opzeggingstermijn op het bedrijf tewerkgesteld en bijgevolg loon ontvangen. Als de opzeggingstermijn echter tijdens een staking valt, kan de werknemer niet gaan werken. Toch blijft de opzeggingstermijn gewoon doorlopen. De betrokken werknemer ontvangt dus — ondanks dat hij daar door zijn ontslag wettelijk recht op heeft — geen loon tijdens zijn opzeggingstermijn. Dat is onrechtvaardig.
Op zich kan een werkgever misbruik maken van deze situatie. Hij verkeert immers in de mogelijkheid een werknemer die hij gedurende een staking door opzegging wil ontslaan geen loon te betalen tijdens de opzeggingstermijn zolang de schorsingsperiode duurt. Indien hij daarentegen voor een onmiddellijke verbreking van de arbeidsovereenkomst tijdens een staking kiest, is hij verplicht een opzeggingsvergoeding te betalen. Het komt de werkgever dus beter uit — in het geval van een staking — te kiezen voor een beëindiging van de arbeidsovereenkomst door opzegging. Hij zal de betrokken werknemer toch niet moeten betalen. Dit doet immers de vakbond middels het stakersgeld dat langs deze weg duidelijk fout aangewend wordt.
Zo'n situatie kan vooral tijdens lange stakingen tot ernstige misbruiken leiden. Hoofdzakelijk arbeiders kunnen hiervan de dupe zijn, vermits hun opzeggingstermijn in principe al begint de eerste maandag volgend op de dag waarop de opzegging geacht wordt ontvangen te zijn (zelfs wanneer die maandag een feestdag is). Logischer zou zijn de opzeggingstermijn te schorsen tijdens een staking en pas te laten ingaan of verder te laten lopen nadat de staking beëindigd werd. Het begin van de opzegging (of de resterende periode ervan) valt dan samen met de dag waarop de werknemer zijn effectieve prestaties hervat, ongeacht de datum van de maand of de dag van de werkweek. De mogelijkheid blijft dus bestaan dat een werkgever tijdens een staking de arbeidsovereenkomst definitief beëindigt. Daaraan verandert niets. De opzegging is immers geldig. De opzeggingstermijn echter zal slechts beginnen lopen wanneer de schorsingsperiode beëindigd werd.
| Nahima LANJRI Wouter BEKE. |
Artikel 1
Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de grondwet.
Art. 2
Artikel 28 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten wordt aangevuld als volgt :
« 6º gedurende de tijd dat de werknemer afwezig is wegens staking. ».
Art. 3
In artikel 38, § 1, eerste lid, van dezelfde wet worden de woorden « en 5º » vervangen door de woorden « ,5º en 6º ».
26 juli 2007.
| Nahima LANJRI Wouter BEKE. |
(1) Cf. Parl. St. Kamer 1977-78, 293/4, 12-13.
(2) Cass. 23 november 1967, Arr. Cass. 1968, 421.
(3) Bijvoorbeeld: Cass. 14 april 1980, Arr. Cass. 1979-80, 1002.