(N.): Vraag gesteld in het Nederlands - (Fr.): Vraag gesteld in het Frans
De tekst van deze vraag is dezelfde als die van vraag nr. 3-6604 aan de vice-eersteminister en minister van Justitie, die hiervoor werd gepubliceerd.
Aanvullend antwoord : Als antwoord op haar vragen, heb ik de eer het geachte Lid mee te delen wat hier volgt.
Rijksdienst voor pensioenen
Binnen de stelsels van werknemerspensioenen en van de inkomensgarantie voor ouderen, kunnen hierna de strategische doelstellingen inzake gelijke kansen voor vrouwen en mannen worden gevonden.
Voor 1 januari 2007 waren de jonge (hoofdzakelijk) weduwen en jonge weduwnaars die een toegelaten arbeid uitoefenden en deze buiten hun wil verloren wegens arbeidsongeschiktheid, invaliditeit of werkloosheid, verplicht een keuze te maken tussen de uitbetaling van hun overlevingspensioen of één van de andere vervangingsinkomens, wat vaak leidde tot een belangrijke inkomensterugval.
Daarom werd beslist om vanaf 1 januari 2007 het verbod op cumul van een overlevingspensioen met een vervangingsinkomen te versoepelen. Dit houdt in dat het overlevingspensioen voor een periode van twaalf al dan niet opeenvolgende maanden (het zogenaamde cumulkrediet) kan worden gecumuleerd met een vergoeding wegens ziekte, invaliditeit of onvrijwillige volledige werkloosheid. Gedurende deze periode zal het overlevingspensioen wel beperkt worden tot het basisbedrag van de inkomensgarantie voor ouderen.
Wanneer dit « cumulkrediet » van twaalf maanden is opgebruikt, heeft de betrokkene bij een langer durende of nieuwe inactiviteitsperiode de keuze tussen het overlevingspensioen of het vervangingsinkomen. Op die manier kan de persoon zelf voor de meest voordelige oplossing kiezen.
De invoering van deze versoepeling zal voor het pensioenstelsel van de werknemers leiden tot een minderuitgave van een 320 000 euro op jaarbasis vanaf 2007. Zij zal echter in andere takken van de sociale zekerheid de uitgaven doen stijgen.
Om de jonge (hoofdzakelijk) weduwen en jonge weduwnaars onder de 65 jaar, die gerechtigd zijn op uitsluitend een overlevingspensioen, meer te activeren en financieel onafhankelijker te maken, werden de grenzen van hun toegelaten arbeid binnen het bestaande systeem met 7,8 % verhoogd.
Dit biedt hen dan ook de mogelijkheid om het niveau van hun huidige beroepsactiviteit te kunnen behouden of uit te breiden, hetgeen ook zal leiden tot een hoger toekomstig eigen rustpensioen. De verhoging van deze grenzen toegelaten arbeid zal de uitgaven in het werknemerspensioenstelsel met 1,058 miljoen euro op jaarbasis doen stijgen vanaf 2007.
In de regeling van de Inkomensgarantie voor ouderen zal vanaf 1 december 2007 het basisbedrag voor samenwonenden met 10 euro per maand worden opgetrokken en met 15 euro per maand voor een alleenstaande.
Met deze verhoging zullen de IGO-bedragen zeker op het niveau van armoederisicogrens blijven of er boven uit stijgen. Ter herinnering, op 1 december 2006 werden deze bedragen reeds opgetrokken tot het niveau van deze zelfde grens.
Deze groep van zo'n 70 000 ouderen die een IGO-bedrag ontvangen, bestaat voor twee derden uit vrouwen.
De meeruitgave voor de maand december 2007 wordt geraamd op een 973 000 euro waarvan zo'n 681 000 euro voor de vrouwen.
In de volgende jaren zal deze meeruitgave, op jaarbasis, om en bij de 11,7 miljoen euro belopen.
Pensioendienst voor de Overheidssector
De wetgeving inzake pensioenen voor de overheidssector maakt geen onderscheid tussen mannen en vrouwen.
Voor de Pensioendienst voor de Overheidssector zal de strategische doelstelling inzake gelijke kansen voor vrouwen en mannen er dus in bestaan deze gelijkheid te blijven waarborgen bij de toepassing van de pensioenwetgeving.
Voor de realisatie van deze doelstelling dienen geen specifieke middelen in de begroting van deze dienst te worden ingeschreven.