Vragen en Antwoorden

BELGISCHE SENAAT


Bulletin 3-77

ZITTING 2006-2007

Vragen van de Senatoren en antwoorden van de Ministers (Art. 70 van het reglement van de Senaat)

(N.): Vraag gesteld in het Nederlands - (Fr.): Vraag gesteld in het Frans


Vice-eersteminister en minister van Financiën

Vraag nr. 3-5841 van mevrouw De Roeck d.d. 7 september 2006 (N.) :
Accijnzen. — Wijn. — Europese regelgeving.

De Europese wijnproductie zit in een crisis. Jaarlijks blijven de Europese wijnboeren met grote overschotten zitten. Op nationaal niveau kunnen de lidstaten dit nog compenseren met subsidies, doch dit zijn maatregelen op korte termijn. Europa stuurt aan op een afbouw van de druiventeelt voor wijnproductie. Daartoe bereidt de Europese Commissie een wijnplan voor, dat eind dit jaar of begin volgend jaar klaar moet zijn.

De Belgische wijn echter maakt langzaamaan opmars, maar eerder als lokale delicatesse en gewaardeerd streekproduct. Door de zeer warme zomer van 2003 beleefden de Belgische wijntelers een topjaar. Vooral de streek van het Hageland, de traditionele druivenstreek rond Hoeilaart en Overijse en Haspengouw staan bekend om hun lokale wijnproductie. De steun aan deze landbouwsector is gewestelijk, maar de accijnzen worden federaal beheerd.

Hobbytelers zijn vrijgesteld van accijnzen. Echter, door de stijgende populariteit en toenemende landelijke productie zijn er meer telers die meer produceren en lokale markten zoeken. Zij worden als kleine teler belast met accijnzen, die voor hen financieel zwaar doorwegen. Doordat zij een streekproduct maken dat bestemd is voor de lokale afnemers, zijn zij een waardevolle speler in de productie van duurzame producten. Een Britse studie becijferde dat lokale producten op de meest duurzame manier tot stand komen, zelfs meer nog dan gecertificeerde producten uit derdewereldlanden. Bovendien werken de Belgische druiventelers bijzonder ecologisch : zij weigeren chemicaliën te gebruiken voor hun teelt.

Natuurlijk moet de steun aan deze kleine landbouwsector op maat zijn. Echter, door de huidige hervormingen op Europees vlak wat betreft de accijnzen op wijn, is het onzeker wat de toekomst brengt. Het is niet zeker wat de Europese wijnhervorming zal brengen. Bovendien dateert de meest recente harmonisering van de accijnzen op wijn van 1992. Een herziening dringt zich op, en hier is reeds herhaalde malen op gealludeerd, maar men heeft nog geen concrete beslissingen genomen.

Mijn vragen voor u luiden als volgt :

1. Wanneer zullen de accijnzen voor wijn aangepast worden op Europees niveau ? Heeft de Raad van ministers een consensus over de te plannen harmonisering ? Welke is de timing voor deze hervorming ?

2. Welke zal de filosofie zijn achter de richtlijn die eind 2006, begin 2007 zal verschijnen omtrent de hervorming van de Europese wijnbouw ? Is daar reeds overleg rond geweest wat betreft een hervorming van de accijnzen ? Wanneer zal die hervorming gefinaliseerd worden ? Welke impact heeft ze op de Europese en Belgische wijnboeren (wat betreft de accijnzen) ? Welke impact zal ze hebben op onze gewone en bijzondere accijns op wijn ?

3. Is een aanpassing van de bijzondere accijns mogelijk voor Belgische wijnen, met of zonder harmonisering op Europees niveau ? Zo neen, waarom niet ?

4. Behoort een verhoging van het productiequotum van wijn voor hobbytelers tot de mogelijke opties om de wijnproductie in België te ondersteunen ? Zo neen, waarom niet ?

Antwoord : Het geachte lid vindt hierna het antwoord op de door haar gestelde vragen.

1. Op Europees vlak zijn de minimumaccijnstarieven op alcohol en alcoholhoudende dranken, waaronder wijn, vastgesteld bij richtlijn 92/84/EEG van de Raad van 19 oktober 1992 betreffende de onderlinge aanpassing van de accijnstarieven op alcohol en alcoholhoudende dranken.

Het minimumaccijnstarief voor wijn bedraagt momenteel 0 euro per hectoliter product.

De Raad van ministers heeft geen consensus over de te plannen harmonisering.

Momenteel ligt een voorstel van de Commissie tot wijziging van deze richtlijn 92/84/EEG op tafel; doch dit bevat geen enkele wijziging met betrekking tot de minimumaccijnstarieven voor wijn.

Daarnaast bestaat reeds geruime tijd discussie over een herindeling van de alcoholhoudende dranken in twee grote categorieën, met name gegiste dranken en gedistilleerde dranken. Deze discussie heeft echter nog niet geleid tot een concreet voorstel van de Commissie.

2. De wijnbouw wordt geregeld op Europees niveau bij verordeningen die rechtstreeks toepasselijk zijn in de nationale wetgevingen.

In België is de wijnbouw, als onderdeel van de landbouw, een gedeelde gewestelijke en federale bevoegdheid. Op federaal vlak valt dit onder de bevoegdheid van de minister van Landbouw, en niet onder de bevoegdheid van de minister van Financiën.

3. In België bedraagt het minimumaccijnstarief momenteel 0 euro per hectoliter; deze accijns is gemeenschappelijk voor België en Luxemburg.

Evenwel wordt ook een bijzondere accijns geheven die momenteel als volgt is vastgesteld :

— bijzondere accijns voor niet-mousserende wijn : 47,0998 euro per hectoliter;

— bijzondere accijns voor mousserende wijn : 161,1308 euro per hectoliter;

— bijzondere accijns voor niet-mousserende en mousserende wijn met een effectief alcoholvolumegehalte van niet meer dan 8,5 % vol : 14,8736 euro per hectoliter.

België kan dit bijzonder accijnstarief inderdaad eigenhandig vaststellen zonder een vereiste harmonisering op Europees niveau.

4. De vaststelling van het productiequotum voor wijn maakt een onderdeel uit van de wijnbouwpolitiek die — zoals reeds vermeld in het antwoord op vraag 2 — niet behoort tot de bevoegdheid van de minister van Financiën.

Ter zake kan worden verwezen naar de bevoegde ministers.