3-2021/1 | 3-2021/1 |
16 JANUARI 2007
De eerste voorzitter van het Hof van Cassatie is de hoogste magistraat van ons land.
Zijn secretariaat heeft dan ook een zeer omvangrijk takenpakket, dat onder andere omvat :
— het bijhouden van de agenda's van de eerste voorzitter en de voorzitter;
— het beantwoorden van hun uitnodigingen (welke zeer talrijk zijn);
— het uitsturen van uitnodigingen voor alle festiviteiten die doorgaan op het Hof (nieuwjaarsreceptie, ontvangsten, installaties, ...) en de praktische organisatie van deze aangelegenheden;
— het bijwonen van en de verslaggeving over verschillende vergaderingen (stafvergaderingen, algemene vergaderingen, vaste vergaderingen van de korpschefs, gebouwencommissie, centrale commissie voor de documentatie, gespecialiseerde commissie van de bibliotheek, ...)
— het voeren van de boekhouding voor de kleine uitgaven van de eerste voorzitter, welke naast de aankoop en het inbinden van bibliotheekwerken, tevens betrekking heeft op het kantoormaterieel voor het hele Hof (30 magistraten, 15 referendarissen, 8 magistraten met opdracht, 10 attachés, het personeel van de dienst documentatie), het jaarboek, de mercuriale van de procureur-generaal, ...
— het voeren van de boekhouding van de representatiekosten van de eerste voorzitter en de procureur-generaal bij het Hof van Cassatie;
— het voeren van de boekhouding voor de kas van het secretariaat van het Hof van Cassatie;
— opvolging van de briefwisseling, die over de jaren steeds toeneemt (zo steeg het aantal inkomende brieven van 3 043 in 1999 tot 5 388 in 2005 en liet het aantal uitgaande stukken zelfs een nog grotere stijging — zelfs verdriedubbeling — optekenen : van 5 874 stuks in 1999 tot maar liefst 14 462 in 2005);
— verzorging van de administratie voor de 30 magistraten, 15 referendarissen, 8 magistraten met opdracht en 10 attachés van de dienst voor overeenstemming der teksten;
— het beheren van dossiers, klassement, ...
— het beantwoorden van de telefoon;
— bijhouden van de registers, archieven en documenten van het secretariaat, alsook de beschikkingen van de eerste voorzitter;
— organisatie van de werkzaamheden van het Hof (samenstelling van kamers, onthaal en inlichtingen aan de nieuwe magistraten, ...);
— uitrusting van de burelen, bibliotheek, zalen en lokalen van de magistraten, referendarissen, attachés, bibliotheek en documentatiedienst;
— oplossen van allerhande praktische problemen;
— verspreiding van de arresten van het Hof van Cassatie aan de jurisdicties;
— ...
Gelet op het gegeven dat de eerste voorzitter van het Hof van Cassatie eveneens de voorzitter is van de gebouwencommissie, komt daar nog bij dat het secretariaat zich eveneens inlaat met het onderhoud en de inrichting van het Justitiepaleis te Brussel en de praktische organisatie van de publieke rondleidingen.
Dit zeer uitgebreide takenpakket wordt vandaag geschraagd door slechts 5 personen, te weten :
— de kabinetssecretaris die de eerste voorzitter op grond van artikel 168 van het Gerechtelijk Wetboek mag kiezen uit de griffiers of het griffiepersoneel op advies van de hoofdgriffier;
— 1 opsteller;
— 3 bedienden.
In de huidige toestand heeft de kabinetssecretaris van de eerste voorzitter van het Hof van Cassatie, ondanks zijn zeer ruim pakket van taken en verantwoordelijkheden, slechts de functie en wedde van een griffier, hetgeen niet in overeenstemming is met het werkelijke niveau van zijn functie en verantwoordelijkheden.
Bovendien is het secretariaat in zijn actuele samenstelling niet meer opgewassen tegen de zeer uitgebreide taak die ervan wordt verwacht, zodat een aanpassing zich opdringt.
Artikel 182 van het Gerechtelijk Wetboek stipuleert voor wat de secretariaten van de parketten betreft :
« Aan ieder parket is een secretariaat verbonden, onder de leiding van een hoofdsecretaris.
De hoofdsecretaris wordt door de Koning benoemd.
De hoofdsecretaris van het parket is belast met de leiding van de administratieve diensten en staat daarbij onder leiding en toezicht van de procureur-generaal, van de federale procureur, van de procureur des Konings of van de arbeidsauditeur. Hij verdeelt de administratieve taken onder de leden en het personeel van het secretariaat.
De hoofdsecretaris kan worden bijgestaan door een of meer secretarissen en door adjunct-secretarissen, die de Koning benoemt. Hun aantal wordt door de Koning bepaald naar de behoeften van de dienst.
De secretaris staat de procureur-generaal, de federale procureur, de procureur des Konings of de arbeidsauditeur bij. Hij ondertekent de documenten die eigen zijn aan zijn functie en die welke hij in opdracht van het hoofd van het parket moet ondertekenen. Hij verleent bijstand aan de magistraten voor documentatie- en opzoekingswerk, voor het samenstellen van de dossiers en voor alle taken, met uitzondering van die welke uitdrukkelijk aan de magistraten zijn voorbehouden. (...) ».
(De secretaris bewaart alle archiefbescheiden die door het parket worden ontvangen of opgemaakt. Hij neemt de passende maatregelen om alle archiefbescheiden die hij onder zijn beheer heeft in goede staat te bewaren, om ze te ordenen en te inventariseren, ongeacht hun vorm, structuur en inhoud. De Koning stelt, na advies van de Algemeen Rijksarchivaris, nadere regels voor de toepassing van dit lid.)
« De procureur-generaal, de federale procureur, de procureur des Konings en de arbeidsauditeur bij een gerecht waarvan het rechtsgebied meer dan tweehonderdvijftigduizend inwoners telt, kunnen een kabinetssecretaris kiezen uit de leden of het personeel van het secretariaat op advies van de hoofdsecretaris.
Bij een parket kunnen één tot drie secretarissen-hoofden van dienst worden aangewezen die, onder het gezag van de hoofdsecretaris, deelnemen aan de leiding van het secretariaat. Ingeval in een parket meer dan honderd personeelsleden met volledige betrekking werkzaam zijn, kan het aantal secretarissen-hoofden van dienst worden opgetrokken met één eenheid per dertig bijkomende personeelsleden.
De Koning bepaalt hun aantal en wijst hen voor drie jaar aan uit de secretarissen, op voordracht van de procureur-generaal, van de federale procureur, van de procureur des Konings of van de arbeidsauditeur en van de hoofdsecretaris van het parket.
Die aanwijzing kan telkens voor drie jaar worden vernieuwd; na negen jaar ambtsvervulling worden zij vast benoemd. ».
Zo is het secretariaat van het parket bij het Hof van Cassatie, dat instaat voor de administratie van 14 magistraten (vgl. 30 magistraten, 15 referendarissen, 8 magistraten met opdracht, 10 attachés, het personeel van de dienst documentatie voor het secretariaat van de eerste voorzitter van het Hof van Cassatie) thans samengesteld uit in totaal 11 personen, te weten :
— 1 hoofdsecretaris (met de wedde van hoofdgriffier);
— 1 secretaris-hoofd van dienst;
— 1 secretaris;
— 3 adjunct-secretarissen;
— 2 opstellers;
— 3 bedienden.
Onderhavig voorstel strekt er dan ook toe om, naar analogie met de organisatie van het secretariaat bij het parket van het hof van Cassatie, een volwaardig secretariaat van de eerste voorzitter van het Hof van Cassatie tot stand te brengen.
Artikel 2
Voorgesteld wordt de bestaande tekst van artikel 168 van het Gerechtelijk Wetboek te vernummeren tot § 1, en een nieuwe § 2 toe te voegen, welke de samenstelling van het secretariaat van de eerste voorzitter van het Hof van Cassatie regelt en voorziet in een secretariaat dat is samengesteld uit :
— 1 hoofdsecretaris met de wedde van hoofdgriffier;
— 1 secretaris;
— 1 adjunct-secretaris;
— 3 opstellers.
Hugo VANDENBERGHE. |
Artikel 1
Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 77 van de Grondwet.
Art. 2
Artikel 168 van het Gerechtelijk Wetboek, vervangen bij de wet van 17 februari 1997, en waarvan de huidige tekst § 1 zal vormen, wordt aangevuld met een § 2, luidende :
« § 2. Aan de eerste voorzitter van het Hof van Cassatie is een secretariaat verbonden, onder de leiding van een hoofdsecretaris.
De hoofdsecretaris heeft de rang en wedde van hoofdgriffier en wordt door de Koning benoemd.
De hoofdsecretaris van het secretariaat van de eerste voorzitter is belast met de leiding van de administratieve diensten en staat daarbij onder leiding en toezicht van de eerste voorzitter. Hij verdeelt de administratieve taken onder de leden en het personeel van het secretariaat.
De hoofdsecretaris wordt bijgestaan door een secretaris, door een adjunct-secretaris, beiden met de rang en wedde van griffier en door drie opstellers, die de Koning benoemt.
De secretaris staat eerste voorzitter van het Hof van Cassatie bij. Hij ondertekent de documenten die eigen zijn aan zijn functie en die welke hij in opdracht van de eerste voorzitter moet ondertekenen. Hij verleent bijstand aan de magistraten van het Hof, de referendarissen en de attachés voor documentatie- en opzoekingswerk, voor het samenstellen van de dossiers en voor alle taken, met uitzondering van die welke uitdrukkelijk aan de magistraten zijn voorbehouden.
De secretaris bewaart alle archiefbescheiden die door het secretariaat van de eerste voorzitter worden ontvangen of opgemaakt. Hij neemt de passende maatregelen om alle archiefbescheiden die hij onder zijn beheer heeft in goede staat te bewaren, om ze te ordenen en te inventariseren, ongeacht hun vorm, structuur en inhoud. ».
10 januari 2007.
Hugo VANDENBERGHE. |