Vragen en Antwoorden

BELGISCHE SENAAT


Bulletin 3-65

ZITTING 2005-2006

Vragen van de Senatoren en antwoorden van de Ministers (Art. 70 van het reglement van de Senaat)

(N.): Vraag gesteld in het Nederlands - (Fr.): Vraag gesteld in het Frans


Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid

Vraag nr. 3-4125 van Karim Van Overmeire van 10 januari 2006 (N.) :
Federale en programmatorische overheidsdiensten. — Betwiste rekeningen. — Advocatenkantoren. — Verwijlintresten.

Uit het recente jaarboek van het Rekenhof blijkt dat de federale overheid zeer veel rekeningen laattijdig heeft betaald. In sommige gevallen zijn de verwijlinteresten daardoor opgelopen tot het tien-, zelfs het twintigvoudige van het oorspronkelijk verschuldigde bedrag. Bovendien is over vele van deze betalingen jarenlang geprocedeerd op kosten van de federale overheid. Het Rekenhof heeft geen raming gemaakt van de advocatenkosten en andere gerechtelijke kosten die daaruit zijn voortgevloeid, maar in acht genomen dat sommige procedures jarenlang hebben aangesleept, moet het om aanzienlijke bedragen gaan.

1. Hoeveel kosten hebben de federale en programmatorische overheidsdiensten die van de geachte minister afhangen, gemaakt voor procedures die voortvloeiden uit betwiste rekeningen ? In hoeveel procent van de gevallen hebben de betrokken overheidsdiensten zulke procedures gewonnen ? Wogen de kosten hierbij op tegen de verschuldigde bedragen ?

2. Hoeveel advocatenkantoren werden ingeschakeld voor zulke procedures ? Wat is de procentuele of absolute verdeling van het aantal dossiers tussen deze kantoren ? Wat is de procentuele of absolute verdeling van de uitbetaalde kosten aan deze kantoren ?

3. Hoeveel verwijlintresten hebben de federale en programmatorische overheidsdiensten die van de geachte minister afhangen, moeten betalen omdat rekeningen laattijdig werden vereffend ? Wat is de verhouding tussen deze verwijlintresten en de oorspronkelijk verschuldigde bedragen ?

Antwoord : Ik heb de eer het geachte lid als volgt te antwoorden.

1. De procedures waarnaar het geachte lid verwijst werden gevoerd in het kader van betwistingen rond de toepassing van de regelgeving betreffende de bijdragen aan het Sanitair Fonds. De eerste procedures werden opgestart in 1994 en werden gevoerd tegen het ministerie van Landbouw. Na de regionalisering van landbouw werd deze bevoegdheid overgedragen naar de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu. In afwachting van een uitspraak door het Europees Hof van Justitie, die er kwam op 21 oktober 2003, werden deze procedures de facto stilgelegd. Dit verklaart de lange periode waarvoor intrest diende betaald. Na bovenvermeld arrest waarin de onwettigheid van de regeling werd vastgesteld, heeft de Belgische Staat beslist in de dossiers waarin een uitvoerbare titel was tot betaling over te gaan. Het lijkt mij normaal dat ook de Belgische Staat haar beslissingen voor de rechtbanken verdedigt en gebruik maakt van de daartoe geboden mogelijkheden.

2. In deze procedures werden de advocatenkantoren Vastersavendts en Linklaters aangesteld om de belangen van de Belgische Staat te verdedigen. Het kantoor Linklaters behandelt meer bepaald de Europese aspecten van deze dossiers. De kosten zijn als volgt verdeeld : voor 2004 : Linklaters 89,6 % Vastersavendts 10,4 %. Voor 2005 : Linklaters 88,7 % Vastersavendts 11,3 %. De in 2004 en 2005 betaalde erelonen belopen 472 360 euro.

3. In deze dossiers heeft de Belgische Staat 14 254 967,27 euro verwijlintresten betaald. De verhouding tussen deze verwijlintresten en de oorspronkelijk verschuldigde bedragen is 1,5.