3-1213/7

3-1213/7

Belgische Senaat

ZITTING 2005-2006

4 MEI 2006


Voorstel van resolutie over de bestrijding van malaria


VERSLAG

NAMENS DE COMMISSIE VOOR DE BUITENLANDSE BETREKKINGEN EN VOOR DE LANDSVERDEDIGING UITGEBRACHT DOOR

MEVROUW ZRIHEN

NA TERUGZENDING DOOR DE PLENAIRE VERGADERING


I. INLEIDING

Het voorstel van resolutie over de bestrijding van malaria werd op 18 april 2006 aangenomen.

De plenaire vergadering van de Senaat heeft het voorstel op 4 mei 2006 terug naar commissie gestuurd na het indienen van amendementen.

De commissie heeft de amendementen besproken tijdens haar vergadering van 4 mei 2006.

II. BESPREKING

Naar aanleiding van de uiteenzettingen gehouden door de deskundigen tijdens de « Afrika Malaria Dag » die plaats vond op 25 april 2006 in de Belgische Senaat werden de volgende amendementen ingediend :

A. CONSIDERANS

Punt T van de considerans

Amendement nr. 18

Mevrouw Annane c.s. stellen bij amendement voor (stuk Senaat, nr. 3-1213/5) punt T van de considerans zo te veranderen dat de nadruk komt te liggen op het feit dat ons land een aantal vrijwillige verbintenissen heeft opgenomen tegenover het « Global Fund ».

Amendement nr. 28

Mevrouw Annane c.s. stellen bij amendement voor (stuk Senaat, nr. 3-1213/6) via subamendering van amendement nr. 18 het bedrag van de Belgische bijdrage in het « Global Fund » te wijzigen.

Punt Tbis van de considerans (nieuw)

Amendement nr. 19

Mevrouw Annane c.s. dienen een amendement in (stuk Senaat, nr. 3-1213/5), dat in de considerans een nieuw punt Tbis wil invoegen teneinde de bijdrage van ons land in het « Global Fund » te detailleren.

Punt U van de considerans

Amendement nr. 20

Mevrouw Annane c.s. stellen bij amendement voor (stuk Senaat, nr. 3-1213/5) punt U van de considerans zo te vervangen dat de nadruk komt te liggen op het feit dat ons land meer zou kunnen bijdragen want het gaat om een morele verbintenis.

Punt Ubis (nieuw) van de considerans

Amendement nr. 21

Mevrouw Annane c.s. dienen een amendement in (stuk Senaat, nr. 3-1213/5), dat de aandacht wil vestigen op de verbintenis die onze regering heeft aangegaan om de bijdrage te verhogen.

Punt V van de considerans

Amendement nr. 23

Mevrouw Van de Casteele c.s. dienen een amendement (stuk Senaat, nr. 3-1213/5) in, dat ertoe strekt om de inspanningen die worden geleverd voor de strijd tegen malaria door de farmaceutische industrie te benadrukken.

Punt W van de considerans

Amendement nr. 24

Mevrouw Van de Casteele c.s. dienen een amendement (stuk Senaat, nr. 3-1213/5) in, dat ertoe strekt om de inspanningen die worden geleverd voor de strijd tegen malaria door de farmaceutische industrie te benadrukken.

B. DISPOSITIEF

Punt 5

Amendement nr. 25

Mevrouw Van de Casteele c.s. dienen een amendement (stuk Senaat, nr. 3-1213/5) in, dat ertoe strekt dit punt te verduidelijken.

Punt 6bis (nieuw)

Amendement nr. 27

Mevrouw Van de Casteele c.s. dienen een amendement (stuk Senaat, nr. 3-1213/5) in, dat ertoe strekt een nieuw punt 6bis in te voeren om de projecten van de farmaceutische industrie inzake de strijd tegen de zieken die vooral de landen van de derde wereld treffen te vermelden.

Punt 7

Amendement nr. 22

Mevrouw Annane c.s. stellen een amendement voor (stuk Senaat, nr. 3-1213/5), dat wil zorgen voor de samenhang met amendement nr. 20.

Punt 10

Amendement nr. 26

Mevrouw Van de Casteele c.s. dienen een amendement (stuk Senaat, nr. 3-1213/5) in, dat ertoe strekt de aandacht te vestigen op het belang van de grondstof artemisia annua.

III. STEMMINGEN

Amendement nr. 28 wordt eenparig aangenomen door de 10 aanwezige leden.

De amendementen nrs. 18 tot 27 worden eenparig aangenomen door de 10 aanwezige leden.

Het geamendeerde voorstel van resolutie in zijn geheel wordt eenparig aangenomen door de 10 aanwezige leden.


Vertrouwen werd geschonken aan de rapporteur voor het opstellen van dit verslag.

De rapporteur, De voorzitter,
Olga ZRIHEN. François ROELANTS du VIVIER.

Tekst aangenomen door de commissie (stuk Senaat, nr. 3-1213/8 - 2005/2006)

BIJLAGE

Gemeenschappelijke vergadering van de Commissie voor de Buitenlandse Betrekkingen en Landsverdediging & de Bijzondere commissie « Globalisering »

Dinsdag 25 april 2006

Africa Malaria Day

1. Uiteenzetting van de heer Armand De Decker, minister van Ontwikkelingssamenwerking

In de oudheid, heel lang geleden toen de mensen zich lieten verleiden door het kwaad, werden hemel en aarde, waters en moerassen overweldigd door muggen en giftige vliegen, de voorouders van de huidige malariamug. Mannen, vrouwen en kinderen stierven als gevolg van de uitputtende moeraskoorts.

We kunnen in het Oude Testament en andere oude teksten zoeken naar de oorsprong van het kwaad, dat nog altijd slachtoffers maakt, en de zondvloed van Noach als de eerste tsunami beschouwen.

Onder de tien plagen van Egypte vinden we voor het eerst de beschrijving van koorts, bloedarmoede, splenomegalie of miltvergroting, symptomen die nog altijd kenmerkend zijn voor niet-behandelde malaria.

Woorden verliezen op termijn hun kracht en zelfs hun zin. De plagen van Egypte roepen niet veel meer op en malaria betekent niet veel meer voor de bevolking van Noord-Europa, want voor hen is het een parasitaire ziekte in warme en moerassige gebieden.

Cijfers tonen nochtans aan dat de ziekte de oorzaak is van veel ellende, vooral in Azië, Afrika en Latijns-Amerika, in streken met veel moerassen en een warm en vochtig klimaat. Dat zijn broeihaarden van malaria, een synoniem voor moeraskoorts.

Elke dag sterven wereldwijd ongeveer 3 000 kinderen aan malaria. Dat is meer dan een miljoen kinderen per jaar. In Afrika is malaria verantwoordelijk voor 20 % van de sterfgevallen bij kinderen en is voor hen trouwens de belangrijkste doodsoorzaak. Het totale aantal dodelijke slachtoffers in de wereld overschrijdt elk jaar de twee miljoen. Het is alsof elk jaar de volledige Belgische bevolking tussen 0 en 19 jaar zou verdwijnen. Het is alsof er elke dag 20 jumbojets, voor de helft met kinderen gevuld, zouden neerstorten. Dit feit is des te angstwekkender aangezien malaria helemaal geen ongeneeslijke en noodzakelijk dodelijke ziekte is. Het is een parasitaire ziekte waartegen de mens zich kan beschermen en waarvan slechts één soort dodelijk kan zijn. Dit cijfer is des te schandaliger omdat er weliswaar nog geen vaccin bestaat dat ons tegen de ziekte beschermt, maar we wel degelijk antimalariabehandelingen hebben die geen complexe posologie vereisen en elke dag duizenden levens kunnen redden. Bovendien kan de ziekte worden vermeden. De preventie berust op profylactische medicatie enerzijds en bescherming tegen de muggen anderzijds, wat niet te moeilijk of te duur is.

Tegen 2015 malaria beheersen en terugdringen is één van de Millenniumdoelstellingen. De gevolgen van malaria voor de ontwikkeling, of eerder de onderontwikkeling, zijn immers bijzonder alarmerend.

Malaria verhindert dat de armste mensen aan de armoede kunnen ontsnappen. Volgens cijfers van de Verenigde Naties heeft malaria tot gevolg dat het bruto binnenlands product van Afrika elk jaar ongeveer 12 miljard dollar te laag ligt. In sommige zwaar getroffen landen — malaria blijft een probleem in een honderdtal landen — slorpt de ziekte tot 25 % van de inkomsten van de gezinnen op en bijna 40 % van het budget voor gezondheidszorg.

Malaria heeft dus een negatieve invloed op het terugdringen van de extreme armoede in de wereld; de voornaamste Millenniumontwikkelingsdoelstelling. Malaria doodt en maakt mensen ziek. Vermits veel kinderen en leerkrachten ziek zijn, komt de realisatie van een andere Millenniumdoelstelling, namelijk basiseducatie voor iedereen, eveneens in het gedrang. Een ziek kind kan immers niet naar school en een zieke leerkracht kan geen les geven.

Malaria is niet alleen de oorzaak van herhaalde afwezigheid, maar heeft ook zware medische gevolgen : uitputting en bloedarmoede kunnen een blijvende nasleep hebben, onder meer neurologische letsels en cognitieve deficiënties.

Zwangere vrouwen worden vier keer meer door malaria getroffen dan andere volwassenen, met vaak dodelijke afloop voor moeder en kind. Het risico op malaria verminderen moet een topprioriteit zijn, zodat het sterftecijfer daalt en de gezondheidstoestand van de moeder verbetert. Dat laatste is een andere fundamentele doelstelling.

De strijd tegen malaria is een prioriteit van de Belgische Ontwikkelingssamenwerking. Op het vlak van de volksgezondheid doen we niet alleen inspanningen op multilateraal vlak, maar we hebben met bepaalde partnerlanden ook bilaterale projecten en programma's.

We verlenen uiteraard ook financiële steun aan het Prins Leopold Instituut voor Tropische Geneeskunde te Antwerpen.

Via indirecte bilaterale samenwerking met het Prins Leopold Instituut voor Tropische Geneeskunde te Antwerpen begeleiden we de malariabestrijding en versterken we de nationale capaciteitsversterking in Burundi, Vietnam, Zambia en andere landen, zoals Cambodja, Laos, Peru, Rwanda, Benin en Burkina Faso. In Oost-Afrika heeft het Instituut voor Tropische Geneeskunde een controlenetwerk uitgebouwd voor anti-malariabehandelingen in Burundi, het Oosten van de Democratische Republiek Congo, Rwanda, Oeganda en andere landen van Oost-Afrika.

De noordelijke landen niet meer weten welk onheil deze verschrikkelijke ziekte aanricht. In België is het risico onbestaande, zelfs al is ons klimaat soms vochtig en warm. Nochtans worden er in ons land jaarlijks 300 à 400 gevallen van malaria vastgesteld, waarvan 80 % afkomstig uit Afrika. Vele van deze gevallen worden behandeld door het Instituut voor Tropische Geneeskunde te Antwerpen. Daarbij zijn er nog enkele laboratoria over het gehele land en de meeste zieken kunnen in alle Belgische ziekenhuizen worden behandeld.

De eerste doelstelling is dus het sterftecijfer ingevolge malaria doen dalen, zelfs tot nul herleiden. De tweede doelstelling is de vermindering van het ziektecijfer en van de schadelijke gevolgen van de ziekte.

Om die doelstellingen te bereiken moet niet alleen de gezondheidszorg goed worden geleid, maar moeten we ook voldoende aandacht hebben voor waterzuivering en hygiëne. De woningen moeten regelmatig worden berookt met een reeks insecticides. Doordrenkte muskietennetten moeten snel overal worden uitgedeeld, iedere zieke moet behandeld kunnen worden en er moeten algemene informatiecampagnes worden opgezet waarbij de mensen wordt geleerd hoe ze een infectie kunnen voorkomen.

De jongste generatie anti-malariabehandelingen zijn duur en niet altijd voorhanden. De behandeling met het meest duurzame product, die slechts enkele dagen duurt, kost evenwel niet meer dan 3 à 4 dollar. Ze blijft dus toegankelijk voor zieken in de ontwikkelingslanden, of althans voor de internationale programma's die door het Global Fund for the Fight against Aids, Malaria and TB worden gefinancierd.

De strijd tegen malaria is het voorbeeld bij uitstek van een zaak waarvoor de overheden zowel in het noorden als in het zuiden, de privésector en de civiele samenleving, zich moeten organiseren en zich moeten verenigen in vernieuwende partnerschappen. Er zijn zonder twijfel meer middelen nodig, maar die kunnen worden gevonden door innovatieve financieringen. Via verbroedering- en verzusteringsprogramma's tussen steden kunnen er immers initiatieven worden genomen om bij te dragen aan de financiering van programma's om steden en dorpen in de partnerlanden van het zuiden opnieuw gezond te maken. Deze initiatieven kunnen ook de fabricage en de verdeling van geïmpregneerde muskietennetten bevorderen.

Naast deze zeer welgekomen initiatieven is het noodzakelijk dat de overheden hun verantwoordelijkheid opnemen, in de eerste plaats door meer middelen vrij te maken voor onderzoek en, in samenwerking met de privésector, voor de ontwikkeling van nieuwe medicaties. De Europese Unie moet terzake haar leiderschap waarmaken zowel bij het coördineren van de inspanningen als bij het realiseren van haar financiële engagementen.

De besmette landen moeten hun beleid in de strijd tegen malaria beter op elkaar afstemmen en zich baseren op de ondervinding, de kennis en de knowhow van het project « Roll Back Malaria ». Men moet er zich echter vooral bewust van zijn dat het een schande is dat deze plaag in de 21e eeuw nog altijd bestaat.

Daarom kondigt de minister aan dat hij de Belgische financiële steun aan « Roll back Malaria » vanaf 2007 wil voortzetten.

De minister hoopt dan ook dat de vrijgevigheid en de algemene steun op de jaarlijkse Africa Malaria Day, op 25 april, voortgezet en dat we volgend jaar kunnen vaststellen dat niet alleen de strijd is aangebonden, maar dat we ook de eerste blijvende overwinningen zullen kunnen vaststellen. De minister hoopt eveneens dat de Millenniumdoelstellingen binnen de vooropgestelde termijn worden gehaald, vooral inzake de terugdringing van malaria en de verlichting van de dramatische gevolgen ervan.

2. Uiteenzetting van prof. Awa Marie Coll-Seck, executive secretary, Roll Back Malaria Partnership, WHO

Malaria is een reëel probleem van volksgezondheid dat vooral de Afrikaanse landen teistert, maar ook de ontwikkeling in het algemeen in de weg staat.

Wat de spreiding van malaria in de wereld betreft, zijn Azië en Latijns-Amerika er erg aan toe, maar is Afrika met zijn meer dan één miljoen malariadoden het zwaarst getroffen. Dat is wellicht nog een onderschatting, want de mensen die thuis sterven, vooral kinderen, worden niet meegerekend. Een miljoen doden stemt overeen met vier tsunami's per jaar.

Op het Afrikaanse continent hebben 42 landen met endemische malaria te kampen hebben. Slechts in twee Afrikaanse landen is de bevolking niet voortdurend blootgesteld. Dat geeft de ernst aan van het fenomeen en van de problemen die ermee gepaard gaan.

Veel van de kinderen die sommigen onder u in ziekenhuisbedden zag liggen, zijn vandaag dood. Kinderen van minder dan vijf jaar zijn het kwetsbaarst. Bij zwangere vrouwen leidt malaria vaak tot miskramen, vroeggeboortes en tot veel andere complicaties. Zwangere vrouwen ontwikkelen dikwijls ernstige vormen van de ziekte.

Bovendien zijn in het Afrika van vandaag AIDS-lijders, ontheemden en vluchtelingen erg kwetsbaar.

Vierenveertig jaar geleden zijn de Verenigde Staten van Amerika erin geslaagd om malaria uit te roeien. In het Amerikaanse Congres zijn er nog standbeelden en voorwerpen die herinneren aan de verschrikkingen van malaria. De parlementsleden zagen zich toen zelfs verplicht op andere data te vergaderen. De ziekte is nu wel uitgeroeid, maar het Amerikaanse Congres gebruikt nog altijd dat oude vergaderrooster.

De strijd tegen malaria vergt een grote inzet, maar ook een goede coördinatie en veel middelen. Per jaar is er 3 miljard dollar nodig. Voor de coördinatie werd het partnerschap Roll Back Malaria opgericht met partners uit de privésector, NGO's, stichtingen, universiteiten, het Global Fund dat sterk gesteund wordt door de Belgische regering, de donorlanden en de endemische landen die niet langer een afwachtende houding aannemen, maar de problemen mee helpen oplossen, de WHO en talloze andere organismen, met name de Verenigde Naties, enzovoorts.

Als we malaria niet bestrijden, dan kunnen we de armoede niet bannen en zullen we tegen 2015 de Millenium Ontwikkelingsdoelstellingen niet bereiken. We moeten dus samen de strijd aanbinden om de pandemie onder controle te krijgen.

Er zijn successen geboekt. Men heeft lang beweerd dat malaria niet werd bestreden en dat er niet veel vooruitgang was. Er worden vandaag veel meer successen geboekt dan vermoed.

De strategie om met insecticide behandelde muskietennetten te verspreiden is vandaag flink opgeschoten. Landen als Togo en Niger zijn daarin toonaangevend. In die landen werden muskietennetten uitgedeeld ten gelegenheid van vaccinatiecampagnes gevoerd. De dekkingsgraad is gestegen van minder dan 5 % tot 90 %. Het gebruik laat echter vaak te wensen over. Om dat te verhelpen moeten we voorlichtingscampagnes voeren.

Thans doen we een oproep voor universele toegang tot de behandeling van malarialijders, want het sterftecijfer is te hoog. Chloroquine werkt niet meer, er moeten nieuwe behandelingsmiddelen komen. Er bestaat reeds een werkzaam middel dat evenwel duurder is dan dat wat op basis van chloroquine wordt geproduceerd. Therapeutische combinaties op basis van artemisinine zijn nu beschikbaar en de zieken kunnen er snel mee behandeld worden.

Er is nu één globale strategie uitgewerkt en aanvaard door alle Roll Back Malaria Partners. Ze stoelt op behandelde muskiettennetten, verstuiving binnenshuis en snelle behandeling van malaria-aanvallen.

Er zijn veel meer middelen beschikbaar. De landen van de Europese Unie hebben zeer veel gegeven, met name aan het Global Fund, en wij hopen dat het zo verder gaat. Andere landen en continenten verlenen bilaterale steun : zo is er het initiatief van president Bush, maar ook dat van de Wereldbank en van de Bill and Melinda Gates Foundation.

Gates Foundation en Glaxo Smith Kline investeren enorm in nieuwe geneesmiddelen en vaccins. Er zijn ook nieuwe initiatieven, zoals de vrijwillige toeslag op vliegbiljetten. Heel de wereld zoekt wegen om meer te doen dan alleen directe giften aan de betrokken landen of het Global Fund.

Ook artiesten staan op de bres voor de malariabestrijding, net als parlementsleden, de algemene vergadering van de VN, de G8, enzovoorts.

Steeds meer mensen en instellingen steunen de malariabestrijding. We staan nochtans nog voor grote uitdagingen. Malaria moet bovenaan de ontwikkelingsagenda blijven staan.

Als onze aandacht verslapt, dan blijft malariabestrijding niet prioritair, want de prioriteitenlijst is lang. We hebben dus nog heel wat werk voor de boeg.

Alle partners die nu in gespreide slagorde optreden, zouden hun acties beter op elkaar moeten afstemmen. Die inspanningen harmoniseren is eveneens een uitdaging.

We moeten over grote hoeveelheden van alle hulpmiddelen kunnen beschikken : geneesmiddelen, muskietennetten en insectenverdelgers. Het geld stroomt binnen, maar we hebben meer nodig.

3. Uiteenzetting van de heer Emile Bongeli, minister van Gezondheid, Democratische Republiek Congo, Board Member, Roll Back Malaria Partnership

Ondanks het feit dat alle middelen ons bekend zijn om deze kwaal uit te roeien, blijft de ziekte ons grote zorgen baren.

Op een bepaald ogenblik was de Democratische Republiek Congo erin geslaagd om de ziekte onder controle te krijgen. Het is dus een beetje beschamend dat, nu we over allerhande specialisten terzake beschikken, malaria nog steeds als een stille vloedgolf met meer kracht dreigt toe te slaan dan een tsunami.

Malaria is in heel Congo endemisch. Iedereen, dus niet alleen de eigen bevolking, maar ook de mensen die Congo bezoeken, zijn eraan blootgesteld.

Immers 97 % van het grondgebied in stabiele malariazones, waar men het hele jaar door het risico loopt om malaria te krijgen. Op slechts 3 % van het grondgebied, met name in het bergachtige oosten, is er een seizoensgebonden besmettingsrisico.

Malaria is nog steeds de voornaamste doods- en ziekteoorzaak, niet alleen bij volwassenen, maar vooral bij de meer kwetsbare bevolkingsgroep van kinderen jonger dan vijf jaar en zwangere vrouwen. Een Congolees kind maakt jaarlijks gemiddeld minstens vier malaria-episodes door.

Malaria is als doodsoorzaak goed voor 81 % van de sterfte door potentieel endemische ziekten en de gemiddelde prevalentie van malaria kan oplopen tot 19 000 per 100 000 inwoners, voor verschillende onder hen met de dood tot gevolg. Zoals professor Coll-Seck al aangaf, wordt in deze statistieken enkel rekening gehouden met de in een ziekenhuis opgenomen patiënten. Om verschillende redenen, ondermeer armoede en een gebrekkig systeem van gezondheidszorg, laten velen zich niet behandelen in een ziekenhuis.

Ongeveer 60 % van de externe raadplegingen gaan over malaria. Malaria treft in 60 % van de gevallen een kind jonger dan vijf jaar en in 48 % van de gevallen waarin kinderen in een ziekenhuis worden opgenomen, is malaria de oorzaak.

Malaria is de oorzaak van 85 % van de bloedtransfusies en van 40 % van de kindersterfte.

Deze ziekte veroorzaakt armoede of de armoede wordt erdoor nog nijpender, in de eerste plaats vanwege de kosten voor de verzorging en vervolgens omdat die mensen niet produceren. minister De Decker gaf al het voorbeeld van het schoolverzuim, zowel van leerlingen als van leraars. Ook in andere domeinen treedt productieverlies op.

Zo belandt men in een vicieuze cirkel : malaria veroorzaakt veel ellende en de armoede brengt nog meer malaria teweeg.

Sommige behandelingswijzen mislukten omdat de bevolking er resistent voor werd : door onwetendheid of wegens zeer grote armoede maakten sommige zieken de behandeling niet af. Men is dan gebruik gaan maken van de ACT-therapie, op basis van artemisinine in combinatie met andere molecules. Voor de Democratische Republiek Congo werd geopteerd voor de combinatie van artemisinine met amodiaquine, die slechts in 0 tot 2 % van de gevallen niet werkzaam is. Die combinatie werd via ministerieel besluit officieel erkend.

Quinine, waarvan het land de boom rpoduceert, blijft volgens hetzelfde besluit een tweedelijnsbehandeling wanneer er geen ACT-Therapie meer toegediend kan worden.

Op het gebied van preventie juichen we de inspanningen toe die gedaan werden om een geschikt vaccin te vinden voor deze ziekte. We danken ook het Global Fund dat miljoenen met insecticide geïmpregneerde muggennetten en duizenden dosissen ACT ter beschikking stelde. De Congolese regering heeft in samenspraak met de partners beslist om voor alle kinderen jonger dan vijf jaar te voorzien in een kostenloze behandeling van de ziekte en in een tussentijdse preventieve behandeling.

Na al die perioden van oorlog die het land hebben geteisterd, moet er niettemin ook nog veel gesaneerd worden. De Congolese hoofdstad is één van vuilste ter wereld. In de rest van het land heerst er vergaande verloedering waardoor de ziekte welig kan tieren.

De inspanningen moeten vooral gericht worden op de collectieve en individuele hygiëne zodat niet enkel malaria wordt uitgeroeid, maar ook andere, geneeslijke ziekten, die niettemin dodelijk blijven in de DR.

Er is ook een groot probleem op het gebied van informatie, opvoeding en communicatie. Het haalt niets uit geïmpregneerde muggennetten te verdelen, als de mensen niet weten hoe ze die moeten gebruiken.

Het volstaat evenmin om fondsen ter beschikking te stellen. Die fondsen moeten ook nog efficiënt worden aangewend. In de DRC werd beslist om alle partners samen te brengen, met de steun van de Belgische Technische Coöperatie, teneinde de interventies te standaardiseren zodat de zeer nadelige versnippering vermeden kan worden.

De toelevering is ook vaak problematisch. De plaatselijke producenten worden aangemoedigd om de nodige octrooien te verwerven zodat ze de minder dure generische geneesmiddelen kunnen fabriceren. Helaas worden er voor die generische middelen, die van goede kwaliteit zijn, geen grote bestellingen geplaatst, aangezien de procedure voor het verkrijgen van een prekwalificatie van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) in het voordeel speelt van de grootste firma's.

Malaria blijft een groot probleem voor de volksgezondheid in de Democratische Republiek Congo en in heel Afrika. Nochtans is het een ziekte die genezen kan worden en zelfs kan worden uitgeroeid. De kosten voor de behandeling van malaria en het hoog sterftecijfer hinderen de ontwikkeling. Tot nog toe werd op disparate wijze opgetreden tegen de ziekte, maar met de coördinatie van het partnerschap en onder de leiding van het ministerie van Gezondheid, kan op een veel intelligentere manier te werk gegaan worden.

In het verleden werd er maar weinig belang gehecht aan sanering. Hygiëne moet nu een prioriteit zijn in de strijd tegen malaria en andere ziektes die ontstaan door onhygiënische leefomstandigheden.

Om de ziekte in te dijken moeten mensen met malaria verzorgd kunnen worden. De gezondheidszorg werd op dit gebied versterkt. In dat verband dankt de minister de Belgische minister van ontwikkelingssamenwerking omdat deze laatste ervoor gezorgd heeft dat de kinderafdeling van het algemeen ziekenhuis in Kinshasa, het grootste ziekenhuis van het land, weer operationeel werd.

Gelet op de specifieke situatie in Congo, is het verkieselijk dat laboratoria die werken aan de ontwikkeling van de vaccins, in Congo een testsite vestigen.

4. Uiteenzetting van de heer Bruno Gryseels, directeur van het Prins Leopold Instituut voor Tropische Geneeskunde, Antwerpen

There are many important medical and economical reasons to control malaria. However, it should be highlighted that the first and foremost reason is a purely humanitarian one. If we believe that humans are equal, that all men and women are born equal then malaria control is a duty of each world citizen.

Malaria is a disease of poverty. It is clear that it causes poverty but poverty is also the cause of disease. This is illustrated when looking at the geographical overlap between poverty and malaria.

Universal human rights, on which modern society is based, states in Article 1 that « all humans are born free and equal and that everyone is entitled to all these rights and that everyone has the right to life ». It is clear that these rights are violated every day when comparing life expectancy and child mortality in the North and the South.

What can be done about malaria and what should be done ?

First, the efficacy and availability of existing drugs have to be increased. We need to switch to artemisinin combination treatments (ATC's) even though they are more complicated and expensive. It is not the price which matters.

But also better diagnostics are highly needed. In the press, in the media, and even in the scientific media, there is a lot of focus on drugs and on vaccines. But, in actual fact a major need to increase the efficacy and efficiency of the drugs is better diagnostics. Malaria used to be so easy to treat with chloroquin that making a diagnostic did not matter. When someone had fever he/she was just treated with chloroquin. Nowadays people need to be treated with far more expensive drugs for which we need to be much more careful to reduce the risk of further resistance. More precise diagnostics need to be made possible.

For the time being there are few methods of diagnosing malaria without a microscope.

Third, prevention needs to be improved. The efficacy of new vaccines can be increased but ways to increase the effectiveness should also be looked at. In most countries of Africa access to health services is only between 20 and 30 %. A major problem is physical inaccessibility, the health centres are too far, in many cases they are located within a walking distance of 10 km and more. If the patient has a fever or is in a coma it is practically impossible to reach a health centre.

When the patient arrives at the health centre very often there is no one of professional quality available and staff is often called away to be trained. Even if there is a nurse or doctor present there might be no microscope, even if there is a microscope there might be no drugs. Even if there are drugs they might be past their shelf-life, even if there are good drugs the patient might not have enough money to pay for them. Even if the patient has the money to pay for them he/she may share them with his/her family and in so doing the patient does not take enough drugs, or even if the patient takes all of the drugs he/she will vomit because there is not enough bread available to take with the drugs.

So there are a great number of factors. If all of these factors are looked at, then the chances that the patient has actual access to care are low.

If the efficacy of the diagnostics or of the drugs is improved from 70-90 % the overall impact on such a weak health system will be very minimal. If the access and the quality of the health systems are not improved the biomedical research will be of little value. Research on health systems is thus absolutely needed.

An important third element is the cost. ACT's, artimisinin drugs, are much more expensive (2 to 4 $ a head). This still does not compare to drugs for AIDS which cost a few hundred dollars per year. Therefore, two or three dollars should be affordable.

Drugs only make up 20-25 % of a health care system, the rest is made up of staff, infrastructure, diagnostics and consumables. It is not by reducing the price of a drug that access to that drug is proportionally increased. The efficiency and effectiveness of the health systems must be improved if research and the improved tools available are to take effect.

When looking at the history of malaria control three periods can be distinguished. Between 1950-1970 it was thought that the disease could be eradicated, as was done in part of the United States because the United States have plenty of money. An attempt to put this into effect in the developing world was made. This has proved to be infeasible for many reasons and vector resistance also arose.

Between 1970-1990, with the ease of the drugs available, the major approaches were mass medication and preventive medicine through crypto-vertical systems. These vertical systems, meaning specific teams who went out to the villages to give treatment to pregnant women and children, could usually not be sustained. These teams were also confronted with parasite resistance.

In 1990, during the Conference of Amsterdam, it was declared that the management of the disease and of the patients was the core answer to malaria control. The health services must thus be improved. The problem is that these horizontal approaches, dealing with the health systems in which you cannot single out one disease, malaria or aids or tuberculosis, is not very popular with Western or Northern scientists or experts or donor agencies because the pure effect of your investment cannot be singled-out.

In 1960, when the initial Roll Back Malaria was announced by Dr. Bruntland, the initial slogan was to « roll back malaria by strengthening the health systems ». Hopefully this slogan will not be forgotten.

Strengthening health systems is high on the agenda of the millennium development goals and it is essential to reach these goals, which are very much defined in terms of diseases. But it should not be forgotten that the programmes to combat diseases must, at the end of the line, be integrated by a nurse or by a community health worker in these developing countries. These health workers are sometimes alone in their village. They have to deal with all these new programmes and at the same time have to fill reports and follow training's whilst their patients are knocking on their doors because they have a fever, or a cough or have had an accident.

Access to quality health care in developing countries is not on the same level as efforts which are being made here in the North or the attention that is being paid to specific diseases.

This is not to diminish the importance of malaria. On the contrary, strengthening the health systems, for malaria in particular, is a precondition for sustainable malaria control. There are a great number of problems here : the access to health care is limited by geographical, physical, social, cultural and financial factors.

The lack of human resources is truly the greatest problem at this moment. There are not enough doctors or nurses in the field. A lot of people have been trained. But one of the major problems is the « brain-drain ».

In the city of Manchester in England, for instance, there are more nurses from Malawi than in Malawi itself : 90 % of Zambian doctors are working in the United Kingdom or the United States, tens of thousands of South-African nurses are being recruited by the health services of the United Stated, Australia, Canada, or the United Kingdom. This is due to the fact that the medical profession is not valued enough anymore to attract sufficient people here. It is clear that there is a misbalance here which is absolutely vital to solve if we want to solve the health crisis in the South.

The international economic system, and the restructuring programmes imposed by the National Monetary Fund among others, has really led to underfunding of the public services. Health, and social systems are being privatised more and more in the West. In developing countries this type of market approach is a recipe for a disaster. If the public systems in these developing countries are not shown how to take care of the minimal access to care and education it will not work.

In Belgium a comprehensive view on health development is shared. It is believed that developing health care systems is the core response to what the people need. These health care systems are also needed to achieve a sustainable disease control. If there are no health care services it will be impossible to sustain malaria control, or any disaese control, in the long term.

It is imparative to develop the capacities in the countries to deal with malaria but also with other diseases and health systems through capacity strengthening programmes. The Institute of Tropical Medecine carries out such a programme involving 22 partners in 17 countries. It is not geared at carrying out projects but really at strengthening the capacity of the developing countries, of the endemic countries. It is supported with substantial funds of the Belgian Minister for Development Cooperation.

There are many, many very good disease experts and programme managers in developing countries who should be able to find a good career in their own country and not just in the international agencies. A system should be established to encourage these experts to stay and work in their own country.

Clinical and intervention trials should be conducted. Two organisations who are really committed to strengthening the capacity of the developing countries, in Africa in particular, are The Medicine for Malaria Venture and the European Developing Countries Clinical Trial Partnership.

It is also extremely important to improve the regulatory authorities in the endemic countries. Up to 40 % of the drugs for malaria on the market in Africa are substandard or counterfeit. This is a huge problem which must be solved by strengthening first and foremost the regulatory authorities in the developing countries.

In Africa only, South Africa has a sufficient regulatory authority to deal, on an international level, with drug companies, not only with great big pharma but also with a lot of generic producers who escape international regulations and bring products on the market which should not be there.

Malaria Day is an important day to really focus on Malaria. But malaria is part of an entire comprehensive problem and of a health crisis which has never been seen before, particularly in Africa, which has to be solved by investing in the systems, in the people and in new tools.

5. Uiteenzetting van de heer François Meurice, vice president, GlaxoSmithKline Biologicals

GlaxoSmithKline Biologicals (GSK) is een wereldfirma die wereldwijd vaccins levert. Vorig jaar werden meer dan een miljard doses verspreid in 165 landen, waarvan 90 % ontwikkelingslanden. Dat is mogelijk dankzij leveranciers als de WHO, Unicef, de Amerikaanse Vereniging voor Gezondheid en de GAVI, de Global Alliance for Vaccines and Immunization.

Over het algemeen moedigt GSK alle vormen van privé-publiek partnerschap aan, niet alleen voor onderzoek en ontwikkeling, maar ook voor langetermijnverbintenissen inzake vaccinvolumes, prijzen, mogelijkheden van langetermijnfinanciering, met inbegrip van voorlichtings- en bewustmakingscampagnes op lange termijn.

Dat GSK zich op lange termijn engageert in de malariabestrijding blijkt op verschillende vlakken. Zo werkt GSK binnen verschillende partnerschappen voor geneesmiddelenproductie, bijvoorbeeld de groep Medicines for Malaria Venture.

GSK beschikt over gespecialiseerde centra in Spanje en Engeland. Er worden inspanningen geleverd om nieuwe gecombineerde geneesmiddelen te vinden en om gezondheidseducatieprogramma's te steunen die gericht zijn op gedragswijzigingen en algemene bewustmaking voor de problematiek.

GSK beschikt in Rixensart over een wereldcentrum voor de ontwikkeling van vaccins en is al twintig jaar lang ononderbroken bezig met het onderzoek naar en de preklinische en klinische testen van een vaccin. GSK werkt daartoe samen met tal van partners waaronder instellingen, laboratoria en onderzoekscentra in Afrika.

Hier legt spreker opnieuw de nadruk op het publiek partnerschap : sinds 2001 is GSK partner van het Malaria Vaccine Initiative van het PATH, waardoor GSK zijn slagkracht kan versterken in een aantal Afrikaanse landen waar het de leiding heeft over klinische studies.

Het doel van het GSK-Vaccinproject is een malariavaccin aanmaken dat kinderen en zuigelingen in endemische landen beschermt. Het gaat dus niet om een vaccin voor reizigers, maar wel voor de bevolking van gebieden waar Plasmodium Falciparum voorkomt, de parasiet die verantwoordelijk is voor de ernstigste, zeg maar dodelijke, vormen van malaria in Afrika.

Het doel is om een vaccin aan te maken dat medisch veilig is en goed getolereerd wordt door kleine kinderen, zodat het kan worden opgenomen in de gebruikelijke uitgebreide vaccinatieprogramma's in derdewereldlanden in het algemeen en in Afrika in het bijzonder. Het vaccin moet doeltreffend zijn onder alle besmettingsvoorwaarden en die verschillen van gebied tot gebied.

Het vaccin bestaat uit twee samengevoegde antigenen : het RTS,S dat de parasiet zelf viseert, wordt via genetische manipulatie en dankzij innoverende adjuvantia gecombineerd met het antigeen tegen hepatitis B. Het gaat om een zeer doeltreffend en modern vaccin.

Er zijn al heel wat inspanningen gedaan. De klinische studies, waarmee werd begonnen in de jaren 80, zijn in 2004 in een beslissende fase beland. Toen werd namelijk op grond van een grote klinische studie in Mozambique bewezen dat het vaccin doeltreffend was. De resultaten van het onderzoek werden in 2005 gepubliceerd.

De hoofdresultaten hebben aangetoond dat het vaccin veilig was en goed werd getolereerd door kinderen van 1 tot 4 jaar. Het vaccin was doeltreffend in 35 % van de gevallen van ongecompliceerde malaria en in bijna 50 % van de ernstige malariagevallen. Nooit tevoren hadden we met een malariavaccin zulke goede resultaten verkregen.

De opvolging op lange termijn is aan de gang. Het opvolgingsonderzoek na 18 maanden loont de moeite : de bescherming blijft behouden over heel de periode. Daarmee breekt een volgende belangrijke fase aan voor de ontwikkeling van het vaccin.

De wetenschappelijke resultaten zijn gepubliceerd.

Vervolgens moest worden onderzocht of het vaccin kan worden opgenomen in de gangbare vaccinatieprogramma's voor zuigelingen.

Volgende, meer technische studies staan nog op stapel : vergelijking van de adjuvantia en optimalisatie van de toedieningsschema's om de werkzaamheid van het concept voor routinegebruik te bewijzen, begin van de fase III-studies vanaf 2008.

Om voortgang te maken moeten eerst de onderzoeksresultaten van fase II en fase III worden bevestigd. Daartoe moeten er onderzoeksteams worden opgericht in de Afrikaanse landen waar de studies worden uitgevoerd, akkoorden sluiten, acties coördineren, de logistieke kwesties bekijken, evenals de materialen en last but not least de opleiding.

Tevens moet ook de infrastructuur worden ontwikkeld, de productie van kwaliteitsvolle gegevens verzekerd en te gepaste tijde het fase III-programma uitgevoerd, wat een aanzienlijke inspanning zal vergen, aangezien nog ongeveer 15 000 kinderen moeten gevaccineerd worden en de werkzaamheid van die vaccinatie aangetoond.

GSK is volop aan het werk. Vorig jaar is het al begonnen met de bouw van de industriële infrastructuur. Als GSK in staat wil zijn om op grote schaal vaccins te leveren, dan moeten er uiteraard keuzes gemaakt worden. GSK verbindt zich daartoe.

Als alles volgens planning verloopt, legt GSK het registratiedossier in 2010 voor aan de Europese autoriteiten. Op grond van de technische regelgeving « artikel 58 » kunnen dan geneesmiddelen en vaccins worden geregistreerd voor niet-Europese landen, met name voor Afrika.

GSK voert besprekingen en heeft samenwerkingsakkoorden over malariabestrijding met vier gebieden in Afrika. De besmettingsmechanismen verschillen van gebied tot gebied. Het is de bedoeling aan te tonen dat de eerste bemoedigende resultaten ook in die verschillende gebieden kunnen worden verkregen.

Het RTS,S-vaccin zal andere, reeds vermelde maatregelen aanvullen : het gebruik van geïmpregneerde muskietennetten en de voorlopige behandeling van jonge kinderen.

Een vaccin ter bescherming van jonge Afrikaanse kinderen behoort dus tot de mogelijkheden en zal vroeger beschikbaar zijn dan men denkt. We moeten ons dus voorbereiden op de aanmaak en de registratie ervan en tevens de beleidsvoering terzake bekijken. Is het mogelijk om de invoering van het vaccin te versnellen ? Welke financieringsmechanismen bestaan er ?

Daarover moet worden nagedacht. Dat kan niet op een geïsoleerde manier. Een privé-publiek partnerschap en een nauwe samenwerking met de onderzoekers ter plaatse zijn van wezenlijk belang voor het welslagen van de klinische studies.

GSK verbindt zich er hic et nunc toe om het vaccin snel en op grote schaal in te voeren en rekent daarvoor op een stevig partnerschap met de regeringen, de NGO's, de gezondheidsautoriteiten van de verschillende landen, de hulporganisaties, enzovoorts.

6. Uiteenzetting door de heer Axel Vande veegaete, head International Affairs, Rode Kruis-Vlaanderen

Preventie is een belangrijk onderdeel van de geïntegreerde strijd tegen malaria. Een van de vormen van preventie is de verdeling van muskietennetten die met een bestrijdingsmiddel zijn behandeld.

De netten moeten vooral onder de meest kwetsbare groepen worden verdeeld; vrouwen en kinderen onder vijf jaar moeten de muskietnetten als eerste krijgen en ze ook gebruiken. De meer dan twee miljoen vrijwilligers van het Rode Kruis in Afrika spelen hierbij een belangrijke rol : zij overbruggen de laatste kilometer naar de doelgroep. Ze gaan hiervoor tot in de kleinste uithoeken van de brousse en de savanne in Afrika. Door hun aanwezigheid in de gemeenschappen kunnen niet alleen de netten worden verdeeld, maar kan ook werk worden gemaakt van de sociale mobilisatie om de bevolking te overtuigen van het nut van het gebruik van die netten. Het is ook belangrijk dat die acties worden opgevolgd en niet in de tijd worden beperkt.

Toch zijn er enkele knelpunten bij de verdeling van die muskietennetten. Ten eerste gaat het om grootschalige acties die meestal met vaccinatiecampagnes worden gecombineerd. Lokale gezondheidsorganisaties organiseren samen met het Roll Back Malaria partnership grote vaccinatiecampagnes waarbij ook behandelde muskietennetten, LLIN's, worden verdeeld. Hierbij zijn een goede planning en een goede timing van essentieel belang. De aankoop van de netten en de vaccinaties moet gecoördineerd verlopen. Ook het tijdstip is van belang. Voor de vaccinatiecampagne is het droge seizoen misschien aangewezen, maar uit ervaring weten we dat de verdeling van de netten best niet te lang vóór het regenseizoen wordt georganiseerd. Goed overleg is dus noodzakelijk. De afgelopen jaren werden succesvolle acties gevoerd in Togo, Zambia en Ghana. Begin deze maand hebben we een campagne in Niger afgerond, waarbij er meer dan twee miljoen behandelde netten werden verdeeld.

Een tweede knelpunt is de planning van de financiering. We werken met vele partners samen. We hebben daarbij gemerkt dat donoren minder belangstelling hebben voor preventieacties zoals de maatschappelijke mobilisatie en de opvolging van de preventieacties. Elke donor wil de kers op de taart hebben; ze financieren liever acties die in het oog springen en aantrekkelijk zijn. Muskietennetten zijn zeer goed zichtbaar en dus aantrekkelijk om er acties rond te voeren. Het is echter belangrijk dat voor het volledige programma rond mobilisatie, informatie en sensibilisatie voldoende middelen worden vrijgemaakt.

Het derde en meest complexe knelpunt is uiteraard de gedragsverandering. Mensen moeten overtuigd zijn van het nut van de netten die ze krijgen en moeten daarom ook weten wat de ziekte veroorzaakt en hoe ze zich ertegen kunnen beschermen. Uiteraard beperken de vrijwilligers die de bevolking inlichten, zich niet tot de netten zelf. Ze hebben ook aandacht voor de sanitaire omgeving en voor het doorbreken van de voortplantingscyclus van de mug. Het gebruik van de netten is echter een essentieel onderdeel van de preventiecampagne. Het heeft geen zin ze te verdelen, als de mensen ze niet gebruiken.

Het ministerie van Gezondheid, de partner bij uitstek, heeft echter in geen enkel land de nodige capaciteit om volledig in te staan voor de sociale mobilisatie en de follow-up. Daarom moet er met de civiele maatschappij worden samengewerkt. Dat is uiteraard niet alleen het Rode Kruis, maar ook de kerken, de moskees, andere NGO's, jeugdbewegingen enzovoort. Allemaal moeten ze worden gemobiliseerd. Dat is een werk van lange adem en voor de ondersteuning van de civiele maatschappij moet eveneens voldoende financiering zijn.

Vorige sprekers hebben al aandacht besteed aan de capaciteitsopbouw, vooral dan in de gezondheidssector. Ook binnen de civiele maatschappij is capaciteitsopbouw heel belangrijk. Er moet gezorgd worden voor voldoende medewerkers in de dorpen die over voldoende kennis beschikken om het preventieve aspect van de malariabehandeling op te volgen en in goede banen te leiden.

Naast de verdeling van netten tijdens grote vaccinatiecampagnes, moet in vele Afrikaanse landen de verdeling van netten ook deel uitmaken van lopende gezondheidsprogramma's, zeker van deze die toegespitst zijn op de meest kwetsbaren. Spreker geeft het voorbeeld van programma's van thuiszorg voor HIV-patiënten in landen zoals Mozambique. Het is belangrijk dat dergelijke acties worden ondersteund door de verdeling van behandelde muskietennetten. Ten eerste zijn deze mensen vatbaarder voor malaria. Ten tweede zijn er al de structuren om die mensen te bereiken en de follow-up te garanderen. Daarom is het belangrijk dat in de gewone gezondheidscampagnes of -projecten aandacht wordt besteed aan de strijd tegen malaria.

De strijd tegen malaria kan pas gewonnen worden als alle partners van het Roll Back Malaria Partnership effectief en goed samenwerken, als alle acties gecoördineerd worden en er voldoende aandacht is voor alle aspecten van de strijd tegen malaria.

7. Uiteenzetting door de heer Vincent Janssens, Artsen Zonder Grenzen

Artsen Zonder Grenzen (AZG) is een medische hulporganisatie die zich concentreert op humanitaire crisissen. De ervaring met malaria is tweeledig. In heel wat humanitaire crisissen is malaria een verzwarende factor; de ziekte komt er als een extra probleem bovenop. Daarnaast veroorzaakt malaria zelf vaak een humanitaire crisis.

In 2005 zijn pakweg 1,8 miljoen mensen de diensten van AZG voor malaria komen consulteren. Dit gebeurt in veertig landen gespreid over de hele wereld. Uit evaluatie die AZG zelf regelmatig opmaakt blijkt dat malaria nog altijd een belangrijke oorzaak is van mortaliteit en morbiditeit, vooral bij kinderen. In Congo bijvoorbeeld loopt de kindmortaliteit op tot 6 per 10 000 per dag en in 40 % van deze gevallen is de oorzaak malaria. In Sierra-Leone is malaria verantwoordelijk voor een mortaliteit van 1,2 per 10 000 per dag bij kinderen jonger dan 5 jaar.

Inzake malariabehandeling is de belangrijkste bezorgdheid drievoudig. Er zijn vooreerst te veel mensen en te veel patiënten die gewoon geen toegang hebben tot een malariabehandeling, deels door het ontbreken van diensten, deels door het ontbreken van een behandeling. Daarnaast is er het inadequaat gebruik van de beschikbare behandeling, omdat de diagnose niet altijd optimaal gebeurt. Er bestaan wel snelle diagnostische testen die een scherpere diagnose mogelijk maken dan de gebruikelijke microscopische diagnose. Ten slotte wordt nog te veel ineffectieve medicatie voorgeschreven.

Uit evaluaties blijkt dat resistentie tegen medicatie reeds zeer ruim verspreid is. De WHO heeft daarop ingespeeld door te argumenteren dat vanaf een resistentiegraad van 10 % een ander protocol moet worden gekozen. De ACT's zijn daarbij de standaard geworden. Daaruit heeft AZG de conclusie getrokken dat iets anders dan ACT voorschrijven zowel medisch als ethisch totaal onverantwoord is. Daarom worden ACT's nu systematisch gebruikt en dringt AZG aan bij partners en bij de overheid op een dringende verandering in die zin. Die informatie is al lang gekend, maar blijkens een WHO-lijst hebben in 2006 nog steeds 40 landen die protocolverandering wel doorgevoerd, maar hebben er slechts 12 de inspanning gedaan om de ACT-medicatie beschikbaar te stellen voor malariapatiënten.

Volgens informatie van het Roll Back Malaria-initiatief verloopt de distributie van de medicatie in Afrika te verspreid. Bij bezoeken aan de eerstelijnsgezondheidsdiensten stelt AZG geregeld vast dat de ACT's nog niet in de rekken staan. Er moet nog heel wat werk worden verricht om het protocol uniform toe te passen.

Er zijn er vier mogelijke bottlenecks bij deze implementatieproblematiek, namelijk het politieke engagement rond de beslissingen om het protocol te wijzigen, het financiële aspect, het organisatorische aspect en de algemene toegankelijkheid tot de behandeling en de verzorging.

Wat het politieke engagement betreft, is het een feit enkele Afrikaanse landen het protocol nog niet veranderd hebben, nog steeds werken met chloroquine of andere resistente geneesmiddelen. In nog andere landen die het protocol wel gewijzigd hebben en financiële middelen ter beschikking hebben, vinden we toch nog steeds geen ACT's in de rekken. Men kan zich afvragen of dit een probleem is van politiek engagement of een combinatie van verschillende factoren. Het politieke engagement om een verandering door te voeren stopt niet op het ogenblik dat er formeel een ander protocol is. In feite begint het eigenlijk pas dan en op dat ogenblik moet er een politiek engagement zijn voor alle lagen van de organisatie.

Het financiële aspect betreft in de eerste plaats het Global Fund. Er is heel wat vertraging in het beschikbaar stellen van de fondsen. De vraag is of de procedures wel aangepast zijn en of er niet te veel intermediaire stappen zijn. Sierra Leone diende in 2004 een proposal in en beschikt nog altijd niet over ACT's.

Als bepaalde landen hun proposal geweigerd zien zodat ze geen ACT's kunnen aankopen, dan kunnen de patiënten in die landen niet geholpen worden, ook al zou het nationale protocol gewijzigd zijn. Misschien waren vele voorstellen die naar het Global Fund werden gestuurd onvolledig en zal men nu tot de conclusie komen dat er geen middelen zijn voor zowel de diagnose als het personeel dat de behandeling moet geven. Men is alleszins niet gerust in die financiële middelen.

Als een belangrijke verandering moet worden doorgevoerd, rijst bij mensen de vraag hoelang ze zullen worden ondersteund wanneer ze zich engageren.

Er rijzen ook een heleboel praktische problemen, zoals het bestellen en invoeren van de medicatie en het plannen van de behoeften. Dit laatste is normaal al gebeurd bij het opmaken van een voorstel, maar bij de praktische uitvoering kunnen zich nog heel wat problemen voordoen, zeker als er onvoldoende informatie is over de sanitaire situatie in een bepaald land.

Het personeel dat het nieuwe protocol in de praktijk moet omzetten, kan daarover twijfels en zijn eigen opinie hebben. Het moet in ieder geval worden opgeleid. In heel wat landen bestaan er logistieke problemen om alles tot in de verste uithoeken te bezorgen.

Een complete malariabehandeling is niet enkel een kwestie van de juiste medicatie, maar ook van een correcte diagnose. Daarbij moet voldoende aandacht gaan naar de snelle diagnostische test.

De toegankelijkheid van behandeling en zorgen is erg belangrijk. Dat probleem rijst op verschillende niveaus. In de eerste plaats bestaat er in een heleboel Afrikaanse landen een groot probleem inzake de toegankelijkheid van eerstelijnszorg. Het ontbreken daarvan is in vele landen de belangrijkste doodsoorzaak. Zijn er alternatieve opties ? Kunnen we investeren in eerstelijnszorg en een inhaalbeweging op gang brengen zodat op korte termijn veel meer mensen kunnen worden behandeld ? De haalbaarheid en de effecten van die mogelijkheid moeten nog grondig worden bekeken.

Wanneer er wel een eerstelijnszorg bestaat, betekent dat nog niet dat die ook toegankelijk is. In vele landen moet de patiënt betalen. In Sierra Leona bijvoorbeeld gaat 70 % van de zieke mensen niet naar de gezondheidszorg omdat ze weten dat ze het niet kunnen betalen.

Het is zelfs niet voldoende gratis eerstelijnszorg te bieden. We moeten ook zeker zijn dat er evenmin iets wordt aangerekend voor de behandeling en de medicatie.

Het blijft van belang dat we voldoende aandacht geven aan het onderkennen van de technische en organisatorische aspecten. We mogen niet stoppen wanneer de protocollen veranderd zijn. We moeten op internationaal niveau ook bereid zijn om de nodige hulp te geven voor die technische en organisatorische aspecten.

Internationaal moet de bereidheid bestaan om daaraan voldoende ondersteuning te geven. De nodige financiële middelen moeten op permanente basis beschikbaar blijven.

De haalbaarheid van eerstelijnsgezondheidszorg moet voldoende aandacht krijgen. Initiatieven moeten er rekening mee houden dat patiënten die een correcte behandeling nodig hebben, geen financiële barrières hoeven te overwinnen. Zulks impliceert dat de eerstelijnsgezondheidszorg gratis is. Als zulks niet haalbaar is moeten de meest kwetsbare bevolkingsgroepen, zoals de kinderen, prioritair worden geholpen. Als ook dat nog een probleem is, moet de behandeling zelf op zijn minst gratis zijn.

Het blijft belangrijk om permanent voldoende aandacht te besteden aan snelle diagnostische technieken. Bij de invoering van dergelijke belangrijke gezondheidsveranderingen moet voldoende aandacht worden besteed aan de follow-up en de monitoring van de resultaten van de nieuwe aanpak.