Vragen en Antwoorden

BELGISCHE SENAAT


Bulletin 3-61

ZITTING 2005-2006

Vragen van de Senatoren en antwoorden van de Ministers (Art. 70 van het reglement van de Senaat)

(N.): Vraag gesteld in het Nederlands - (Fr.): Vraag gesteld in het Frans


Vice-eerste minister en minister van Financiën

Vraag nr. 3-3992 van de heer Brotcorne d.d. 29 december 2005 (Fr.) :
FOD Financiën. — Hervorming van de loopbanen. — Sectiechef bij Financiën 32S1.

In antwoord op mijn schriftelijke vraag nr. 3-2922 betreffende de gevolgen van de hervorming van de loopbanen voor de sectiechefs bij Financiën 32S1 (Vragen en Antwoorden 3-47, p. 3905), antwoordt u dat u niet goed inziet « in hoeverre de oude sectiechefs van Financiën het slachtoffer zouden zijn geweest van om het even welke discriminatie » ten opzichte van de ambtenaren die de weddeschalen 30S2 en 30S3 genieten.

Bovendien voegt u eraan toe dat « er nooit medegedeeld werd dat de sectiechefs van Financiën zouden vergoed worden krachtens weddeschaal CF2. »

Ik heb nochtans vernomen dat op 21 oktober 2002 aan alle sectiechefs bij Financiën een schrijven werd gericht met als titel « U bent assistent bij Financiën vergoed in de weddeschaal 30S2/30S3, of u bent sectiechef bij de Douane (niveau 3) ». Daarin wordt behandeld : « Welke maatregelen betreffende uw loopbaan stellen de ministers Reynders en Van den Bossche aan de respresentatieve vakorganisaties van het ministerie van Financiën voor ? Wat is nu al zeker ? De stand van zaken ». Er wordt gepreciseerd dat enerzijds het voordeel van de vergoeding voor de chef van de dienst der inkohieringen behouden blijft, maar vervangen wordt door een premie voor ambtenaren met leidinggevende verantwoordelijkheden van 1000 euro voor de toekomstige dienstchefs, en anderzijds dat de totale vergoeding van de 32S1 met gemiddeld 1876 euro wordt verhoogd, met een maximum van 2517 euro zonder bijkomende voordelen of competentietoelagen.

Bovendien wordt in het document met als titel « De nieuwe loopbanen. Toepassing op de FOD Financiën en op het bestuur van de pensioenen. Niveau's D, C, en B. Sectorcomité II Financiën. Definitieve voorstellen ingediend op 30 maart 2004 » in de rubriek « Integratie 32S1 in de nieuwe weddeschalen » op bladzijde 26 in een opmerking gepreciseerd dat rekening houdend met de anciënniteit vóór de benoeming van sectiechef bij Financiën, de effectieve integratie in een weddeschaal van assistent bij Financiën op basis van de CF2 + 1700 euro zal worden doorgevoerd.

Kunt u de inhoud bevestigen van het schrijven dat op 21 oktober 2002 aan de sectiechefs bij Financiën werd overgemaakt evenals van het voorstel op bladzijde 26 van het document met de definitieve voorstellen dat op 30 maart 2004 in het Sectorcomité II Financiën werd overhandigd ? Kunt u me bevestigen dat, rekening houdend met de anciënniteit vóór de benoeming als sectiechef bij Financiën, de effectieve integratie in een schaal van assistent bij Financiën op basis van de baremaschaal CF2 werd doorgevoerd door middel van een bijkomende storting van 1700 euro ? Met andere woorden, kunt u de redenen preciseren waarom de sectiechefs bij Financiën in de baremaschaal CF1 werden geïntegreerd ?

Bent u niet van mening dat die ambtenaren, die een weloverwogen loopbaankeuze hebben gemaakt in een moeilijk beroep — zij worden belast met talrijke taken die een universitaire opleiding vereisen zoals het uitreiken van dagvaardingen om te verschijnen, notificaties van vonnissen, de uitvoering van solvabiliteitsonderzoeken, het opstellen van processen-verbaal, de vertegenwoordiging van de Staat voor de rechtbanken — het verdienen om te worden vergoed volgens een baremaschaal die verschilt van die van de ambtenaren 30S2 en 30S3 ? Met andere woorden, moet die anomalie niet worden weggewerkt ? Degenen die de weddeschaal 32S1 genieten hebben immers tijd moeten opofferen voor de studie van hun examen en aangezien hun benoeming vaak een wijziging van de administratieve standplaats inhield, is de reistijd voor het woon-werktraject verlengd. Indien niet, waarom ?

Antwoord : Het geachte lid gelieve hierna een antwoord te vinden op de door hem gestelde vragen.

In het schrijven van 21 oktober 2002 waarnaar wordt verwezen werd duidelijk uiteengezet dat de personeelsleden bezoldigd in de weddenschaal 32S1 zouden geïntegreerd worden in de eerste weddenschaal verbonden aan de graad van financieel assistent en dat de personeelsleden die een leidende functie uitoefenen een jaarlijkse premie zouden kunnen bekomen van 1 000 euro. Anderzijds is het juist dat een tabel gevoegd bij dit schrijven voor de sectiechefs van financiën een gemiddelde verhoging van de brutowedde vermeldde van 1 876 euro (minimum 1 360 euro — maximum 2 517 euro) zonder competentietoelage en andere bijkomende voordelen.

Ik wijs er evenwel op dat in de commentaar voorafgaand aan deze tabel werd verduidelijkt waarvoor deze bedragen staan, namelijk de weddenverhoging van 1 % (lineaire verhoging die alle personeelsleden van de niveaus B, C en D hebben genoten), de verhoging van het vakantiegeld dat op 92 % van de bruto maandwedde werd gebracht en de verhoging voortvloeiend uit de toekenning van de nieuwe weddenschalen.

Het document dat de definitieve voorstellen aan het Sectorcomité II Financiën bevat herneemt effectief een tabel op pagina 26 waaruit blijkt dat de integratie in de weddenschaal CF1 pas een financiële weerslag zal hebben vanaf een geldelijke anciënniteit van 27 jaar.

Het is inderdaad zo dat de tweede commentaar bij deze tabel dubbelzinnig kan lijken. Het was zeker niet te bedoeling om te stellen dat de integratie van de sectiechefs van financiën zou gebeuren in de weddensehaai CF2 + 1 700 euro, wat in totale tegenspraak zou geweest zijn met de integratieregels die voorkomen op pagina 21 van hetzelfde document, maar wel dat de integratie in de nieuwe weddenschalen pas een reële weerslag op de wedde van de personeelsleden zou hebben wanneer deze bij middel van het slagen voor de gecertificeerde opleidingen de weddensehaai CF2 zouden verkrijgen, vermeerderd met de competentietoelage van 1 700 euro.

Wat betreft de eventuele correctie van de integratie van de sectiechefs van financiën, door het geachte lid bestempeld als « anomalie », verwijs ik naar de antwoorden op de parlementaire vragen die reeds over dit onderwerp werden gesteld.