3-98

3-98

Belgische Senaat

Handelingen

DONDERDAG 24 FEBRUARI 2005 - NAMIDDAGVERGADERING

(Vervolg)

Mondelinge vraag van mevrouw Christel Geerts aan de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen over «het sociaal stookoliefonds» (nr. 3-585)

Mevrouw Christel Geerts (SP.A-SPIRIT). - Eind vorig jaar werd een stookoliefonds opgericht. Burgers met een laag inkomen kunnen van dat fonds een toelage krijgen voor hun brandstoffactuur. De stijgende olieprijzen zijn inderdaad voor heel wat mensen een probleem.

Het belang van zo'n maatregel kan niet voldoende onderstreept worden, al is de vraag naar meer structurele maatregelen, die hier eerder gesteld werd door Jacinta De Roeck, zeker ook gerechtvaardigd. Het fonds verzacht de hoge energiekosten, maar biedt uiteraard geen oplossing voor de grond van het probleem.

Ondertussen stijgt de prijs voor ruwe olie weer zeer sterk, waardoor de kans groot is dat de referentieprijs van 45 eurocent zeer nabij komt. We kunnen er dus van uitgaan dat het stookoliefonds opnieuw tussenbeide zal moeten komen voor mensen met een laag inkomen.

Volgens diverse OCMW's mist het stookoliefonds zijn doel. Ondanks de aanhoudend hoge olieprijs kregen maar enkele honderden mensen een toelage. We vernamen vandaag in de pers dat het voor Gent en Antwerpen respectievelijk om 126 en 73 mensen gaat. Wellicht is een herziening van de toewijzingscriteria nodig, moet er betere informatie verstrekt worden en moeten ook andere verwarmingsmogelijkheden in beschouwing worden genomen.

Hoeveel mensen hebben tot hiertoe gebruik kunnen maken van het stookoliefonds?

Worden er nieuwe informatiecampagnes overwogen?

Wanneer en op welke wijze wordt dat fonds geėvalueerd? De minister gaf eerder aan dat er een aantal bepalingen ingevoerd zijn om het sociaal onderzoek door de OCMW's te vergemakkelijken. Is dat reeds geėvalueerd? Zijn er in dat verband al stappen gedaan?

Overweegt de minister ook een tegemoetkoming voor personen die met gas verwarmen en die indirect ook geconfronteerd worden met stijgende olieprijzen?

De heer Christian Dupont, minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen. - Bij de start van de maatregel begin deze winter bereikten de stookolieprijzen ongekende hoogten. De maatregel, die in geval van sterke prijsstijgingen van een aantal brandstoffen uit de petroleumsector voorziet in een financiėle tussenkomst in de verwarmingskosten van personen met een laag inkomen, bereikte tijdens de startperiode wel degelijk zijn doel. De daaropvolgende weken daalde de prijs weer fors. Momenteel merken we dat de prijzen weer stijgen. De grenswaarde is vandaag overschreden en het fonds zal dus zijn taak weer opnemen.

De periode dat verwarming nodig is, is nog niet ten einde; ze loopt tot 31 maart 2005. Pas na die periode, meer bepaald op 30 juni, moeten de OCMW's de gegevens betreffende de toegekende verwarmingstoelagen doorgeven. Ik beschik bijgevolg nog niet over de gevraagde cijfergegevens. In de toekomst zullen de OCMW's in december al een tussentijdse stand van zaken moeten geven, maar die verplichting bestond niet voor de eerste winter.

Het is normaal dat de cijfers van grote steden laag zijn, want in grote steden is gas de meest gebruikte energiebron. Het is dus normaal dat er in Gent, Antwerpen, Luik of Charleroi weinig vragen om tussenkomst zijn.

Het koninklijk besluit van 20 januari 2005 legt het stookoliefonds op informatiecampagnes te organiseren over de verwarmingstoelagen en de toekenningsvoorwaarden. Het koninklijk besluit bepaalt ook dat het stookoliefonds het juridische statuut van een VZW krijgt. Zodra de VZW is opgericht, zal het Fonds een informatiecampagne voeren.

De regering heeft beslist de maatregel na de maand april te evalueren. De kwantitatieve gegevens zullen beschikbaar zijn vanaf 30 juni. De eerste voorbereidingen voor de evaluatie zijn reeds genomen. In overleg met minister Verwilghen zal ik de procedure van de kwalitatieve en kwantitatieve evaluatie bepalen.

Voor mensen die met gas verwarmen, zijn er specifieke maatregelen, die gaan van lagere tarieven tot een gedeeltelijke of volledige betaling van de factuur door het OCMW. Het Gas- en Elektriciteitsfonds heeft daarvoor een budget van 45 miljoen euro.

Mevrouw Christel Geerts (SP.A-SPIRIT). - De vraag naar meer structurele maatregelen blijft bestaan. Ik noteer dat er een evaluatie zal komen. De minister zegt wel dat het doel bereikt is, maar van de OCMW's komen ander signalen. Zij weten hoeveel dossiers ze hebben van mensen die in kansarmoede leven en hoe weinig ze er kunnen bereiken. Ik kijk dus uit naar de evaluatie in april en juni.