Vragen en Antwoorden

Belgische Senaat


Bulletin 3-12

ZITTING 2003-2004

Vragen van de Senatoren en antwoorden van de Ministers

(N.): Vraag gesteld in 't Nederlands - (Fr.): Vraag gesteld in 't Frans


Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid Volksgezondheid

Vraag nr. 3-644 van de heer Vankrunkelsven d.d. 3 februari 2004 (N.) :
Rilatine. ­ Concerta. ­ Frequent gebruik.

Het geneesmiddel Rilatine (en Concerta) is een amfetamine. Alhoewel het vooral bij « hyperactieve » kinderen wordt gebruikt is het niet echt een kalmeermiddel, het wordt bijvoorbeeld bij renners als doping gebruikt.

Het is aangetoond dat het bij de specifieke aandoening ADHD (Attention Deficit/Hyperactivity Disorder) heel gunstige effecten heeft. Vroeger werden kinderen met deze aandoening « hyperkinetische » kinderen genoemd. De grens tussen een erg actief tot zenuwachtig kind en een kind met ADHD is niet steeds scherp. Voor ADHD bestaat geen technische test en de diagnose moet gesteld worden op basis van een zorgvuldige anamnese en het langdurig bestaan van de ziekte.

Als de diagnose van de ziekte zorgvuldig gesteld is, is Rilatine een goede behandelingskeuze. Het probleem is dat geneeskunde geen wiskunde is en dat er steeds een grote grijze zone bestaat tussen wat normaal kan genoemd worden en wat zeker abnormaal is.

Het is bekend dat na de Verenigde Staten in vele andere landen, zoals ook in België de diagnose van ADHD al te frequent wordt gesteld. Daar stelt zich dan het maatschappelijk probleem in hoeverre men kinderen die opgejaagd worden door een samenleving die steeds veeleisender is, niet foutief labelt met de diagnose ADHD en dus foutief behandelt.

Rilatine (en Concerta) is een nuttig medicament op voorwaarde dat het wordt voorgeschreven bij een goede diagnosestelling. Het probleem situeert zich vooral in de grijze zone tussen kinderen die zeker ADHD hebben en normale kinderen.

1. Kan u mij zeggen hoe de verkoop van Rilatine de laatste 10 jaar, en die van Concerta sinds het op de markt werd gebracht, geëvolueerd is ?

2. Hebt u een idee hoeveel procent van de kinderen de diagnose kregen van ADHD ? Zit daar de laatste jaren een bepaalde trend in ?

3. Denkt u dat het voorschrijven van Rilatine en Concerta nauwkeuriger moet gebeuren wetende dat het toenemend aantal diagnoses van ADHD zou kunnen te maken hebben met het feit dat normale kinderen opgejaagd worden door een te veeleisende samenleving en/of door gestresseerde ouders.

4. Hoe denkt u de belangrijke overdiagnose van ADHD (en bijgevolg het al te veelvuldig behandelen met methylfenidaat) tegen te gaan ?

Antwoord : Ik heb de eer het geachte lid het volgende mee te delen.

1. Het werkzaam bestanddeel van de geneesmiddelen Rilatine en Concerta is methylfenidaat. Concerta werd op de markt gebracht in België in juni 2003, terwijl Rilatine bij ons al bijna 40 jaar beschikbaar is.

De cijfers van de consumptie van de stof methylfenidaat in België zijn de volgende : 1993 : 11 664 g ­ 1994 : 10 489 g ­ 1995 : 12 405 g ­ 1996 : 16 810 g ­ 1997 : 22 466 g ­ 1998 : 32 220 g ­ 1999 : 44 759 g ­ 2000 : 52 653 g ­ 2001 : 57 346 g ­ 2002 : 85 690 g.

Momenteel beschik ik nog niet over de verkoopcijfers van het jaar 2003.

2. Ik beschik niet over gegevens betreffende bij hoeveel procent van de kinderen de diagnose van ADHD werd gesteld in België.

3. Zoals vermeld in de samenvatting van de productkenmerken van de geneesmiddelen Rilatine en Concerta is de etiologie van het syndroom ADHD nog niet gekend en bestaat er geen éénduidige diagnostische test.

De bijsluiter bestemd voor de beroepsbeoefenaars uit de gezondheidssector bevat in de rubriek « Indicaties » reeds een informatie met betrekking tot het stellen van de diagnose aandachtstekortstoornis met hyperactiviteit en de globale aanpak van dit syndroom.

4. Ik herhaal dat ik niet over gegevens beschik die toelaten het belang te evalueren van het aantal diagnoses van ADHD die gesteld zijn in België. U kan, net zoals ik, vaststellen dat het medisch corps regelmatig geïnformeerd wordt over de benadering van patiënten met het hyperkinetisch syndroom en meer bepaald over de plaats van methylfenidaat in de behandeling van dit syndroom.

Ik heb u reeds gewezen op de gegevens vermeld in de samenvatting van de productkenmerken van de geneesmiddelen Rilatine en Concerta.

Bovendien heeft het Belgisch Centrum voor farmacotherapeutische informatie, een organisatie erkend door mijn afdeling, in augustus 1996 en meer recent in juli 2002 in de Folia Pharmacotherapeutica, een publicatie die maandelijks gratis wordt toegestuurd naar de beroepsbeoefenaars uit de gezondheidssector en eveneens verspreid wordt via internet, een artikel gewijd aan de aanpak van de aandachtstekort-hyperactiviteitsstoornis bij het kind. Dit artikel geeft duidelijk de plaats aan van methylfenidaat bij de globale aanpak van het hyperkinetisch syndroom.

Ik wil u er tevens aan herinneren dat, overeenkomstig de reglementering die van toepassing is op bepaalde psychotrope stoffen, de handel in en de aflevering van deze geneesmiddelen onderworpen zijn aan een strikte controle. Wat het voorschrijven betreft, bepaalt de huidige wetgeving dat elke arts die psychotrope stoffen voorgeschreven heeft, het gebruik hiervan moet kunnen verantwoorden voor de bevoegde Provinciale Geneeskundige Commissie.