1-269

1-269

Sénat de Belgique

Belgische Senaat

Annales parlementaires

Parlementaire handelingen

SÉANCES DU JEUDI 29 AVRIL 1999

VERGADERINGEN VAN DONDERDAG 29 APRIL 1999

(Vervolg-Suite)

MONDELINGE VRAAG VAN DE HEER DEVOLDER AAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN OVER « DE INVOERING VAN HET SIS-KAARTSYSTEEM IN DE APOTHEKEN OP 1 JULI 1999 »

QUESTION ORALE DE M. DEVOLDER AU MINISTRE DES AFFAIRES SOCIALES SUR « L'INSTAURATION DU SYSTÈME DE LA CARTE SIS DANS LES PHARMACIES AU 1er JUILLET 1999 »

De voorzitter. ­ Aan de orde is de mondelinge vraag van de heer Devolder.

Het woord is aan de heer Devolder.

De heer Devolder (VLD). ­ Mijnheer de voorzitter, naarmate de voorziene invoeringsdatum van 1 juli 1999 nadert, blijkt duidelijk dat rond het perfect functioneren van de SIS-kaart heel wat problemen rijzen. De thans op de markt zijnde apparatuur blijkt niet feilloos te functioneren en aan heel wat kinderziekten onderhevig te zijn. Het is evenmin zeker dat de levering voor 1 juli 1999 voor alle distributeurs haalbaar zal zijn.

Daarnaast werken bepaalde leveranciers aan performantere systemen, die tezelfdertijd kunnen worden gebruikt om betalingsformaliteiten te vervullen met proton- of bankkaart. Dit systeem zal pas in het najaar op de markt zijn.

Bovendien zal de investeringskost per apotheek heel wat hoger uitvallen dan de door de administratie voorziene vergoedingen, omdat in de praktijk een dubbele apparatuur nodig zal zijn om drukke momenten op te vangen. De officina-apotheker zal het slachtoffer van deze onderschatting worden.

Is de minister bereid de definitieve datum voor de ingebruikname van de SIS-kaart tot het jaareinde uit te stellen en in een ruimere overgangsperiode te voorzien ? Misschien wordt in 90 % van de gevallen de datum gehaald, maar in 10 % van de gevallen zullen zich problemen voordoen. Zal de minister in een ruimere tegemoetkoming voor de verplichte investeringskosten voorzien ?

De voorzitter. ­ Het woord is aan de minister De Galan.

Mevrouw De Galan, minister van Sociale Zaken. ­ Mijnheer de voorzitter, vermoedelijk is dit de laatste maal dat ik aan senator Devolder over hetzelfde onderwerp een antwoord geef.

Volgens de laatst ingewonnen informatie van de Kruispuntbank en de sector en volgens onze raming, hebben 70 % van de apotheken de leesapparatuur voor de SIS-kaart reeds besteld. Het installeren van de apparatuur in de apotheken tegen 30 juni 1999 zou geen problemen meebrengen.

Het is juist dat de programmatuur van een van de drie leveranciers van de leesapparatuur, namelijk degene die een operationele integratie met elektronisch betalen aanbiedt, nog niet helemaal ontwikkeld is. Hij heeft laten weten dat zijn laatste versie, die in overeenstemming is met de vereiste specificaties, tegen half mei beschikbaar zal zijn. Daarop wachten precies de meeste apotheken die hun bestelling nog niet hebben geplaatst. Vermits deze leverancier de SIS-terminals zal kunnen produceren, ben ik er vrij gerust in dat we de datum van 30 juni 1999 kunnen behouden. Het toestel zelf is perfect in orde, zodat het reeds in de apotheken kan worden geïnstalleerd. De programmatuur en de daarin aangebrachte wijzigingen kunnen later worden gedownload.

Zoals bij elk complex systeem waarvoor samenwerking tussen talrijke partners vereist is, zullen zich vanzelfsprekend kinderziektes voordoen. Een aantal apothekers zullen niet uitgerust zijn, sommige sociaal-verzekerden zullen hun SIS-kaart niet bij zich hebben en meer dan waarschijnlijk zal het nieuwe systeem soms verkeerd worden bediend. Om deze redenen hebben de ziekenfondsen, het RIZIV, de Kruispuntbank en de representatieve organisaties van de apothekers onlangs samen beslist het publiek dit duidelijke bericht mede te delen : « Toon steeds de SIS-kaart als u naar de apotheker gaat; de SIS-kaart die moet worden getoond, is deze van de persoon voor wie het voorschrift bestemd is; wanneer u naar het ziekenfonds gaat om de SIS-kaart te laten bijwerken, neem dan steeds de SIS-kaarten van de gezinsleden mee; de geldigheidsdatum die op de kaart wordt vermeld, heeft betrekking op de technische levensduur van de kaart en niet op de geldigheid van de gegevens inzake verzekerbaarheid; u mag de kleefbriefjes van het ziekenfonds niet weggooien, omdat ze nog worden gebruikt voor alle geneeskundige verstrekkingen en omdat ze als back-up dienen wanneer de leesapparatuur van de apotheker niet kan worden gebruikt. »

De heer Devolder vroeg ook of de regering in een aanvullende financiering voor de bijkomende kosten van de apothekers heeft voorzien. Ik herinner eraan dat iedere apotheker een financiering van ongeveer 30 000 frank krijgt, gespreid over twee jaar, wat in de meeste gevallen de investerings- en installatiekosten van de leesapparatuur dekt. Tevens stip ik aan dat door het gebruik van de SIS-kaart de tariferingsdiensten en de apothekers niet langer jaarlijks tientallen miljoenen kleefbriefjes op de voorschriften zullen moeten aanbrengen. Bovendien biedt dit systeem het voordeel dat de apotheker die de kaart gebruikt, de waarborg heeft dat hij zal worden terugbetaald. Ik ben dan ook de mening toegedaan dat, gelet op deze voordelen, de financiering voldoende is.

Ik zal de heer Devolder het jongste proces-verbaal van de vergadering van apothekers, ziekenfondsen en de Kruispuntbank bezorgen.

De voorzitter. ­ Het woord is aan de heer Devolder voor een repliek.

De heer Devolder (VLD). ­ Mijnheer de voorzitter, uiteraard dank ik de minister voor haar antwoord. Ik heb genoteerd dat de leverancier waarop heel wat apothekers inderdaad wachten, vóór 15 mei zal kunnen leveren. Dat is goed nieuws.

De minister heeft geantwoord dat 70 % van de apothekers de leesapparatuur besteld heeft. Ik blijf er echter bij dat de leveringstermijn te kort zal zijn voor de overige 30 % van de apothekers, die nog twijfelen, maar die voor einde mei een beslissing zullen moeten nemen. Het stemt me wel tevreden van de minister te vernemen dat het kleefbriefje zal kunnen worden gebruikt als het systeem zou falen, wat, naar ik vermoed, geregeld zal voorvallen. Voor deze apothekers zal volgens mij echter een korte overgangsperiode moeten worden ingebouwd. Voor de administratie zal dit geen problemen opleveren, aangezien de kleefbriefjes blijven bestaan.

Aan de investering zijn inderdaad voordelen verbonden, maar de regering heeft waarschijnlijk onvoldoende beseft dat de meeste apotheken twee systemen nodig zullen hebben.

De voorzitter. ­ Het woord is aan minister De Galan.

Mevrouw De Galan, minister van Sociale Zaken. ­ Mijnheer de voorzitter, dat de kleefbriefjes blijven bestaan, is ook in het belang van de patiënt. Het kan gebeuren dat de apotheker niet de nodige uitrusting heeft, maar ook voor sommige oudere mensen zullen er in de overgangsperiode problemen rijzen.

Mijnheer de voorzitter, tot slot wil ik de senatoren danken voor alle vragen die ze me hebben gesteld. Voorlopig is dit mijn laatste antwoord. De heer Devolder was overigens een van mijn eerste vraagstellers, reeds in 1993.

De voorzitter. ­ Het woord is aan de heer Devolder.

De heer Devolder (VLD). ­ Mijnheer de voorzitter, het was zeer prettig om met de minister samen te werken, ook al verschilden we geregeld van mening.

De voorzitter. ­ Het incident is gesloten.

L'incident est clos.