(N.): Vraag gesteld in 't Nederlands (Fr.): Vraag gesteld in 't Frans
Verkeersdrempels worden aangelegd om automobilisten aan te sporen tot het matigen van de snelheid.
Hier gaat het om verkeersdrempels die niet over de hele breedte van de straat uitgestrekt zijn, maar bijna tot aan de middenlijn.
Langs beide zijden van de straat bevindt zich zo een plateau (wegversmalling), zodat een autobestuurder slalom moet rijden.
Nergens staat een bord dat de voorrang aanduidt.
Graag kreeg ik een antwoord op volgende vragen :
Wie heeft hier voorrang ?
Wie draagt de verantwoordelijkheid bij een eventueel verkeersongeval ?
Antwoord : Ik heb de eer het geachte lid mee te delen dat een versmalling van de rijbaan- of rijstrookbreedte, al dan niet in combinatie met een drempel of plateau, één van de middelen is om het snelheidsgedrag te beïnvloeden.
Indien deze versmalling de breedte van een rijstrook heeft, dan moet zij gesignaleerd worden door een verkeersbord van type A7, behalve in woonerven en zones 30.
Zij mag slechts worden gesignaleerd indien de rijbaanversmalling ten minste 1 meter bedraagt en gevaarlijk is voor het verkeer.
Indien het om een éénzijdige versmalling gaat de situatie die u wellicht bedoelt aangezien u aanhaalt dat de voertuigen een slalombeweging moeten uitvoeren dan moet het kruisen gebeuren met toepassing van artikel 15.2, alinea 2, van het algemeen verkeersreglement. De bestuurder die de hindernis voor zich heeft, moet vertragen en zo nodig stoppen om de tegemoetkomende weggebruikers doorgang te verlenen.
Indien het om een tweezijdige versmalling gaat waarop de bestuurders niet kunnen kruisen, dan worden de verkeersborden B19 (voorrang verlenen aan de tegemoetkomende bestuurders) en B21 (voorrang ten opzichte van de tegemoetkomende bestuurders) geplaatst.
Het snelheidsremmend effect van de ingreep gaat hierdoor wel enigszins verloren.
De bestuurders vertonen vaak de neiging om hun snelheid op te drijven om als eerste voorbij de versmalling te zijn.
De plaatsing is dus niet aangewezen in zones 30 en in woonerven. Het verdient aanbeveling om de aanleg dusdanig uit te voeren dat het kruisen, zij het aan lage snelheid, mogelijk blijft.
Wat de plaatsing van de verkeerstekens betreft is het zo dat het artikel 13 van de wet betreffende de politie over het wegverkeer bepaalt dat :
Tekens die een gebod of verbod inhouden geplaatst worden door de overheid die de maatregel heeft genomen;
En dat het plaatsen van alle andere tekens op de openbare weg berust bij de overheid die het beheer over die weg heeft.
Ingeval van ongeval zal het hoe dan ook de feitenrechter zijn die, rekening houdend met alle aspecten van het ongeval, de verantwoordelijkheden zal moeten vastleggen.