1-208/2

1-208/2

Belgische Senaat

ZITTING 1995-1996

16 JANUARI 1996


Wetsontwerp houdende instemming met de Overeenkomst tot verbod van de ontwikkeling, de produktie, de aanleg van voorraden en het gebruik van chemische wapens en inzake de vernietiging van deze wapens, en van de drie Bijlagen, gedaan te Parijs op 13 januari 1993


VERSLAG

NAMENS DE COMMISSIE VOOR DE BUITENLANDSE AANGELEGENHEDEN UITGEBRACHT DOOR DE HEER BOURGEOIS


De Commissie heeft dit ontwerp besproken tijdens haar vergadering van 16 januari 1996.

I. UITEENZETTING VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

De minister merkt op dat de ontwapening in het algemeen en de uitbanning van chemische wapens in het bijzonder, de jongste jaren een belangrijke plaats heeft ingenomen in het Belgische buitenlands beleid.

Hij hoopt dan ook dat ons land deel zal uitmaken van de groep van 65 ratificerende staten die nodig is om deze overeenkomst van kracht te doen worden.

De minister wijst erop dat momenteel 159 staten de tekst ondertekend hebben wat onmiskenbaar een succes is, gezien de draagwijdte van de overeenkomst.

Toch moeten nog een aantal zaken worden geregeld.

Zo hebben de Verenigde Staten zich ertoe verbonden de vroegere Sovjet-Unie financieel te steunen bij het vernietigen van de enorme hoeveelheden chemische wapens die hier zijn opgeslagen, maar dienen er ter zake nog concrete afspraken te worden gemaakt.

Ook de « Organisatie voor het verbod op chemische wapens » vermeld in artikel VIII moet nog worden opgericht.

De minister wijst erop dat het verdrag ook financiële consequenties heeft.

Bij de oprichting van de uitvoerende instellingen wordt van België in eerste instantie een bedrag van ongeveer 11 miljoen frank gevraagd. Nadien kan de jaarlijkse bijdrage oplopen tot 70 miljoen frank.

Wat de inhoud van het verdrag betreft, verklaart de minister dat de voorliggende overeenkomst de doelstellingen en beginselen van het protocol van Genève van 1925 nopens het verbod van het gebruik tijdens oorlogshandelingen van verschillende, giftige of andere gassen bevestigt, maar veel ruimer is. Waar het protocol allen betrekking had op het gebruik van chemische wapens, verbiedt de voorliggende tekst eveneens de ontwikkeling, de produktie, de verwerving, de opslag en de overdracht van dergelijke wapens. Tevens wordt de verplichting opgelegd de bestaande voorraden te vernietigen. Het gaat hier derhalve om het eerste verdrag dat ertoe strekt een bestaand wapensysteem volledig te bannen.

De minister onderstreept dat in de tekst een zeer ruime omschrijving van het begrip « chemische wapens » wordt gegeven, die het omzeilen van de verbodsbepalingen onmogelijk moet maken. Zij omvat niet alleen de toxische stoffen als dusdanig, maar ook de munities en andere inzetmiddelen, speciaal ontworpen met het oog op hun gebruik als chemisch wapen.

Toxische stoffen bestemd voor niet-militaire toepassingen worden niet gezien als chemische wapens, op voorwaarde evenwel dat zij worden geproduceerd in hoeveelheden die in overeenstemming zijn met het vreedzaam gebruik.

Met betrekking tot de vernietiging van de bestaande wapens is het voor ons land van bijzonder belang dat in de definitie een onderscheid wordt gemaakt tussen wapens die vóór en na 1925 geproduceerd werden. De eerste categorie wordt voor de verificatie gelijkgesteld met chemisch afval en is daardoor onderworpen aan een soepeler verificatieregime.

Dit heeft voor het wegwerken van de oorlogsmunitie in Poelkapelle een aanzienlijke vereenvoudiging van de procedures en besparing tot gevolg.

De bepalingen in hoofdstuk IV en V betreffende de vernietiging van de wapens geproduceerd na 1925, zijn vanzelfsprekend vooral van belang voor de twee grootmachten uit de koude oorlog.

Zij zouden samen beschikken over ongeveer 70 000 ton chemische wapens. Over deze hoeveelheden kan evenwel pas uitsluitsel worden gegeven bij de inwerkingtreding van het verdrag, want pas dan moet opgave van de voorraden worden gedaan.

Wat de verificatie betreft deelt de minister mee dat alles wat door het verdrag wordt verboden, ook door de daartoe aangewezen instantie kan worden gecontroleerd.

De algemene verificatie is in het bijzonder geaxeerd op drie domeinen :

1. de vernietiging van de bestaande wapens, binnen de door het verdrag voorgeschreven termijn van 10 jaar;

2. de controle op de chemische industrie die bepaalde, in de aan het verdrag toegevoegde lijsten vermelde produkten aanmaakt of verwerkt;

3. de transferts van deze produkten tussen de diverse landen.

De opstellers van het verdrag zijn er zich van bewust dat de ontwikkeling van nieuwe produkten en wapens zeer moeilijk controleerbaar is.

Daarom voorziet het verdrag, naast de routine-verificaties, die vooral gebaseerd zijn op de opgaven van de verdragsluitende staten, in een systeem van wat in het Frans « inspections par mise en demeure » en in het Nederlands « uitdagingsinspecties » genoemd wordt.

Staten die andere landen ervan verdenken het verdrag te overtreden, kunnen een inspectie doen uitvoeren. Het gaat hier dus om een controle op aanvraag.

De minister zegt dat de verificatie behoort tot de opdracht van de « Organisation for prohibition of chemical weapons » (O.P.C.W.) die in Den Haag wordt gevestigd. Alle staten die het verdrag ratificeren zijn lid van deze organisatie.

Binnen elke staat moet een « nationale autoriteit » worden opgericht die alle relevante gegevens met betrekking tot de chemische industrie verzamelt. Zij staat ook in voor de organisatie van de verificaties door de O.P.C.W.

Men mag ervan uitgaan dat het aantal installaties die in België voor inspectie in aanmerking komen, eerder beperkt is.

De minister vestigt vervolgens de aandacht op artikel 11 van de overeenkomst.

Ten gevolge van bepaalde gebeurtenissen in de jaren 80 en van de golfoorlog hebben een aantal Westerse staten zich verenigd in de « Australië Groep voor chemische en biologische non-proliferatie » die tot doel heeft de handel in bepaalde produkten te controleren en aan banden te leggen.

Een aantal derde-wereldlanden zien deze beperkingen als een verzwaring van de verdragstekst. Vandaar dat de groep de intentie heeft geformuleerd dat de maatregelen die zij heeft genomen ten einde de verspreiding van bepaalde produkten tegen te gaan en die tegen het voorwerp van het verdrag ingaan, geleidelijk af te bouwen.

De minister verwijst tenslotte naar artikel 22 waarin wordt bepaald dat het verdrag in werking treedt, 180 dagen na de 65ste ratificatie.

II. BESPREKING

Een lid vraagt of de oorlogsmunitie die voor de Belgische kust in zee werd gedumpt onder de bepalingen van het verdrag valt en derhalve dient te worden vernietigd.

De minister antwoordt dat deze munitie inderdaad onder het verdrag ressorteert, maar een afzonderlijk statuut heeft gekregen. De chemische wapens die na 1985 in zee werd gestort moet worden vernietigd volgens de gewone procedure. De munitie gestort vóór 1985 hoeft niet te worden opgeruimd.

Een ander lid wenst te vernemen of de installatie die momenteel wordt gebouwd in Poelkapelle beantwoordt aan de bepalingen van het verdrag.

De minister zegt hierop dat volgens de overeenkomst de toxische munitie uit de eerste wereldoorlog moet worden vernietigd.

De installatie in Poelkapelle beantwoordt aan de voorwaarden die in dit verband worden opgelegd. In de installatie wordt de munitie gedemilitariseerd : de toxische stoffen worden gescheiden van de rest van de munitie. Omdat het hier gaat om munitie van vóór 1922 kunnen de giftige stoffen daarna in een andere fabriek als chemisch afval worden vernietigd.

Zoals reeds werd gezegd, levert deze bepaling die op aandringen van België in het verdrag werd ingevoegd, een aanzienlijke besparing op.

Een derde spreker stelt vast dat dit verdrag ongeveer 160 bladzijden beslaat en een aangelegenheid regelt die in 1925 werd gevat in een Protocol van 1 bladzijde.

Er is nochtans geen garantie dat deze tekst beter zal functioneren dan de vorige. Hiervoor kan men alleen vertrouwen stellen in de onderhandelaars.

Spreker beaamt dat inderdaad reeds een groot aantal landen het verdrag hebben ondertekend. Op zichzelf zegt dit echter niets. Het is vooral van belang dat precies de landen die op het vlak van chemische wapens een reëel gevaar vormen in de lijst van ondertekenaars voorkomen en de intentie hebben het verdrag na te leven.

Spreker vermeldt in dit verband onder meer Irak en Noord-Korea.

Wat de afbakening van de produkten in de bij het verdrag gevoegde lijsten betreft, wijst hij erop dat de chemische industrie in de westerse landen sedert 1845 ongeveer dubbel zo snel is gegroeid als de rest van de economie. Ook in de nieuwe geïndustrialiseerde staten kent deze sector een zeer snelle ontwikkeling.

Deze groei situeert zich zowel op het kwalitatieve als op het kwantitatieve vlak.

Voortdurend wordt geëxperimenteerd met nieuwe produkten, waarvan ook de building bricks, de samenstellende delen, vaak volkomen nieuw zijn.

Spreker vraagt zich af hoe het in deze context mogelijk is, a priori lijsten aan te leggen van produkten die gevaarlijk worden geacht en te bepalen in welke kwantiteiten ze mogen worden aangemaakt.

Hij merkt ten slotte op dat het verdrag van ons land een aanzienlijke financiële inspanning vergt. België is nochtans niet verantwoordelijk voor de grote hoeveelheden chemische wapens die overal ter wereld werden aangelegd en kan ­ in tegenstelling tot vroeger ­ moeilijk nog als een industriële grootmacht worden beschouwd.

Het lijkt niet meer dan logisch dat hiermee rekening wordt gehouden bij de verdeling van de kosten.

De minister beaamt dat het succes van dit verdrag in aanzienlijke mate afhangt van de vraag welke staten de tekst wensen te ratificeren. Ter zake kunnen vanzelfsprekend geen verplichtingen worden opgelegd. Men kan alleen proberen de regeringen te overtuigen van het belang van het verdrag. Wat dit betreft is de voorliggende overeenkomst overigens vergelijkbaar met andere multilaterale ontwapeningsverdragen.

Hij merkt op dat momenteel binnen de regio's moeilijk een lijn te trekken is. In het Midden-Oosten hebben Israël en Iran de tekst ondertekend. Egypte, Syrië, Jordanië en Irak hebben dit nog niet gedaan. Dit laatste land maakt wel het voorwerp uit van afzonderlijke controles op zijn bewapening.

China heeft de overeenkomst ondertekend, maar Noord-Korea niet.

De minister stelt voor de lijst met de ondertekenaars en met de landen die reeds hebben geratificeerd aan het verslag toe te voegen, evenals de verdeling van de kosten tussen de verschillende staten die partij zijn bij de Overeenkomst.

Wat dit laatste betreft stipt hij aan dat de verificaties en controles van chemische wapens zeer complex en derhalve ook zeer duur zijn.

Het aandeel van België in de totale kostprijs bedraagt momenteel ongeveer één procent. Naarmate meer landen het verdrag ondertekenen kunnen vanzelfsprekend ook de kosten meer worden gespreid.

Wat de controles en de omschrijving van de toegelaten produkten betreft, merkt de minister op dat aan de basis hiervan de aangiften door de diverse staten liggen.

Wanneer wordt vermoed dat een land bepaalde produkten niet aangeeft of geheime installaties heeft gebouwd, zullen zogenaamde uitdagingsinspecties plaatsvinden. Deze kunnen door de betrokken staat niet worden geweigerd maar ze zijn wel beperkt in de tijd.

De minister verklaart dat de aan het verdrag toegevoegde lijsten steunen op de bestaande kennis van de betrokken produkten en wapens, waarvan men mag aannemen dat ze vrij volledig is. De meeste stoffen zijn wel degelijk gekend.

Het verdrag bepaalt de criteria voor de aanpassing van deze lijsten en voorziet ook in de mogelijkheid van vijfjaarlijkse herzieningsconferenties.

De minister geeft toe dat het opsporen van nieuwe produkten die bewust zouden worden aangemaakt tegen het verdrag in, geen gemakkelijke opdracht is. De praktijk zal moeten uitwijzen hoe het verdrag op dit vlak werkt.

Op een vraag ter zake van een commissielid antwoordt de minister dat het verbod op het gebruik van bacteriologische wapens weliswaar werd toegevoegd aan het protocol van 1925, maar niet onder de voorliggende overeenkomst ressorteert.

In 1972 werd voor deze groep wapens een verdrag gesloten dat vergelijkbaar is met de voorliggende overeenkomst, maar dat niet voorziet in een verificatieprocedure. Men tracht dit nu te verhelpen in het kader van vijfjaarlijkse herzieningsconferenties.

Een commissielid merkt op dat het verdrag misschien niet perfect is, maar dat er toch een lovenswaardige poging werd gedaan om de chemische wapens op termijn te doen verdwijnen.

Indien ons land in internationaal verband een belangrijke opdracht te vervullen heeft, dan is het zeker op dit vlak.

Toch wenst het lid een aantal bedenkingen te formuleren.

De overeenkomst verplicht alle staten de bestaande munitie te vernietigen. Hopelijk zal de regering niet wachten met het opstarten van de installatie in Poelkapelle tot het verdrag effectief in werking treedt.

België heeft op dit vlak een voorbeeldfunctie te vervullen, ook al zouden hier volgens de bepalingen van de overeenkomst de procedures voor de verwerking van chemische afval mogen worden toegepast.

Het lid is voorts van oordeel dat het verdrag slechts ten volle kan slagen indien een aantal randvoorwaarden vervuld zijn.

Het opruimen van chemische wapens kost handenvol geld. Het is lang niet zeker dat de ontwikkelingslanden, die soms over aanzienlijke hoeveelheden van dit soort wapens beschikken, de middelen hebben om deze te vernietigen.

De kans is groot dat het verdrag dode letter blijft indien geen internationaal kader wordt gecreëerd om ze financieel bij te staan.

Daarbij komt dat de stoffen die door het verdrag zijn verboden, door de derde-wereldlanden vaak zelf wordt aangemaakt. Is het westen bereid de nodige financiële stimuli te geven om de chemische industrie in deze landen te heroriënteren naar meer vreedzame doeleinden ?

Met betrekking tot de verificatie wijst het lid erop dat de « uitdagingsinspecties » in een land dat het verdrag heeft ondertekend worden uitgevoerd op vraag van een andere staat.

Kunnen ook bevolkingsgroepen binnen een bepaalde staat dergelijke inspecties doen uitvoeren ? Het recente verleden leert immers dat chemische wapens maar al te vaak tegen de eigen bevolking worden ingezet.

Het lid vraagt ten slotte of het verdrag in uitzonderingen voorziet op het algemene verbod inzake chemische wapens. De wetgeving op de anti-personenmijnen heeft geleerd dat dergelijke uitzonderingsclausules al te gemakkelijk een middel kunnen vormen om de wet te omzeilen.

Heeft België overigens in het kader van de N.A.T.O. verplichtingen die in strijd zijn met de bepalingen van het verdrag ?

De minister stipt aan dat met betrekking tot de anti-personenmijnen het parlement zijn rol heeft gespeeld en de uitzonderingen in de wet aanzienlijk heeft beperkt.

Hij verklaart dat over het voorliggende verdrag tien jaar werd onderhandeld, wat toch mag doen vermoeden dat ernstig werk werd geleverd. Overigens geeft het feit dat een groot aantal landen zich hebben aangesloten, aan de overeenkomst een groot moreel gezag.

In de strategie van de N.A.T.O. komen de chemische wapens op geen enkele wijze voor. De overeenkomst werd trouwens door alle N.A.T.O.-lidstaten ondertekend.

De minister wijst erop dat het hier een overeenkomst tussen staten betreft. Minderheden binnen een bepaald land kunnen er officieel geen rechten uit putten of zich als afzonderlijke groep doen gelden.

Hij verklaart vervolgens dat, behoudens de eerder vermelde regeling tussen de Verenigde Staten en Rusland, het verdrag niet voorziet in financiële steun aan armere landen bij het vernietigen van hun wapens.

Misschien is het hiervoor ook nog te vroeg en moet worden gewacht tot een status questionis van alle wapentuig is opgemaakt. Er mag echter worden gevreesd dat de vraag die in dit verband werd gesteld niet onterecht is en dat bepaalde landen financieel niet in staat zullen zijn hun voorraden te vernietigen.

De minister is anderzijds van oordeel dat de problemen in verband met de mogelijke omschakeling van de chemische industrie in de derde wereld minder groot zullen zijn.

Het gaat hier immers in belangrijke mate om een uit het westen geïmporteerde industrie. De meeste landen hanteren nu reeds een aantal normen die bepalen wat kan worden uitgevoerd en wat niet. België leeft op dit vlak alleszins een zeer strenge code na.

Wat ten slotte de installatie in Poelkapelle voor het demilitariseren van toxische munitie betreft, verklaart de minister dat zij momenteel wordt opgeleverd aan het leger.

Na een aantal maanden proefdraaien zal dan vermoedelijk in september, dus vóór de inwerkingtreding van het verdrag, definitief van start kunnen worden gegaan met het ontmantelen van de granaten.

De vorige spreker wenst terug te komen op de omschrijving van het begrip « chemisch wapen ». Olie kan worden beschouwd als een chemisch produkt en wordt, bijvoorbeeld in Nigeria, ingezet als een wapen bij militaire conflicten.

De minister antwoordt dat het verdrag alleen van toepassing is op produkten die toxisch zijn voor mens en dier en die een gezocht bio-chemisch effect hebben.

Olieprodukten worden niet als dusdanig beschouwd. Zij kunnen onder bepaalde voorwaarden wel ressorteren onder het verdrag inzake « environmental warfare », dat echter los staat van de voorliggende overeenkomst.

De minister wijst in dit verband ook op de herbiciden. Het verdrag stipuleert dat deze produkten niet als oorlogswapens tussen staten mogen worden aangewend, maar voor het overige staan zij buiten de overeenkomst. Deze stoffen zijn immers zo verspreid dat een permanente controle onmogelijk is.

Een spreker merkt op dat de landen die het verdrag ondertekenen bij de inwerkingtreding opgave moeten doen van hun voorraden toxische munitie.

In België wordt jaarlijks nog ongeveer 140 ton oorlogsmunitie gevonden, waarvan 20 à 30 pct. giftig is.

Betekent dit dat de aangegeven hoeveelheid jaarlijks moet worden herzien ?

De minister antwoordt dat het verdrag voorziet in een halfjaarlijkse update van de aangegeven hoeveelheden toxische wapens.

Een lid acht de ratificatie van voorliggende overeenkomst van het grootste belang. De instemming ermee heeft uiteraad ook budgettaire gevolgen. België dient in de mate van het mogelijke een voorbeeldfunctie te vervullen, dus ook voor de financiële bijdrage.

Het lid wenst te weten hoeveel landen de overeenkomst reeds hebben geratificeerd.

Op 15 december 1993 waren er reeds 154 staten die de overeenkomst hadden ondertekend. Zijn andere staten intussen toegetreden ? Bestaat er een procedure waarbij staten nu nog kunnen toetreden ? Welke autoriteit is bevoegd om de onderhandelingen ter zake te voeren ? Is het verdrag op korte of op middellange termijn uitvoerbaar door de landen die het ondertekend hebben ? Beschikken de ondertekenende staten over voldoende middelen ? Kunnen ze technisch de vernietiging van de chemische wapens aan ?

In de toekomst dient het concreet resultaat ervan te worden nagegaan.

Is er in België overleg geweest met de ondernemingen die actief zijn in de chemische sector ? Is de chemische industrie overtuigd van het nut van de overeenkomst ? Kan men op hun medewerking beroep doen ?

Welk departement heeft in België het beheer van de uitvoering van het verdrag ?

De minister antwoordt dat begin 1996 159 staten tot het verdrag zijn toegetreden. De toetredingsvoorwaarden zijn immers soepel. Artikel XX bepaalt immers dat iedere staat die dit verdrag niet vóór zijn inwerkingtreding ondertekent, op elk tijdstip kan toetreden. De drempel ligt dus laag.

Wat de haalbaarheid van het verdrag betreft, stelt de minister vast dat over het algemeen verdragen met militaire inslag vrij nauwkeurig worden nageleefd, temeer daar hierover rapporten worden gepubliceerd. De publieke afkeuring is een van de instrumenten waarop iedere partij bij het verdrag die het ernstig meent, rekent om andere Staten ertoe aan te zetten snel tot de ondertekening en de ratificering van het verdrag over te gaan, en efficiënt op te treden.

De minister is van oordeel dat een gedwongen solidariteit erin zou bestaan middelen te verschaffen om andere Staten te helpen van de kwaal verlost te worden. Dit proces kan slechts op gang komen nadat we inzicht hebben gekregen in de pijnpunten en in de landen die voor een specifieke hulp zouden in aanmerking komen.

De minister herinnert er trouwens aan dat België met de beperkte middelen en manschappen waarover het beschikt, opmerkelijke hulpacties op het vlak van de ontmijning verricht, vooral in ontwikkelingslanden.

Deze acties maken deel uit van de ethische verplichting die België op zich heeft genomen.

Wat het overleg met de chemische nijverheid betreft, legt de minister uit dat er in het beginstadium in België nauwe contacten met de chemische nijverheid bestonden. Nu speelt het overleg zich op Europees niveau af. De Europese Federatie van Chemische Nijverheid heeft op geregelde tijdstippen contacten met Den Haag.

Er dient aan toegevoegd dat de chemische nijverheid in België weinig problemen stelt omdat het hoofdzakelijk een verwerkend karakter heeft. De Duitse chemische industrie daarentegen is vooral sterk op het vlak van de produktie van organo-fosfaten, die veel meer geïnspecteerd en gecontroleerd wordt. Door haar massaproduktie vormt zij een grotere mogelijke bedreiging voor de conventie.

De minister merkt op dat er solidariteit voorzien is voor hulp aan die landen die bedreigd of aangevallen worden door chemische wapens.

België kan een nuttige solidariteitsbijdrage leveren. De Koninklijke School van de Medische Dienst in Gent beschikt over een goed werkend team dat bestaat uit mensen die speciaal opgeleid zijn in de behandeling van intoxicaties veroorzaakt door chemische wapens. Vermits die specialisten internationaal erkend zijn, zou België een team kunnen ter beschikking stellen van die landen waar zich problemen stellen, zoals ze haar ontmijners ter beschikking stelt van bepaalde probleem-landen.

De minister is van oordeel dat dit zou kunnen afgesproken worden met de gezondheidsdienst van de Belgische krijgsmacht.

Die hulpactie zou aan België het bijkomend voordeel geven haar kennis en know-how bij te houden en zelfs aan te scherpen. Zonder ervaring wordt de bedreiging op termijn veel groter. Dit moet ten alle prijze vermeden worden. Professor De Bisschop waarschuwt trouwens voor het feit dat chemische wapens één van de weinige wapentypes zijn waartegen men zich kan beschermen, maar men mag de ervaring ter zake niet laten verloren gaan.

Het is aan België om te bepalen hoe het artikel X over de bijstand in te vullen.

De minister stelt dat in plaats van financiële bijstand een technische bijstand is aangewezen, die nuttig is zowel voor het departement van Landsverdediging als voor de wereldgemeenschap waar chemische wapens een grote bedreiging vormen, zolang een aantal staten het verdrag niet ondertekenen, noch ratificeren.

Een lid is van oordeel dat de technische know-how die men via de installatie in Poelkapelle zal opdoen eveneens ten dienste kan worden gesteld.

De minister is het eens met het nut van de transfert van technologie en know-how, in de eerste plaats naar ontwikkelingslanden. Dit getuigt immers van een open mentaliteit.

Stoffen vernietigen voor anderen is daarentegen uitgesloten, vermits ons land zelf geconfronteerd wordt met een dergelijk probleem.

De minister legt uit dat het probleem Poelkapelle een uniek karakter heeft.

Het gaat grotendeels om gewapende munitie, d.w.z. munitie die ooit werd afgevuurd en bij aanraking kan ontploffen. Dit is de reden waarom zeer strenge veiligheidsmaatregelen ter bescherming van de ontmijners moeten worden genomen, wat de hoge kostprijs verklaart.

De problemen die zich eventueel zouden stellen in landen die chemische wapens zouden aangemaakt hebben, zullen betrekking hebben op voorraden van munitie die niet gewapend is. De primaire springstof stelt in die gevallen geen problemen.

De technologie die wordt aangewend in Poelkapelle is zeer specifiek.

De installatie ter beschikking stellen van andere landen heeft dus weinig zin.

Oosteuropese landen (1) kunnen eventueel belangstelling hebben. In de Eerste Wereldoorlog werden er op het Oostfront chemische wapens ingezet met gelijkaardige problemen van niet-geëxplodeerde munitie. Toch is de situatie er echter totaal anders : weinig bevolkte streken met geringe bewerking van het land.

Vanuit Den Haag werd Professor De Bisschop informeel gepolst over de bereidheid de installatie ter beschikking te stellen met het oog op de opleiding van inspecteurs.

Procedurieel dient nog het een en het ander nagetrokken te worden. Er dient onderzocht via welk departement het dossier kan behandeld worden.

Een positief antwoord mag niet uitgesloten worden, temeer dat hierdoor de inspanningen die België ter zake levert op internationaal vlak zullen kunnen opgewaardeerd worden.

De minister verduidelijkt dat de navolging van het voorliggend verdrag tot de bevoegdheid van het departement van Buitenlandse Zaken behoort, maar dat er een gestructureerde coördinatie tussen het departement van Buitenlandse Zaken en het departement van Landsverdediging bestaat.

Een lid stelt vast dat het verdrag geen specifieke sancties kent.

De minister legt uit dat de algemene beginselen van internationaal sanctierecht geldig zijn. De mogelijkheid bestaat zelfs dat de Veiligheidsraad kan optreden. Hij verwijst naar artikel XII van het verdrag.

III. ARTIKELSGEWIJZE BESPREKING EN STEMMINGEN

Artikel 1

Enkele leden zijn van oordeel dat de voor instemming voorgelegde internationale verdragen sneller ter beschikking van de Commissie zouden moeten worden gesteld.

Bovendien achten dezelfde leden de budgettaire weerslag van het verdrag voor België zeer hoog.

Artikel 1 wordt aangenomen met 8 stemmen bij 2 onthoudingen.

Artikel 2

Artikel 2 wordt aangenomen met 8 stemmen bij 2 onthoudingen.


Het wetsontwerp in zijn geheel wordt aangenomen met 8 stemmen bij 2 onthoudingen.


Vertrouwen werd geschonken aan de rapporteur voor het opstellen van dit verslag.

De Rapporteur,
André BOURGEOIS.
De Voorzitter,
Valère VAUTMANS.

IV. BIJLAGEN

Bijlage 1


List of signatures to and ratifications of the Convention on the prohibition of the development, production, stockpiling and use of chemical weapons and on their destruction as of 31 October 1995

No. State Signature (1) Deposit (2)
1 Afghanistan 14-01-1993
2 Albania 14-01-1993 11-05-1994
3 Algeria 13-01-1993 14-08-1995
4 Argentina 13-01-1993 02-10-1995
5 Armenia 19-03-1993 27-01-1995
6 Australia 13-01-1993 06-05-1994
7 Austria 13-01-1993 17-08-1995
8 Azerbaijan 13-01-1993
9 Bahamas 02-03-1994
10 Bahrain 24-02-1993
11 Bangladesh 14-01-1993
12 Belarus 14-01-1993
13 Belgium 13-01-1993
14 Benin 14-01-1993
15 Bolivia 14-01-1993
16 Brazil 13-01-1993
17 Brunei Darussalam 13-01-1993
18 Bulgaria 13-01-1993 10-08-1994
19 Burkina Faso 14-01-1993
20 Burundi 15-01-1993
21 Cambodia 15-01-1993
22 Cameroon 14-01-1993
23 Canada 13-01-1993 26-09-1995
24 Cape Verde 15-01-1993
25 Central African Republic 14-01-1993
26 Chad 11-10-1994
27 Chile 14-01-1993
28 China 13-01-1993
29 Colombia 13-01-1993
30 Comoros 13-01-1993
31 Congo 15-01-1993
32 Cook Islands 14-01-1993 15-07-1994
33 Costa Rica 14-01-1993
34 Côte d'Ivoire 13-01-1993 18-12-1995
35 Croatia 13-01-1993 23-05-1995
36 Cuba 13-01-1993
37 Cyprus 13-01-1993
38 Czech Republic 14-01-1993
39 Denmark 14-01-1993 13-07-1995
40 Djibouti 28-09-1993
41 Dominica 02-08-1993
42 Dominican Republic 13-01-1993
43 Ecuador 14-01-1993 06-09-1995
44 El Salvador 14-01-1993 30-10-1995
45 Equatorial Guinea 14-01-1993
46 Estonia 14-01-1993
47 Ethiopia 14-01-1993
48 Fiji 20-01-1993 20-01-1993
49 Finland 14-01-1993 07-02-1995
50 France 13-01-1993 02-03-1995
51 Gabon 13-01-1993
52 Gambia 13-01-1993
53 Georgia 14-01-1993 00-00-1995
54 Germany 13-01-1993 12-08-1994
55 Ghana 14-01-1993
56 Greece 13-01-1993 22-12-1994
57 Guatemala 14-01-1993
58 Guinea 14-01-1993
59 Guinea-Bissau 14-01-1993
60 Guyana 06-10-1993
61 Haiti 14-01-1993
62 Holy See 14-01-1993
63 Honduras 13-01-1993
64 Hungary 13-01-1993
65 Iceland 13-01-1993
66 India 14-01-1993
67 Indonesia 13-01-1993
68 Iran (Islamic Republic of) 13-01-1993
69 Ireland 14-01-1993
70 Israel 13-01-1993
71 Italy 13-01-1993
72 Japan 13-01-1993 15-09-1995
73 Kazakhstan 14-01-1993
74 Kenya 15-01-1993
75 Kuwait 27-01-1993
76 Kyrgyzstan 22-02-1993
77 Lao People's Democratic Republic 12-05-1993
78 Latvia 06-05-1993
79 Lesotho 07-12-1994 07-12-1994
80 Liberia 15-01-1993
81 Liechtenstein 21-07-1993
82 Lithuania 13-01-1993
83 Luxembourg 13-01-1993
84 Madagascar 15-01-1993
85 Malawi 14-01-1993
86 Malaysia 13-01-1993
87 Maldives 01-10-1993 31-05-1994
88 Mali 13-01-1993
89 Malta 13-01-1993
90 Marshall Islands 13-01-1993
91 Mauritania 13-01-1993
92 Mauritius 14-01-1993 09-02-1993
93 Mexico 13-01-1993 29-08-1994
94 Micronesia (Federated States of) 13-01-1993
95 Monaco 13-01-1993 01-06-1995
96 Mongolia 14-01-1993 17-01-1995
97 Morocco 13-01-1993 28-12-1995
98 Myanmar 14-01-1993
99 Namibia 13-01-1993 00-00-1995
100 Nauru 13-01-1993
101 Nepal 19-01-1993
102 Netherlands 14-01-1993 30-06-1995
103 New Zealand 14-01-1993
104 Nicaragua 09-03-1993
105 Niger 14-01-1993
106 Nigeria 13-01-1993
107 Norway 13-01-1993 07-04-1994
108 Oman 02-02-1993 08-02-1995
109 Pakistan 13-01-1993
110 Panama 16-06-1993
111 Papua New Guinea 14-01-1993
112 Paraguay 14-01-1993 01-12-1994
113 Peru 14-01-1993 20-07-1995
114 Philippines 13-01-1993
115 Poland 13-01-1993 23-08-1995
116 Portugal 13-01-1993
117 Qatar 01-02-1993
118 Republic of Korea 14-01-1993
119 Republic of Moldava 13-01-1993
120 Romania 13-01-1993 15-02-1995
121 Russian Federation 13-01-1993
122 Rwanda 17-05-1993
123 Saint Kitts and Nevis 16-03-1994
124 Saint Lucia 29-03-1993
125 Saint Vincent and the Grenadines 20-09-1993
126 Samoa 14-01-1993
127 San Marino 13-01-1993
128 Saudi Arabia 20-01-1993
129 Senegal 13-01-1993
130 Seychelles 15-01-1993 07-04-1993
131 Sierra Leone 15-01-1993
132 Singapore 14-01-1993
133 Slovak Republic 14-01-1993 27-10-1995
134 Slovenia 14-01-1993
135 South Africa 14-01-1993 13-09-1995
136 Spain 13-01-1993 03-08-1994
137 Sri Lanka 14-01-1993 19-08-1994
138 Swaziland 23-09-1993
139 Sweden 13-01-1993 17-06-1993
140 Switzerland 14-01-1993 10-03-1995
141 Tajikistan 14-01-1993 11-01-1995
142 Thailand 14-01-1993
143 Togo 13-01-1993
144 Tunisia 13-01-1993
145 Turkey 14-01-1993
146 Turkmenistan 12-10-1993 29-09-1994
147 Uganda 14-01-1993
148 Ukraine 13-01-1993
149 United Arab Emirates 02-02-1993
150 United Kingdom of Great Britain and Northern Ireland 13-01-1993
151 United Republic of Tanzania 25-02-1994
152 United States of America 13-01-1993
153 Uruguay 15-01-1993 06-10-1994
154 Venezuela 14-01-1993
155 Viet Nam 13-01-1993
156 Yemen 08-02-1993
157 Zaire 14-01-1993
158 Zambia 13-01-1993
159 Zimbabwe 13-01-1993

(1) Signatures affixed on the original of the Convention deposited with the Secretary-General of the United Nations.

(2) Instruments of ratification deposited with the Secretary-General of the United Nations.

Bijlage 2


Financial Regulations

Definitions : Phase I, Phase II and trigger point

Article XXI of the Convention implicitly identifies two phases in the Commission's activities. Phase I began after signature of the Convention and will continue until entry into force of the Convention (hereafter abbreviated as EIF). Phase II will begin at the trigger point and will continue for 180 days, also concluding on the date when the Convention enters into force. The trigger point is the date of deposit of the sixty-fifth instrument of ratification.

Definition of Part I and Part II of the Budget

In accordance with the Financial Regulations, the Budget of the Commission will comprise two separate parts as follows :

(a) Part I of the Budget is an annual one that relates to tasks during Phase I that permit the Commission and the Secretariat to complete all necessary preparations for Phase II of the Programme of Work; and

(b) Part II of the Budget specifically relates to those tasks that the Commission shall undertake during the 180 days prior to EIF (Phase II) concerning the organisation and work of the Technical Secretariat that will require immediate attention after EIF.

A. Barème des quotes-parts des États membres (159) et ventilation de la partie I du budget

de la Commission préparatoire pour 1996

État membre Quote-part
Nations Unies
%
Commission
%
Contribution
en florins
1 Afghanistan 0,01000 0,00995 2 443
2 Afrique du Sud 0,32250 0,32078 78 774
3 Albanie 0,01000 0,00995 22 443
4 Algérie 0,16000 0,15915 39 082
5 Allemagne 9,04250 8,99438 2 208 723
6 Arabie saoudite 0,72000 0,71617 175 867
7 Argentine 0,48000 0,47745 117 245
8 Arménie 0,05500 0,05471 13 434
9 Australie 1,48000 1,47212 361 505
10 Autriche 0,86500 0,86040 211 285
11 Azerbaïdjan 0,11750 0,11687 28 701
12 Bahamas 0,02000 0,01989 4 885
13 Bahrein 0,02000 0,01989 4 885
14 Bangladesh 0,01000 0,00995 2 443
15 Biélorussie 0,29250 0,29094 71446
16 Belgique 1,00750 1,00214 246 092
17 Bénin 0,01000 0,00995 2 443
18 Bolivie 0,01000 0,00995 2 443
19 Brésil 1,62000 1,61138 395 702
20 Brunei Darussalam 0,02000 0,01989 4 885
21 Bulgarie 0,08250 0,08206 20 151
22 Burkina Faso 0,01000 0,0099û 2 443
23 Burundi 0,01000 0,00995 2 443
24 Cambodge 0,01000 0,00995 2 443
25 Cameroun 0,01000 0,00995 2 443
26 Canada 3,10250 3,08599 757 817
27 Cap-Vert 0,01000 0,00995 2 443
28 Chili 0,08000 0,07957 19 541
29 Chine 0,73500 0,73109 179 531
30 Chypre 0,03000 0,02984 7 328
31 Colombie 0,10000 0,09947 24 426
32 Comores 0,01000 0,00995 2 443
33 Congo 0,01000 0,00995 2 443
34 Costa Rica 0,01000 0,00995 2 443
35 Côte d'Ivoire 0,01000 0,00995 2 443
36 Croatie 0,09000 0,08952 21 983
37 Cuba 0,05250 0,05222 12 824
38 Danemark 0,71750 0,71368 175 257
39 Djibouti 0,01000 0,00995 2 443
40 Dominique 0,01000 0,00995 2 443
41 El Salvador 0,01000 0,00995 2 443
42 Émirats arabes unis 0,19000 0,18899 46 409
43 Équateur 0,02000 0,01989 4 885
44 Espagne 2,36250 2,34993 577 065
45 Estonie 0,04250 0,04227 10 381
46 États fédérés de Micronésie 0,01000 0,00995 2 443
47 États-Unis d'Amérique 25,00000 24,86696 6 106 505
48 Éthiopie 0,01000 0,00995 2 443
49 Fédération de Russie 4,45000 4,42632 1 086 958
50 Fidji 0,01000 0,00995 2 443
51 Finlande 0,61750 0,61421 150 831
52 France 6,40750 6,37340 1 565 097
53 Gabon 0,01000 0,00995 2 443
54 Gambie 0,01000 40,00995 2 443
55 Géorgie 0,11750 0,11687 28 701
56 Ghana 0,01000 0,00995 2 443
57 Grèce 0,38000 0,37798 92 819
58 Guatemala 0,02000 0,01989 4 885
59 Guinée 0,01000 0,00995 2 443
60 Guinée équatoriale 0,01000 0,00995 2 443
61 Guinée-Bissau 0,01000 0,00995 2 443
62 Guyane 0,01000 0,00995 2 443
63 Haïti 0,01000 0,00995 2 443
64 Honduras 0,01000 0,00995 2 443
65 Hongrie 0,14000 0,13925 34 196
66 Îles Cook 0,01000 0,00995 2 443
67 Îles Marshall 0,01000 0,00995 2 443
68 Inde 0,31000 0,30835 75 721
69 Indonésie 0,14000 0,13925 34 196
70 Iran (République islamique d') 0,46750 0,46501 114 192
71 Irlande 0,21000 0,20888 51 295
72 Islande 0,03000 0,02984 7 328
73 Israël 0,26750 0,26608 65 340
74 Italie 5,19750 5,16984 1 269 542
75 Japon 15,43500 15,35286 3 770 156
76 Kazakhstan 0,20000 0,19894 48 852
77 Kenya 0,01000 0,00995 2 443
78 Kirghizistan 0,32500 0,32327 79 385
79 Koweit 0,19000 0,18899 46 409
80 Lésotho 0,01000 0,00995 2 443
81 Lettonie 0,08250 0,08206 20 151
82 Libéria 0,01000 0,00995 2 443
83 Liechtenstein 0,01000 0,00995 2 443
84 Lituanie 0,08500 0,08455 20 762
85 Luxembourg 0,07000 0,06963 17 098
86 Madagascar 0,01000 0,00995 2 443
87 Malaisie 0,14000 0,13925 34 196
88 Malawi 0,01000 0,00995 2 443
89 Maldives 0,01000 0,00995 2 443
90 Mali 0,01000 0,00995 2 443
91 Malte 0,01000 0,00995 2 443
92 Maroc 0,03000 0,02984 7 328
93 Maurice 0,01000 0,00995 2 443
94 Mauritanie 0,01000 0,00995 2 443
95 Mexique 0,78750 0,78331 192 355
96 Monaco 0,01000 0,00995 2 443
97 Mongolie 0,01000 0,00995 2 443
98 Myanmar 0,01000 0,00995 2 443
99 Namibie 0,01000 0,00995 2 443
100 Nauru 0,01000 0,00995 2 443
101 Népal 0,01000 0,00995 2 443
102 Nicaragua 0,01000 0,00995 2 443
103 Niger 0,01000 0,00995 2 443
104 Nigéria 0,11500 0,11439 28 090
105 Norvège 0,56000 0,55702 136 786
106 Nouvelle-Zélande 0,24000 0,23872 58 622
107 Oman 0,04000 0,03979 9 770
108 Ouganda 0,01000 0,00995 2 443
109 Pakistan 0,06000 0,05968 14 656
110 Panama 0,01000 0,00995 2 443
111 Papouasie-Nouvelle-Guinée 0,01000 0,00995 2 443
112 Paraguay 0,01000 0,00995 2 443
113 Pays-Bas 1,58750 1,57905 387 763
114 Pérou 0,06000 0,05968 14 656
115 Philippines 0,06000 0,05968 14 656
116 Pologne 0,33750 0,33750 82 438
117 Portugal 0,27500 0,27354 67 172
118 Qatar 0,04000 0,03979 9 770
119 République centrafricaine 0,01000 0,00995 2 443
120 République de Corée 0,81750 0,81315 199 683
121 République de Moldova 0,08500 0,08455 20 762
122 République démocratique populaire lao 0,01000 0,00995 2 443
123 République dominicaine 0,01000 0,00995 2 443
124 République slovaque 0,08250 0,08206 20 151
125 République tchèque 0,26000 0,25862 63 508
126 République-Unie de Tanzanie 0,01000 0,00995 2 443
127 Roumanie 0,15000 0,14920 36 639
128 Royaume-Uni de Grande-Bretagne et d'Irlande du Nord 5,31500 5,28672 1 298 243
129 Rwanda 0,01000 0,00995 2 443
130 Saint-Kitts-et-Nevis 0,01000 0,00995 2 443
131 Saint-Marin 0,01000 0,00995 2 443
132 Saint-Siège 0,01000 0,00995 2 443
133 Saint-Vincent-et-Grenadines 0,01000 0,00995 2 443
134 Sainte-Lucie 0,01000 0,00995 2 443
135 Samoa 0,01000 0,00995 2 443
136 Sénégal 0,01000 0,00995 2 443
137 Seychelles 0,01000 0,00995 2 443
138 Sierra Leone 0,01000 0,00995 2 443
139 Singapour 0,14000 0,13925 34 196
140 Slovénie 0,07000 0,06963 17 098
141 Sri Lanka 0,01000 0,00995 2 443
142 Suède 1,22750 1,22097 299 829
143 Suisse 1,21000 1,20356 295 555
144 Swaziland 0,01000 0,00995 2 443
145 Tadjikistan 0,02000 0,01989 4 885
146 Tchad 0,01000 0,00995 2 443
147 Thaïlande 0,13000 0,12931 31 754
148 Togo 0,01000 0,00995 2 443
149 Tunisie 0,03000 0,02984 7 328
150 Turkménistan 0,03250 0,03233 7 938
151 Turquie 0,37500 0,37300 91 598
152 Ukraine 1,14000 1,13393 278 457
153 Uruguay 0,04000 0,03979 9 770
154 Venezuela 0,33750 0,33570 82 438
155 Viêt-Nam 0,01000 0,00995 2 443
156 Yémen 0,01000 0,00995 2 443
157 Zaïre 0,01000 0,00995 2 443
158 Zambie 0,01000 0,00995 2 443
159 Zimbabwe 0,01000 0,00995 2 443
(1) 100,53500 (1) 100 (2) 24 556 700

(1) Les quotes-parts sont fixées en fonction du pourcentage arrêté dans le barème des Nations Unies corrigé pour tenir compte du fait que le total des points de pourcentage relatifs aux États qui ont, à ce jour, signé la Convention s'élève à 100,535 p.c. Il s'ensuit que la formule employée pour obtenir le montant de la quote-part d'un État membre donné est la suivante :

La quote-part de l'État membre Y est égale au pourcentage fixé par l'O.N.U. pour cet État Y multiplié par le montant total de la partie I du budget de la Commission pour 1996, divisé par 100,535.

(2) Partie I du budget de 1996 24 856 700 florins
moins recettes accessoires prévues 300 000 florins
Total des contributions . . . 24 556 700 florins

B. Barème des quotes-parts des États membres (159) et ventilation de la partie II du budget

de la Commission préparatoire pour 1996

État membre Quote-part
Nations Unies
%
Commission
%
Contribution
en florins
1 Afghanistan 0,01000 0,00995 3 009
2 Afrique du Sud 0,32250 0,32078 97 049
3 Albanie 0,01000 0,00995 3 009
4 Algérie 0,16000 0,15915 48 148
5 Allemagne 9,04250 8,99438 2 721 124
6 Arabie saoudite 0,72000 0,71617 216 667
7 Argentine 0,48000 0,47745 144 445
8 Arménie 0,05500 0,05471 16 551
9 Australie 1,48000 1,47212 445 371
10 Autriche 0,86500 0,86040 260 301
11 Azerbaidjan 0,11750 0,11687 35 359
12 Bahamas 0,02000 0,01989 6 019
13 Bahrein 0,02000 0,01989 6 019
14 Bangladesh 0,01000 0,00995 3 009
15 Biélorussie 0,29250 0,29094 88 021
16 Belgique 1,00750 1,00214 303 183
17 Bénin 0,01000 0,00995 3 009
18 Bolivie 0,01000 0,00995 3 009
19 Brésil 1,62000 1,61138 487 500
20 Brunei Darussalem 0,02000 0,01989 6 019
21 Bulgarie 0,08250 0,08206 24 826
22 Burkina Faso 0,01000 0,00995 3 009
23 Burundi 0,01000 0,00995 3 009
24 Cambodge 0,01000 0,00995 3 009
25 Cameroun 0,01000 0,00995 3 009
26 Canada 3,10250 3,08599 933 623
27 Cap-Vert 0,01000 0,00995 3 009
28 Chili 0,08000 0,07957 24 074
29 Chine 0,73500 0,73109 221 181
30 Chypre 0,03000 0,02984 9 028
31 Colombie 0,10000 0,09947 30 093
32 Comores 0,01000 0,00995 3 009
33 Congo 0,01000 0,00995 3 009
34 Costa Rica 0,01000 0,00995 3 009
35 Côte d'Ivoire 0,01000 0,00995 3 009
36 Croatie 0,09000 0,08952 27 083
37 Cuba 0,05250 0,05222 15 799
38 Danemark 0,71750 0,71368 215 914
39 Djibouti 0,01000 0,00995 3 009
40 Dominique 0,01000 0,00995 3 009
41 El Salvador 0,01000 0,00995 3 009
42 Émirats arabes unis 0,19000 0,18899 57 176
43 Équateur 0,02000 0,01989 6 019
44 Espagne 2,36250 2,34993 710 938
45 Estonie 0,04250 0,04227 12 789
46 États fédérés de Micronésie 0,01000 0,00995 3 009
47 États-Unis d'Amérique 25,00000 24,86696 7 523 151
48 Éthiopie 0,01000 0,00995 3 009
49 Fédération de Russie 4,45000 4,42632 1 339 121
50 Fidji 0,01000 0,00995 3 009
51 Finlande 0,61750 0,61421 185 822
52 France 6,40750 6,37340 1 928 184
53 Gabon 0,01000 0,00995 3 009
54 Gambie 0,01000 0,00995 3 009
55 Géorgie 0,11750 0,11687 35 359
56 Ghana 0,01000 0,00995 3 009
57 Grèce 0,38000 0,37798 114 352
58 Guatemala 0,02000 0,01989 6 019
59 Guinée 0,01000 0,00995 3 009
60 Guinée équatoriale 0,01000 0,00995 3 009
61 Guinée-Bissau 0,01000 0,00995 3 009
62 Guyane 0,01000 0,00995 3 009
63 Haïti 0,01000 0,00995 3 009
64 Honduras 0,01000 0,00995 3 009
65 Hongrie 0,14000 0,13925 42 130
66 Îles Cook 0,01000 0,00995 3 009
67 Îles Marshall 0,01000 0,00995 3 009
68 Inde 0,31000 0,30835 93 287
69 Indonésie 0,14000 0,13925 42 130
70 Iran (République islamique d') 0,46750 0,46501 140 683
71 Irlande 0,21000 0,20888 63 194
72 Islande 0,03000 0,02984 9 028
73 Israël 0,26750 0,26608 80 498
74 Italie 5,19750 5,16984 1 564 063
75 Japon 15,43500 15,35286 4 644 794
76 Kazakhstan 0,20000 0,19894 60 185
77 Kenya 0,01000 0,00995 3 009
78 Kirghizistan 0,32500 0,32327 97 801
79 Koweit 0,19000 0,18899 57 176
80 Lésotho 0,01000 0,00995 3 009
81 Lettonie 0,08250 0,08206 24 826
82 Libéria 0,01000 0,00995 3 009
83 Liechtenstein 0,01000 0,00995 3 009
84 Lituanie 0,08500 0,08455 25 579
85 Luxembourg 0,07000 0,06963 21 065
86 Madagascar 0,01000 0,00995 3 009
87 Malaisie 0,14000 0,13925 42 130
88 Malawi 0,01000 0,00995 3 009
89 Maldives 0,01000 0,00995 3 009
90 Mali 0,01000 0,00995 3 009
91 Malte 0,01000 0,00995 3 009
92 Maroc 0,03000 0,02984 9 028
93 Maurice 0,01000 0,00995 3 009
94 Mauritanie 0,01000 0,00995 3 009
95 Mexique 0,78750 0,78331 236 979
96 Monaco 0,01000 0,00995 3 009
97 Mongolie 0,01000 0,00995 3 009
98 Myanmar 0,01000 0,00995 3 009
99 Namibie 0,01000 0,00995 3 009
100 Nauru 0,01000 0,00995 3 009
101 Népal 0,01000 0,00995 3 009
102 Nicaragua 0,01000 0,00995 3 009
103 Niger 0,01000 0,00995 3 009
104 Nigéria 0,11500 0,11439 34 606
105 Norvège 0,56000 0,55702 168 519
106 Nouvelle-Zélande 0,24000 0,23872 72 222
107 Oman 0,04000 0,03979 12 037
108 Ouganda 0,01000 0,00995 3 009
109 Pakistan 0,06000 0,05968 18 056
110 Panama 0,01000 0,00995 3 009
111 Papouasie-Nouvelle-Guinée 0,01000 0,00995 3 009
112 Paraguay 0,01000 0,00995 3 009
113 Pays-Bas 1,58750 1,57905 477 720
114 Pérou 0,06000 0,05968 18 056
115 Philippines 0,06000 0,05968 18 056
116 Pologne 0,33750 0,33570 101 563
117 Portugal 0,27500 0,27354 82 755
118 Qatar 0,04000 0,03979 12 037
119 République centrafricaine 0,01000 0,00995 3 009
120 République de Corée 0,81750 0,81315 246 007
121 République de Moldova 0,08500 0,08455 25 579
122 République démocratique populaire lao 0,01000 0,00995 3 009
123 République dominicaine 0,01000 0,00995 3 009
124 République slovaque 0,08250 0,08206 24 826
125 République tchèque 0,26000 0,25862 78 241
126 République-Unie de Tanzanie 0,01000 0,00995 3 009
127 Roumanie 0,15000 0,14920 45 139
128 Royaume-Uni de Grande-Bretagne et d'Irlande du Nord 5,31500 5,28672 1 599 422
129 Rwanda 0,01000 0,00995 3 009
130 Saint-Kitts-et-Nevis 0,01000 0,00995 3 009
131 Saint-Marin 0,01000 0,00995 3 009
132 Saint-Siège 0,01000 0,00995 3 009
133 Saint-Vincent-et-Grenadines 0,01000 0,00995 3 009
134 Sainte-Lucie 0,01000 0,00995 3 009
135 Samoa 0,01000 0,00995 3 009
136 Sénégal 0,01000 0,00995 3 009
137 Seychelles 0,01000 0,00995 3 009
138 Sierra Leone 0,01000 0,00995 3 009
139 Singapour 0,14000 0,13925 42 130
140 Slovénie 0,07000 0,06963 21 065
141 Sri Lanka 0,01000 0,00995 3 009
142 Suède 1,22750 1,22097 369 387
143 Suisse 1,21000 1,20356 364 121
144 Swaziland 0,01000 0,00995 3 009
145 Tadjikistan 0,02000 0,01989 6 019
146 Tchad 0,01000 0,00995 3 009
147 Thaïlande 0,13000 0,12931 39 120
148 Togo 0,01000 0,00995 3 009
149 Tunisie 0,03000 0,02984 9 028
150 Turkménistan 0,03250 0,03233 9 780
151 Turquie 0,37500 0,37300 112 847
152 Ukraine 1,14000 1,13393 343 056
153 Uruguay 0,04000 0,03979 12 037
154 Venezuela 0,33750 0,33570 101 563
155 Viêt-Nam 0,01000 0,00995 3 009
156 Yémen 0,01000 0,00995 3 009
157 Zaïre 0,01000 0,00995 3 009
158 Zambie 0,01000 0,00995 3 009
159 Zimbabwe 0,01000 0,00995 3 009
(1) 100,53500 (1) 100 (2) 30 253 600

(1) Les quotes-parts sont fixées en fonction du pourcentage arrêté dans le barème des Nations Unies corrigé pour tenir compte du fait que le total des points de pourcentage relatifs aux États qui ont, à ce jour, signé la Convention s'élève à 100,535 p.c. Il s'ensuit que la formule employée pour obtenir le montant de la quote-part d'un État membre donné est la suivante :

La quote-part de l'État membre Y est égale au pourcentage fixé par l'O.N.U. pour cet État Y multiplié par le montant total de la partie II du budget de la Commission pour 1996, divisé par 100,535.

(2) Partie II du budget de 1996 30 403 600 florins
moins recettes accessoires prévues 150 000 florins
Total des contributions . . . 30 253 600 florins

(1) Hoofdzakelijk Polen en Belarus.