Vragen en Antwoorden

BELGISCHE SENAAT


Bulletin 3-85

ZITTING 2006-2007

Vragen van de Senatoren en antwoorden van de Ministers (Art. 70 van het reglement van de Senaat)

(N.): Vraag gesteld in het Nederlands - (Fr.): Vraag gesteld in het Frans


Vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken

Vraag nr. 3-6272 van de heer Vandenberghe H. d.d. 14 november 2006 (N.) :
Gerechtelijke onderzoeken. — Driedimensionele scanner.

Forensische wetenschap en technologie zijn tegenwoordig niet meer weg te denken uit gerechtelijke onderzoeken.

In ons land wordt momenteel een driedimensionale scanner uitgetest die nuttig kan zijn bij de reconstructie van moorden of zware verkeersongevallen. Zo geven de 3D-opnamen een exact beeld van plaats en omstandigheden en kunnen ze later ook erg nuttig zijn in de rechtbank. De scanner duidt niet alleen precies aan waar de moord bijvoorbeeld is gebeurd, maar sluit ook uit dat belangrijke sporen in de loop van het onderzoek worden gewist door het rondlopen op de plaats van het delict.

In verschillende buurlanden is dit type van scanner al in gebruik. In Nederland kon onlangs met de nauwkeurige informatie van dit hoogtechnologisch hulpmiddel een doorbraak worden geforceerd in een onderzoek naar een afrekening in het misdaadmilieu. Bovendien staat men al een stap verder bij onze noorderburen en loopt er een project om naast driedimensionele opnamen ook informatie van op de plaats van het delict rechtstreeks door te sturen naar het labo. Op die manier kan worden gecommuniceerd tussen wetenschappers in hun labo en politiemensen op de plaats van de misdaad.

Een nadeel van het toestel is daarentegen dat het niet alleen duur is, maar ook complex en tijdrovend.

In ons land gaf een proefproject bij de provinciale verkeerseenheden alvast goede resultaten.

Graag had ik een antwoord gekregen op de volgende vragen :

1. Welke zijn de volledige resultaten van de werkgroep die zich met de evaluatie van het proefproject bezig houdt ?

2. In hoeveel gevallen werd de scanner in ons land gedurende de proefperiode getest ? In welke soort van omstandigheden gebeurde dit ?

3. Wanneer en hoeveel van dergelijke scanners zullen in de volgende jaren aangekocht worden ? Wat is de timing van deze aankoop ?

4. Acht de geachte vice-eersteminister het niet nodig politiepersoneel nu al te scholen om met dergelijke toestellen in de toekomst op een adequate manier te kunnen omgaan ?

Antwoord : Het geachte lid vindt hieronder het antwoord op zijn vragen.

1. De techniek van de 3D-scanner wordt reeds enkele jaren gevolgd door de federale wegpolitie WPR en de directie van de technische en wetenschappelijke politie DJT, doch er bestaat hieromtrent geen formele werkgroep.

Eén dergelijk systeem vereist een investering van 100 000 tot 150 000 euro en een dure opleiding van gespecialiseerde technici, zodat het weinig realistisch zou zijn om het op gedecentraliseerd niveau aan te kopen. Het scannen op zich is een tijdrovend proces, in functie van de complexiteit van de in te scannen ruimte. Zo neemt het « inscannen » van een kleine tot middelgrote woning een volle werkdag in beslag.

2. Enkele leden van de WPR hebben een demonstratie met een 3D-scanner bijgewoond en kwamen tot de conclusie dat het toestel slechts een beperkt nut heeft. Er bestaan efficiëntere methoden voor het vaststellen van verkeersongevallen, zoals de « fotogrammetrie ».

Deze techniek heeft reeds haar nut bewezen in Nederland en Duitsland. De federale verkeerspolitie heeft het nodige testmateriaal aangekocht, met name fototoestellen en een computer met de nodige specifieke software.

DJT ziet in de 3D-techniek een aantal mogelijkheden, ter aanvulling van de klassieke fotografie en film, zoals het uitvoeren van analyses en simulaties van voorwerpen en de verwondingen die ermee kunnen worden aangebracht.

Een dergelijke kleine 3D-scanner wordt overigens reeds gebruikt door het Nationaal Instituut voor criminologie en criminalistiek, voor het onderzoek van documenten, ballistische sporen en werktuigsporen.

DJT woonde verschillende demonstraties bij, maar is echter van mening dat een 3D-scanner momenteel onvoldoende meerwaarde biedt om tot een aankoop over te gaan. De Deense politie heeft met een firma samengewerkt om de software te ontwikkelen, doch is recent gestopt met het systematisch gebruik ervan, wegens « te weinig rendabel ».

3. De federale politie heeft geen concrete plannen om op korte of middellange termijn een 3D-scanner aan te kopen. DJT en enkele gerechtsdeskundigen blijven de techniek niettemin van zeer nabij volgen.

4. Drie leden van de WPR van Antwerpen volgden in Nederland een opleiding « fotogrammetrie » en de proeven op de openbare weg zullen weldra starten.

Wat de 3D-technologie betreft, heeft het weinig zin personeel op te leiden in het vooruitzicht van een eventuele aankoop op lange termijn.