5-203COM

5-203COM

Commission des Finances et des Affaires économiques

Annales

MARDI 5 FÉVRIER 2013 - SÉANCE DE L'APRÈS-MIDI

(Suite)

Demande d'explications de Mme Nele Lijnen au secrétaire d'État à la Lutte contre la fraude sociale et fiscale sur «l'importante fraude sociale aux titres-services» (no 5-3002)

Mevrouw Nele Lijnen (Open Vld). - Enkele weken geleden lazen we in La Libre Belgique een ontstellend bericht over zware fraude in het dienstenchequesysteem. We hoeven niet meer te zeggen dat de dienstencheques een succesverhaal zijn. Ondanks de prijsstijging van de cheques telde België nog nooit zoveel dienstenchequebedrijven. Meer dan 800 000 gebruikers kochten in 2011 samen meer dan 100 miljoen cheques bij bijna 3000 dienstenchequebedrijven. De dienstencheques gaan zwartwerk en sociale fraude tegen, helpen mensen terug in het arbeidscircuit en ontlasten de drukke tweeverdieners.

Nu blijkt echter dat de subsidiëring van deze dienstencheques ook veel sociale fraude door malafide dienstenchequebedrijven in de hand werkt. Een cheque van 8,5 euro kost de Belgische staat 21 euro. Het systeem blijkt onvoldoende veilig te zijn. Het probleem is niet nieuw. In 2009 waarschuwde Federgon al voor allerhande malafide praktijken, zoals meer cheques aanrekenen dan er uren gepresteerd zijn en uitbuiting van mensen zonder papieren. Daarom voerde de federale overheid strengere controle en strafmaatregelen in. De fraudeurs kunnen sneller hun erkenning verliezen en de RVA kan geldboetes opleggen.

Deze maatregelen schieten echter hun doel voorbij omdat de dienstenchequebedrijven onvoldoende gecontroleerd worden. Volgens bronnen zouden 300 bedrijven, goed voor 20 000 werknemers, zich bezondigen aan sociale fraude. Het zou de Belgische staat in 2011 maar liefst 1 miljard euro hebben gekost.

De manier waarop de fraude wordt gepleegd, maakt ze momenteel zo goed als onopspoorbaar. De eigenaar van een dienstenchequebedrijf maakt fictieve gebruikers - klanten en werknemers - aan met fictieve namen en adressen. Met deze "gestolen" identiteiten bestelt het bedrijf dienstencheques, die het nadien naar Sodexo terugstuurt. Zo ontvangt het bedrijf subsidies zonder dat er ooit een prestatie werd geleverd. Deze fraude komt pas aan het licht wanneer de werknemers hun belastingbrief krijgen. RVA zal dan zien dat deze persoon tegelijk gewerkt én een uitkering ontvangen heeft.

Sommige bedrijven werken ook met werknemers en gebruikers die medeplichtig zijn. Wie in het bezit is van een contract met een dienstenchequebedrijf bouwt namelijk bepaalde rechten op, bijvoorbeeld het recht om in België te verblijven of het recht op werkloosheidsuitkering zonder dat er één dag gewerkt is. De RVA moet de verklaringen van de werknemers controleren, maar de desbetreffende bedrijven bestaan zo kort dat dat heel moeilijk wordt.

Ook de "gebruiker" heeft enkel maar voordelen bij het niet-officiële circuit. Hij betaalt niet voor de cheque, er wordt geen prestatie geleverd, maar hij kan de cheques wel aftrekken van de belastingen.

Iedereen wint, behalve de Belgische staat, die zo 12,5 euro per cheque verliest aan een fraudeur. Het systeem kan men vrijwel niet detecteren door het ontbreken van een koppeling tussen de verschillende databanken en door de zwakheid van bepaalde databanken, bijvoorbeeld die van Sodexo. De RVA bevestigt dat dit soort fraude bestaat.

Nochtans zijn er bepaalde criteria om dit soort van fraude op te sporen, zoals het overmatig aankopen van elektronische dienstencheques door één gebruiker, het checken van de schuldenlast van het bedrijf bij de RSZ of de belastingen, het grote aandeel vreemdelingen of mannen onder de werknemers of bepaalde gebruikersprofielen van bijvoorbeeld werklozen of studenten. Dat kost de staat uiteraard heel veel geld zonder dat er iets tegenover staat. Voor ons blijft het aanpakken van elke vorm van fraude echter prioritair; ook deze fraude moet dus worden aangepakt, zeker als we zien hoe omvangrijk ze in 2011 was.

Is de staatssecretaris op de hoogte van de fraude en welke maatregelen werden er al genomen om fraude tegen te gaan?

Welke maatregelen zal de staatssecretaris nemen om de fraude zo snel mogelijk op te sporen en welke rol moet de RVA daarin spelen? Zal er overleg worden opgestart met de andere betrokken ministers?

Kan er dringend werk gemaakt worden van de koppeling van databanken? Kan Sodexo bijvoorbeeld concreet toegang krijgen tot de databank van RVA om de identiteit van gebruikers na te kijken?

Wat wordt er ondernomen wanneer fraude wordt vastgesteld? Hoeveel bedrijven zijn er al bestraft en hoe worden ze bestraft?

Hoeveel dienstenchequebedrijven werden sinds 2009 jaarlijks betrapt op fraude? Hoeveel daarvan werden opgedoekt of beboet? Hoeveel gebruikers werden betrapt op fraude? Hoeveel van hen werden beboet?

De heer John Crombez, staatssecretaris voor de Bestrijding van de sociale en de fiscale fraude. - De schade die we lijden door de fraude in de dienstenchequesector bedraagt, gelukkig maar, geen 1 miljard euro. Maar ik ben het ermee eens dat de fraudebestrijding in deze sector onze bijzondere aandacht verdient. De overheid stopt er immers, al van bij de start, bijzonder veel middelen in, precies om met overheidssteun de fraudegevoelige circuits te "officialiseren". Het is dan ook bijzonder belangrijk dat we het systeem zo fraude-ongevoelig mogelijk maken.

We zijn inderdaad bijzonder goed op de hoogte van de fraude. De sector zelf heeft bij het begin van de regeerperiode ook actief met ons gewerkt. Het is een mooi voorbeeld van de manier waarop we kunnen reageren. Er zijn minder dan vier maanden verlopen tussen het eerste contact met werkgevers en werknemers, die zelf een voorstel van aanpassingen hebben gedaan, en de goedkeuring vorig jaar van een hele lijst maatregelen door het parlement. Het vermijden van fraude is daarin een belangrijk element, want mevrouw Lijnen merkte terecht op dat misbruik in die sector vaak wordt gepleegd door vennootschappen die maar zeer kort bestaan. Sommige van die maatregelen zitten nu in de uitvoeringsfase. Ik geef een overzicht.

De RVA vordert vaker en vlugger de terugbetaling van de federale tegemoetkoming voor ten onrechte ingediende cheques.

Werden er werken uitgevoerd in strijd met de wettelijke of reglementaire voorwaarden, dan kan de RVA het uitgiftebedrijf ook verbieden om de federale tegemoetkoming en de aanschafprijs van de cheque te betalen aan de onderneming die de cheque heeft ingediend.

Het dienstenchequebedrijf mag geen achterstand hebben in het betalen van belastingen en socialezekerheidsbijdragen.

De erkenning kan worden ingetrokken indien de leidinggevende personen betrokken waren bij een faillissement. Dat is nieuw en belangrijk, omdat het onze reactiesnelheid vergroot. We zien vaak dat er tussen het detecteren van een probleem en de intrekking van de erkenning veel te veel tijd verloopt en dat de frauderende vennootschap intussen niet meer bestaat.

Bij aanvraag tot erkenning moeten de ondernemingen een borgsom van 25 000 euro storten op een rekening van de RVA.

Als blijkt dat de onderneming niet meer aan de erkenningsvoorwaarden voldoet, zal 5 euro van de tegemoetkoming worden ingehouden op elke dienstencheque die bij de uitgiftemaatschappij voor terugbetaling wordt ingediend.

Bij een zware inbreuk kan de volledige inruilwaarde worden ingehouden, dat wil zeggen de nominale waarde van de dienstencheque en het volledige bedrag van de tegemoetkoming.

De bepalingen die inbreuken op de reglementering van de dienstencheques bestraffen, zijn ingevoegd in het Sociaal Strafwetboek.

We hebben met de diensten van de Sociale inspectie, de RSZPPO, de FOD Financiën en de RVA een permanente werkgroep opgericht die op zeer regelmatige basis overlegt over de vraag of er nieuwe fraudefenomenen opduiken en hoe we daarop moeten reageren.

Een deel van de fraudemechanismen is aan het licht gekomen omdat de RVA zich sinds begin 2012 toelegt op de analyse van de eigen gegevens en deze kruist met de gegevens die ze krijgt van de RSZ, het uitgiftebedrijf en het rijksregister. Indien die kruising van databanken kan worden verbeterd, dan ben ik daar voorstander van.

Die kruisingen hebben geleid tot knipperlichtsystemen. Vindt men een dienstenchequebedrijf met een atypisch profiel, dan wordt het sneller en met meer aandacht bekeken. We bekijken ook welke rol de uitgiftemaatschappij zelf kan spelen in de controle van de gegevens door die te kruisen met de gegevens van het rijksregister. Dat kan de snelheid verhogen waarmee problemen kunnen worden vastgesteld, want die snelheid blijkt een cruciale factor te zijn Dat ligt echter gevoelig, want de uitgiftemaatschappij is een privéonderneming en we moeten rekening houden met de privacywetgeving.

Zodra problemen zijn vastgesteld, krijgt de uitgiftemaatschappij het verbod nog verder tegemoetkomingen uit te betalen. Gaat het om fraude, dan wordt de erkenning ingetrokken. Ook daar zoeken we naar systemen om de intrekking sneller te laten verlopen. De ten onrechte gekregen betalingen worden teruggevorderd. Er wordt een proces-verbaal opgesteld indien in een onderneming strafrechtelijke misdrijven worden vastgesteld.

Hoeveel bedrijven zijn er betrapt op fraude? We beschikken over jaarlijkse cijfers van fraudegevallen. Het artikel waarnaar mevrouw Lijnen verwees, maakt gewag van meer dan 300 ondernemingen in 2012. We hebben de cijfers voor dat jaar opgevraagd. Zodra ze ter beschikking zijn, zullen we ze ook meteen bezorgen.

Voor de jaren voordien heb ik wel cijfers. In 2009 werden in 204 ondernemingen inbreuken vastgesteld, in 2010 in 261 ondernemingen, in 2011 in 246 ondernemingen. In 2009 werd de erkenning van 31 bedrijven wegens schulden ingetrokken, in 2010 waren dat er 63 en in 2011 waren dat er 81. In 2009 en in 2010 volgde er in 9 zaken een intrekking op de fraudevaststelling; in 2011 was dat in 14 zaken het geval.

Mevrouw Nele Lijnen (Open Vld). - Ik dank de minister voor het uitvoerige antwoord. Volgens ons is vooral het signaal belangrijk dat de strijd tegen fraude wordt opgevoerd en daarin steunen we de staatssecretaris ten volle. Ik hoop dat we zo snel mogelijk de juiste cijfers en bedragen krijgen, want dan kunnen we bekijken wat er verder nog kan en moet gebeuren. Ik vraag me wel af of de eventuele stijging in 2012 er gekomen is ondanks de kruising van databanken. Als dat zo is, dan zijn we er eerder op achteruitgaan dan vooruit.

De heer John Crombez, staatssecretaris voor de Bestrijding van de sociale en de fiscale fraude. - Dat is een van de vervelende fenomenen van fraudebestrijding. Zorgen we voor een betere detectie, dan stellen we ook meer fraude vast en lijkt het alsof de fraude toeneemt, maar eigenlijk weten we dat niet. Ofwel is onze detectie verbeterd en komen er van een constante hoeveelheid fraude meer gevallen aan het licht, ofwel is de fraude inderdaad toegenomen. Dat is zeer moeilijk na te gaan. Het klopt wel dat de cijfers voor 2012 hoger zullen liggen en een deel daarvan komt door de koppeling van databanken. Er is dus sowieso een betere detectie. De cruciale vraag voor mij, precies omdat we een reeks maatregelen nemen die preventief zouden moeten werken, is of we in 2013 de omgekeerde beweging zullen zien en we er dus zullen in slagen fraude te voorkomen. Veel liever dan achteraf veel geld te laten terugbetalen, wil ik namelijk dat er niet gefraudeerd wordt.

(La séance est levée à 15 h 50.)