5-58COM | 5-58COM |
De heer Bert Anciaux (sp.a). - Pesterijen komen overal voor, ook in het Belgische leger. In de samenleving, en met name in het onderwijs, wordt veel aandacht besteed aan de aanpak van dat probleem. Recentelijk haalden ook enkele gevallen van pesterijen op de werkvloer het nieuws. Ik kan me voorstellen dat in het leger harde vormen van pesterijen voorkomen. Het is nu eenmaal een menselijk probleem, maar het moet wel worden aangepakt. Bepaalde gedragingen zijn echt niet tolereerbaar. Eigenlijk is daarvoor een strafrechtelijke aanpak nodig.
Kan de minister mij een actueel en cijfermatig overzicht geven van de omvang van pesterijen in het leger? Beschikt de minister over studies of andere relevante gegevens met betrekking tot dit fenomeen?
Welk beleid voert het leger inzake pesterijen? Wordt aandacht besteed aan preventie en aan de systematische bestrijding van pesterijen? Beoordeelt de minister de huidige inspanningen als voldoende? Zijn de voorkoming en de bestrijding van pesterijen in het leger nog steeds een beleidsprioriteit voor de minister? Zo ja, hoe kan de minister bewijzen dat dit een prioriteit is? Wat ondernam of plant de minister om de pesterijen steviger aan te pakken? Welke effecten sorteren die inspanningen?
Hoe kunnen het leger en de minister de pesters straffen? Is de minister op de hoogte van pestgevallen die tot het ontslag van de pesters hebben geleid? Bestaan er meldpunten in het leger waar personen wantoestanden kunnen melden? Zijn er vertrouwenspersonen? Is er nog werk aan de winkel?
Kan de minister mij informeren over het aantal strafrechtelijke en burgerrechterlijke procedures met betrekking tot pesten in het leger? Werden in dergelijke zaken al eerder vonnissen uitgesproken?
De heer Pieter De Crem, minister van Landsverdediging. - Er bestaat bij defensie een algemeen beleid rond pesterijen, geweld en ongewenst seksueel gedrag op het werk. Dit beleid wordt geregeld geëvalueerd. Op dit ogenblik wordt de laatste hand gelegd aan de aanpassing van de richtlijn hieromtrent aan de nieuwe wetgeving in het domein welzijn.
Ten gevolge van incidenten met jonge rekruten, werd ook een richtlijn betreffende de integratiepraktijken opgesteld, die van toepassing is sinds 10 september 2010. Defensie beschikt sinds vorig jaar ook over een dienst klachtenmanagement bij de Algemene Directie Juridische Steun en Bemiddeling, die alle klachten onderzoekt, waaronder ook klachten over pesterijen. De acht centrale bemiddelaars of vertrouwenspersonen van deze dienst leiden de lokale vertrouwenspersonen op en beheren en coachen hun netwerk. Lokale vertrouwenspersonen zijn er in iedere eenheid, detachement of militaire inplanting.
Met het oog op de bestrijding van het vroegtijdig vertrek van jonge militairen, wordt er aan elke militair die defensie vroegtijdig verlaat, gevraagd deel te nemen aan een exitinterview. Daarin wordt gepolst naar de vertrekreden. Ongepast gedrag is één van de redenen van vertrek. In 2008 maakte ongepast gedrag 10,2% uit van de vertrekredenen, in 2009 was dit 13,51% en in 2010 9,17%. Voor één op de tien vertrekkers is ongepast gedrag dus de reden van vertrek.
Wat het geval betreft waarop werd gealludeerd, is het gedrag onaanvaardbaar. Alle preventieve maatregelen zijn genomen om dit te voorkomen. Na het sluiten van de eerste opleidingsperiode in Arlon werden alle kandidaat-vrijwilligers gemuteerd naar hun respectieve eenheden voor het verder zetten van hun opleiding. Het gaat dus niet om een promotie.
De korpscommandant van de nieuwe eenheid van beide vermoedelijke daders werd op de hoogte gebracht van de vermeende feiten en van het opgestarte korpsonderzoek, dat zal leiden tot het nemen van de gepaste maatregelen.
Bij defensie worden de informele klachten aangebracht bij de vertrouwenspersoon. De formele klachten worden behandeld door de preventieadviseur psychologische belasting. Het aantal meldingen of adviesvragen bij de vertrouwenspersonen vertoont een stijging met 19 meldingen in 2002 over een piek van 377 in 2006, met daarna een geleidelijke daling tot 199 meldingen in 2010.
Sinds de preventieadviseurs psychosociale belasting aan het werk zijn gegaan, werden negen formele klachten ingediend voor 2005, met een geleidelijke stijging tot veertien formele klachten voor 2009 en slechts vijf formele klachten in 2010.
De evolutie van het aantal gerechtelijke klachten kan niet worden gegeven, daar de defensiestaf niet systematisch door Justitie op de hoogte wordt gebracht. Defensie is enkel op de hoogte van de zestien klachten die werden ingediend sinds 2002.
Afhankelijk van de ernst en de omvang van de feiten kan de korpsoverste van betrokkenen een ordemaatregel of een tuchtmaatregel opleggen en een statutaire maatregel voorstellen. Het gaat om het ontslag van ambtswege of de tijdelijke ambtsontheffing bij tuchtmaatregelen. Sinds 2007 werden vijf militairen om deze reden van ambtswege ontslagen. In 2010 kreeg telkens één militair de tijdelijke ambtsontheffing bij tuchtmaatregel ten gevolge van pesterijen. Ik heb niet nagelaten om hierin mijn verantwoordelijkheid te nemen en mij juridisch te engageren, niet alleen als minister maar ook als hoofd van het departement.
De heer Bert Anciaux (sp.a). - Het is mij niet duidelijk hoeveel preventieadviseurs er precies zijn.
De heer Pieter De Crem, minister van Landsverdediging. - Als ik me niet vergis, zijn er negen of tien preventieadviseurs.
De heer Bert Anciaux (sp.a). - In het antwoord was wel sprake van acht centrale bemiddelaars. Dat zijn dus geen preventieadviseurs. Er zijn ook aanspreekpunten bij elke eenheid. Zijn dat vertrouwensfiguren?
De heer Pieter De Crem, minister van Landsverdediging. - Dat zijn vertrouwenspersonen die men ook in de privésector vindt en die door het personeel zijn aangesteld als zijnde personen waarvan men verwacht dat die het best geplaatst zijn om als vertrouwenspersoon op te treden.
De heer Bert Anciaux (sp.a). - Dat is niet noodzakelijk een officier.
De heer Pieter De Crem, minister van Landsverdediging. - Absoluut niet.