4-108 | 4-108 |
M. le président. - M. Carl Devlies, secrétaire d'État à la Coordination de la lutte contre la fraude et secrétaire d'État, adjoint au ministre de la Justice, répondra.
Mevrouw Lieve Van Ermen (LDD). - In een artikel uit De Morgen van 31 december 2009 stond het schrijnende bericht dat het amper haalbaar is om suïcidale jongeren binnen de 24 uur te screenen. Mede door blijvende lange wachttijden, een tekort aan kinderpsychiaters en structurele onderfinanciering lukt het ternauwernood om prioritaire patiënten snel te ontvangen, maar dat gebeurt zelden door een kinderpsychiater. Uit recent Vlaams onderzoek blijkt dat in 2008 de gemiddelde wachttijd tussen het eerste gesprek en de daaropvolgende hulp gemiddeld 47 dagen bedraagt. In de Kempen bedroegen de wachttijden zelfs 115 dagen, en driekwart van de kinderen op de wachtlijst kreeg pas een eerste persoonlijk gesprek binnen de 150 dagen. Gelet op de risico's van dergelijke lange wachttijd voor patiënten die een poging tot zelfmoord achter de rug hebben, dienen zulke patiënten die zich aanmelden beslist binnen de 24 uur gescreend te worden.
De centra voor geestelijke gezondheidszorg (CGG) doen al het mogelijke om de patiënten binnen die termijn te zien, maar hebben er volgens kinder- en jeugdpsychiater Peter Emmery, tevens voorzitter van de werkgroep CGG's binnen de Vlaamse Vereniging voor Kinder- en Jeugdpsychiatrie, zelden de mensen noch de middelen voor. Hij betoogt ook dat jongeren met een zelfmoordpoging achter de rug het recht hebben om correct en goed ingeschat te worden. Dat kan enkel door een kinderpsychiater die de nodige achtergrond heeft, maar door een nijpend tekort aan deze professionele zorgverstrekkers in de CGG's worden jongeren in het beste geval snel geholpen door een maatschappelijk werker of een psycholoog. In de provincie Limburg gaat het zelfs zo ver dat er in heel de provincie maar 26 uur per week, door alle kinder- en jeugdpsychiaters samen, in de CGG's wordt gewerkt.
De opleidingen die kinderpsychiaters genieten, zijn veeleer gericht op ziekenhuizen en de residentiële psychiatrische zorg. De centra doen hun best om kinderpsychiaters aan te trekken, maar het honorarium dat voor een arts in een CGG ongeveer 35 euro bruto per uur bedraagt, is helaas veel lager dan in ziekenhuizen, privépraktijken of Nederland. Van de ongeveer acht kinder- en jeugdpsychiaters die in Vlaanderen jaarlijks afstuderen, wijkt de helft uit naar Nederland. Voorts wordt het nijpende tekort opgevuld door vrouwelijke specialisten die verkiezen deeltijds te werken. Als geen maatregelen worden genomen, zullen kinderen die diep in de put zitten en dringend hulp nodig hebben, een escalerend probleem in de samenleving worden. Een jongere die niet geholpen wordt, heeft tevens een reële negatieve impact op andere gezinsleden. Ook relationele banden lijden onder dergelijke situaties die daarenboven pathogeen werken indien goede hulp uitblijft.
De financiering van de CGG's komt voor een deel uit Vlaanderen en voor een deel uit de federale kas. Vlaams Minister van Welzijn Jo Vandeurzen wil artikel 107 van de federale ziekenhuis wet inschakelen om voor de CGG's meer federale financiering te bekomen. Is dat realistisch? Hoe staat het concreet met het uitvoeringsbesluit van die wet?
In de toekomst lijkt het de bedoeling te zijn een reconversie uit te voeren van intra muros gelden naar extra muros gelden, met andere woorden naar de ambulante zorg of outreaching projects. Er is echter nog steeds een tekort aan intra muros-bedden. Is die afbouw werkelijk nodig? Bedden voor crisisopvang zijn een absolute noodzaak. Hoe ziet de minister dit concreet?
Hoe zit het met de bevoegdheden inzake de geldelijke besteding? Wie controleert de uitgaven? Wie zegt dat een afbouw van bedden in de volwassen psychiatrie wordt gecompenseerd met meer geld voor jeugdzorg?
Hoe denkt de minister het probleem van de opleiding tot kinder- en jeugdpsychiaters op te lossen? Dit wordt immers een knelpuntberoep! Is zij van plan een betere honorering aan te bieden of het beroep op een andere manier aantrekkelijker te maken?
De heer Carl Devlies, staatssecretaris voor de Coördinatie van de Fraudebestrijding en staatssecretaris, toegevoegd aan de minister van Justitie. - Ik lees het antwoord van minister Onkelinx.
De toepassing van artikel 107 van de wet op de ziekenhuizen past in het kader van de zorgcircuits en zorgnetwerken. Dit artikel biedt de mogelijkheid een deel van het budget voor de financiering van psychiatrische ziekenhuisdiensten te gebruiken voor de exploitatie van nieuwe zorgvormen extra muros.
Op die manier worden alternatieven aangeboden voor een ziekenhuisopname, die zo dicht mogelijk aansluiten bij de concrete leef-, leer- en werkomgeving. Het is dus zeker niet de bedoeling om bestaande zorgvormen, zoals de centra voor geestelijke gezondheidszorg, te financieren met de middelen van de ziekenhuizen. Net wegens de geringe middelen in de kinder- en jeugdpsychiatrie wordt de doelgroep in eerste instantie uitdrukkelijk beperkt tot de volwassen en jongvolwassen psychiatrische patiënten.
Artikel 10 van het koninklijk besluit van 19 september 2008 voorziet in de uitvoering van artikel 107. Dit artikel biedt de mogelijkheid conventies af te sluiten voor het uittesten van zorgcircuits en netwerken in een beperkt aantal regio's. De FOD Volksgezondheid zal begin juni 2010 een projectoproep lanceren.
Uiteraard zijn de centra voor geestelijke gezondheidszorg belangrijke partners, bij de creatie van zorgcircuits als zorgaanbieders en bij de creatie van zorgnetwerken als netwerkpartners. Daarom hebben we in de Interministeriële Conferentie Volksgezondheid overleg gepleegd over de toepassing van artikel 107 van de wet op de ziekenhuizen. Een hechte samenwerking met de gemeenschappen en gewesten is immers van cruciaal belang voor het welslagen van deze hervorming.
Zo werd tijdens de interministeriële conferentie Volksgezondheid van 28 september 2009 het beleidskader van de hervorming voorgesteld, waarbij de gemeenschappen en gewesten ermee akkoord gingen hun bestaande geestelijke gezondheidszorgaanbod open te stellen voor de totstandkoming en/of intensivering van de samenwerking tussen intramurale en extramurale voorzieningen.
Het is onder meer de bedoeling een concreet kader op te richten voor de volgende Interministeriële Conferentie van 26 april 2010, dat als basis zal dienen voor de projectoproep die in juni 2010 zal worden gelanceerd en voor de organisatie van een bilaterale communicatie met de sector.
Wat de doelgroep kinderen en adolescenten betreft, werd eind 2008 in de Nationale Raad voor Ziekenhuisvoorzieningen, de NRZV, beslist om een inventaris op te maken van het huidige aanbod in geestelijke gezondheidszorg voor kinderen en adolescenten. De bevindingen zullen aan de Interministeriële Conferentie Volksgezondheid van 26 april 2010 worden voorgelegd. Tevens werd aan het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg gevraagd om een onderzoek te realiseren over de noden inzake kinder- en jeugdpsychiatrie.
Ik ben me zeker bewust van de tekorten in de kinder- en jeugdpsychiatrie. Daarom ook werd, in afwachting van de resultaten van zowel de KCE-studie als de ad hoc werkgroep van de NRZV, voor 2010 op federaal niveau meer dan 3,5 miljoen euro vrijgemaakt voor de versterking van de kinder- en jeugdpsychiatrie, voor de lancering van nieuwe projecten voor kinderen met een dubbele diagnose - mentale handicap en psychische problemen - en voor de uitbreiding en herwaardering van de bestaande outreachprojecten voor jongeren.
Het door u aangehaalde probleem inzake opleiding van kinder- en jeugdpsychiaters valt buiten mijn bevoegdheden. Alle onderwijsmateries vallen immers onder de bevoegdheid van de gemeenschappen.
Voorts werden de toezichtshonoria in de K-diensten geherwaardeerd met 30%, werd de vergoeding van het aantal zittingen voor de `uitgebreide en individuele psychiatrische evaluatie van een kind of jongere' uitgebreid van vijf naar zeven en werd een vergoeding ingevoerd voor het multidisciplinaire overleg op K-diensten - teambespreking op de verpleegafdeling kinderpsychiatrie - voor een totaal budget van 4 014 000 euro.
In uitvoering van de overeenkomst geneesheren-ziekenfondsen 2009-2010 werden in 2009 de toezichtshonoraria op K-diensten - diensten kinder- en Jeugdpsychiatrie - nog verder opgewaardeerd, namelijk met bijna 20%. Daarvoor werd een budget van 764 000 euro uitgetrokken.
Bovendien werd via het koninklijk besluit van 23 oktober 2009 een nieuwe verstrekking ingevoerd, het multidisciplinaire therapeutische consult voor de ambulante sector kinder- en jeugdpsychiatrie. Die specifieke verstrekking kan worden aangerekend indien verricht in een centrum voor geestelijke gezondheidszorg en waar toepasselijk in het kader van outreaching projects. Tot slot werd de degressiviteit van de toezichtshonoraria op de K-diensten tijdens de eerste drie maanden van het verblijf verminderd.
In 2010 zullen nog bijkomende voorstellen uitgewerkt worden in het kader van de crisisopvang. Die zijn momenteel nog in bespreking in de raden en commissies van het RIZIV.
Mevrouw Lieve Van Ermen (LDD). - Het verheugt me dat de minister mijn bezorgdheid deelt. De outreach teams zijn me welbekend. Helaas zijn er in heel Vlaanderen maar zes teams die gedurende tien weken kosteloos aan huis komen. Ze hebben nochtans een enorme slagkracht en zouden structureel moeten worden erkend. Voor de medewerkers is het uiteraard niet aantrekkelijk om uitsluitend contracten van één jaar te krijgen. Daarnaast is niet alleen de crisisopvang van belang, maar ook de voor- en nazorg.
Onderwijs is inderdaad een gemeenschapsbevoegdheid, maar het feit dat aan de universiteit maar drie van de acht opleidingsplaatsen voor kinderpsychiater worden ingevuld, en maar vier op de zeventien plaatsen voor volwassenenpsychiater, zal ook op het federale niveau repercussies hebben wat het dreigende tekort aan kinder- en volwassenenpsychiaters betreft.