4-99 | 4-99 |
M. le président. - M. Carl Devlies, secrétaire d'État à la Coordination de la lutte contre la fraude et secrétaire d'État, adjoint au ministre de la Justice, répondra.
De heer Hugo Vandenberghe (CD&V). - In 1998 werd in ons land het Octopusakkoord gesloten waarbij een eenheidspolitie werd tot stand gebracht op twee niveaus, lokaal en federaal.
Op het ogenblik is er dus één federale politie met daarnaast 196 lokale politiezones, waarvan er vijftig slechts één gemeente bestrijken. De Belgische politie stelt momenteel 47 526 personen tewerk, van wie 8000 burgers zonder politiebevoegdheid. Volgens het rapport zijn dit zijn er 14% meer dan vóór de politiehervorming.
Na tien jaar maakte de Federale Politieraad een evaluatie.
Een vaak gehoorde kritiek is dat de Belgische politie een Mexicaans leger is, met te veel commissarissen. Ons land telt momenteel 585 hoofdcommissarissen, 3300 commissarissen, 8190 hoofdinspecteurs, 23 437 inspecteurs en 1160 agenten. Volgens de regel dient deze verhouding 1 tegenover 3 tegenover 9 te zijn. Ze is nu echter 1 tegenover 2,1 tegenover 6.
Vooral bij de federale politie zouden er te veel leidinggevenden zijn.
Ook bij sommige grote lokale korpsen is dat zo. De stad Antwerpen met 450 000 inwoners telt momenteel, naast de korpschef, 170 commissarissen en nog eens 11 hoofdcommissarissen. Ter vergelijking: de politie van Amsterdam heeft één hoofdcommissaris en drie commissarissen voor 900 000 inwoners.
Die cijfers roepen natuurlijk vragen op. Ik zou niet graag hebben dat men in het buitenland de indruk krijgt dat Antwerpen op crimineel gebied een zeer gevaarlijke stad is. Ik wil niet dat men de indruk krijgt dat het aantal leidinggevenden bij de politie een rechtstreekse aanwijzing is voor een stijgende criminaliteitsgraad. Wij worden daar vaak op aangesproken.
Acht de minister het wenselijk maatregelen te nemen om het eventuele teveel aan commissarissen in te dijken? Hoe moet dit gedaan worden of hoe kan dit aantal verantwoord worden?
Hoeveel procent van de totale loonkost van de politie bedraagt het loon van de commissarissen? Werd een voldoende financiële reserve aangelegd voor de pensioenen van deze belangrijke groep?
Is de minister het met mij eens dat de ratio 1 tegenover 3 tegenover 9 zou moeten zijn, wat in de toekomst zou moeten leiden tot de beperking van het aantal leidinggevenden?
Kan de minister mij een argument geven waarom er in Amsterdam zoveel minder commissarissen zijn dan in Antwerpen?
De heer Carl Devlies, staatssecretaris voor de Coördinatie van de Fraudebestrijding en staatssecretaris, toegevoegd aan de minister van Justitie. - Ik lees het antwoord van de minister van Binnenlandse Zaken.
De problematiek is mij goed bekend. Ik heb ze overigens opgenomen in mijn algemene beleidsnota 2010.
Men mag niet vergeten dat de statutaire politiehervorming van 2001 zeer complex was en onvermijdelijk uitmondde in een aantal overgangsregelingen. Sommige daarvan zijn al uitgedoofd, andere nog niet. De meest merkbare daarvan is inderdaad het actuele aantal commissarissen, zowel bij de lokale als bij de federale politie.
Uit de analyses blijkt dat in 2011 en 2012 telkens net geen 200 officieren op pensioen zullen gaan bij de geïntegreerde politie. De twee daarop volgende jaren stijgt dat aantal telkens tot 250. Zo wordt de scheeftrekking jaar na jaar getemperd, maar het zal toch nog wat geduld vergen.
Voor de sectie 17 van de federale begroting 2010 bedraagt de kost van de commissarissen 14,52% van de totale loonkost.
De vraag van de heer Vandenberghe is des te interessanter daar ook rekening moet worden gehouden met andere HR-aspecten, namelijk de `normale' doorgroeimogelijkheden van het midden- naar het officierskader en de nood aan externe wervingen. Het zou niet van goed beheer getuigen indien de bevorderingskansen van de beste middenkaders worden gefnuikt.
Naast de sociale promotie moet ook de externe werving een kans krijgen om de voeling met de samenleving te behouden. Ik leg die quota jaarlijks vast. Ze liggen nu begrijpelijkerwijze wat lager en het geheel wordt permanent gemonitord.
Ik heb de commissaris-generaal gewezen op een aantal analyses en op de noodzaak om een pad uit te tekenen waarbij het basiskader prioritair wordt versterkt. Ook de hoofdinspecteurs van het middenkader moeten weer hun rol van eerstelijnsomkadering opnemen in het politiegeheel. Gezien de wettelijke overgangsregelingen en de actuele budgettaire beperkingen, kan dat niet spoorslags, wel maatregel na maatregel. Ik zal daar mede op toezien.
De heer Hugo Vandenberghe (CD&V). - Ik stel vast dat mijn uitgangspunten niet worden betwist en dat het vele jaren zal duren voordat de toestand wordt rechtgezet. De cijfers en de kostprijs bewijzen natuurlijk nogmaals dat de politiehervorming van 2000, met de overgangsmaatregelen en alles wat daarbij hoort, van de overheid en dus van de belastingbetaler een grote financiële inspanning vergt. We mogen dan ook verwachten dat ondertussen de veiligheid in ons land wordt gevrijwaard en in de mate van het mogelijke nog toeneemt en dat men er de komende jaren in slaagt de inspanningen voort te zetten om het kader evenwichtig samen te stellen.