4-89

4-89

Sénat de Belgique

Annales

JEUDI 15 OCTOBRE 2009 - SÉANCE DE L'APRÈS-MIDI

(Suite)

Demande d'explications de Mme Sabine de Bethune au ministre de la Justice sur «les réglementations en matière de congé d'assistance dans la magistrature» (nº 4-1086)

M. le président. - M. Bernard Clerfayt, secrétaire d'État à la Modernisation du Service public fédéral Finances, à la Fiscalité environnementale et à la Lutte contre la fraude fiscale, répondra.

Mevrouw Sabine de Bethune (CD&V). - Ik verwijs naar mijn mondelinge vraag 4-812 en mijn vraag om uitleg 4-808.

In het protocolakkoord van 24 november 2008, gesloten tussen de Adviesraad van de Magistratuur en de minister van Justitie, werd overeengekomen dat de Adviesraad van de Magistratuur aan de minister van Justitie tegen eind mei 2009 een advies voor de regeling van de arbeidstijd van de magistraten (per jaar/week/dag) en een regeling van de vakantie- en verlofregeling bezorgt, alsook een advies over de herverdeling van het werk, zoals loopbaanonderbreking, deeltijds werk, sociaal en familiaal verlof.

In zijn antwoord op mijn mondelinge vraag van 11 juni 2009 (4-812) deelde de minister mee dat de Adviesraad van de Magistratuur ook een vragenlijst betreffende het sociale en financiële statuut van de magistraten had verstuurd. Op het ogenblik dat ik de mondelinge vraag stelde, was er nog geen advies van de Adviesraad beschikbaar. Ook de resultaten van de rondvraag waren nog niet bekend. In juni werd nog een aantal vergaderingen gepland om de werkzaamheden af te ronden.

Tot op vandaag is er nog geen wettelijke regeling voor magistraten die een betere combinatie van arbeid en gezin mogelijk moet maken, en dat in tegenstelling tot bijna alle andere sectoren. Zo is het voor magistraten niet mogelijk om ouderschapsverlof, palliatief verlof, tijdskrediet en arbeidsduurvermindering enzovoort op te nemen.

Wat zijn voor de minister de belangrijkste resultaten en conclusies van de vragenlijst betreffende het sociaal en financieel statuut van de magistraten?

Wat zijn voor de minister de belangrijkste elementen of voorstellen in het advies van de Adviesraad van de Magistratuur voor de regeling van de arbeidstijd, de vakantie- en verlofregeling en de herverdeling van het werk?

Welke maatregelen zal de regering in navolging van het advies nemen om het statuut van de magistraten dienaangaande te verbeteren?

De heer Bernard Clerfayt, staatssecretaris voor de Modernisering van de Federale Overheidsdienst Financiën, de Milieufiscaliteit en de Bestrijding van de fiscale fraude. - Ik lees het antwoord van de minister.

De Adviesraad van de Magistratuur heeft op 26 juni 2009 zijn advies betreffende de jaarlijkse vakantie en de verlof- en arbeidstijdregeling in het kader van een modern sociaal statuut voor magistraten overgezonden. In het verleende advies is rekening gehouden met de desiderata van de magistraten die blijken uit de tevredenheidsenquête, verricht door de Adviesraad van de Magistratuur.

Uit dat advies kan worden opgemaakt dat de magistraten in het algemeen tevreden zijn met de soepelheid van de bestaande arbeidstijdregeling, maar dat de meerderheid toch voorstander is van de mogelijkheid tot herschikking van de arbeidstijd in de ruime zin van het woord.

Hoewel de Adviesraad meent dat het niet dienstig is het aantal dagen jaarlijkse vakantie te bepalen, dat idealiter dertig vakantiedagen bedraagt, waaraan tien bijkomende dagen zouden worden toegevoegd, is de raad toch van oordeel dat de magistraten inzonderheid de volgende mogelijkheden zouden moeten kunnen krijgen: verlof om dwingende redenen van familiaal belang, ouderschapsverlof, adoptieverlof en verlof voor thuiskomst, moederschapsverlof en vaderschapsverlof, invoering van een stelsel van deeltijdse arbeid ingeval het werk wordt hervat na een periode van arbeidsongeschiktheid, een stelsel van loopbaanonderbreking, een stelsel van arbeidsduurvermindering en een stelsel van loopbaaneinderegeling en omstandigheidsverlof.

De Adviesraad van de Magistratuur stelt inzonderheid voor dat de magistraten vijftien werkdagen betaald verlof per jaar zouden kunnen nemen als een familielid dat onder hetzelfde dak woont ziek of arbeidsongeschikt is, alsmede onbetaald verlof van een tot drie maanden ingeval bedoelde personen voor een lange periode arbeidsongeschikt zijn.

Voor het overige wordt in het verleende advies gepleit voor afstemming op het stelsel dat geldt voor het openbaar ambt, via een aantal aanpassingen, maar wordt niet stilgestaan bij de haalbaarheid van het voorgestelde stelsel.

De wens dat magistraten de mogelijkheid zouden hebben loopbaanonderbreking van drie tot zes maanden te nemen of hun arbeidstijd voor een periode van drie tot 72 maanden te verminderen, moet worden afgewogen tegen het feit dat de magistraten voor het leven worden benoemd. De Adviesraad van de Magistratuur is op dit vlak van oordeel dat de invoering van een dergelijk stelsel moet samenvallen met de oprichting van een pool van reservemagistraten die afwezige magistraten kunnen vervangen.

De haalbaarheid van het voorgestelde stelsel zal onder meer afhangen van de resultaten van de werklastmeting en van de herinrichting van het gerechtelijk landschap. Het is bijgevolg te vroeg om op dat vlak tot conclusies te komen.

Bovendien moet het door de magistratuur gewenste stelsel worden beschouwd in het algemenere kader van hun sociaal en financieel statuut. Bijgevolg moet binnen het kader van die reflectie ook aandacht uitgaan naar het stelsel voor afwezigheid wegens ziekte of ongeval in het privéleven, dat wordt gekenmerkt door het gegeven dat een disponibiliteitsregeling wegens ziekte niet bestaat.

Mevrouw Sabine de Bethune (CD&V). - Voor het eerst heb ik een concreet antwoord op mijn vraag gekregen en daar dank ik de minister voor.

Ik neem er nota van dat de minister benadrukt dat het moeilijk zal zijn de aanbevolen maatregelen te implementeren en dat ze moeten worden afgewogen tegen het feit dat magistraten voor het leven benoemd zijn. Mag ik erop wijzen dat benoemd zijn voor het leven de wisselvalligheden van dat leven niet voorkomt en dat men dus nood kan hebben aan de verschillende thematische verlofstelsels.

Ik heb ook begrepen dat bepaalde maatregelen moeten worden genomen, zoals een `vlottende' magistraat die kan inspringen. Ik kan er alleen maar op aandringen daarvoor de nodige schikkingen te treffen, want het is de enige manier om ook in dat beroep mensen op een eigentijdse manier te laten functioneren. Het kan de dienstverlening van het gerecht alleen maar ten goede komen.