3-99 | 3-99 |
De heer Jan Steverlynck (CD&V). - De Belgische vlassector recupereert jaarlijks 80.000 ton waardevolle biomassa bij de verwerking van vlas. Het gaat om de lemen of de holle houten stengels waarrond de vlasvezels zich bevinden. Lemen stengels hebben een beperkt gewicht en een groot volume. De verwerking ervan moet dus in de directe omgeving van hooguit 200 km gebeuren, wil het transport nog rendabel zijn. Het product is omwille van zijn grote volumes moeilijk stockeerbaar. In België bestaat er weinig of geen concurrentie inzake de productie van elektriciteit. Voor de afzet van lemen als biomassa is de vlassector aangewezen op Electrabel. De enige andere producent in België, SPE, overweegt wel een centrale neer te zetten voor de verbranding van biomassa in Herstal, vlakbij Luik. Maar dat project zal nog vele maanden aanslepen.
Nu past het gebruik van lemen als biomassa voor de opwekking van elektriciteit perfect in het recente streven van de Europese Unie naar een meer duurzame opwekking van elektriciteit via zonne-energie, wind en biomassa. De omzetting van de biomassa in elektriciteit levert de producenten waardevolle groenestroomcertificaten op. Door een schromelijk tekort aan duurzaam opgewekte elektriciteit stijgen de groenestroomcertificaten in prijs. Toch weigert Electrabel om een redelijke prijs te betalen voor de biomassa afkomstig van de vlassector. Bij de onderhandelingen biedt Electrabel voor een ton lemen amper meer dan voor een ton schuurstof uit de spaanplaatsector; terwijl schuurstof nog vervuild is met formaldehyde en andere lijmproducten.
Dit alles doet vermoeden dat Electrabel mogelijk misbruik maakt van zijn positie om de prijs voor deze waardevolle biomassa laag te houden. En dit ten koste van een sector die al om verscheidene redenen onder hoge druk staat. Hoe beoordeelt de minister het prijsbeleid van Electrabel voor lemen als waardevolle en pure biomassa? Wat zal de minister ondernemen om tot een redelijke prijs te komen? Op welke termijn zal dit gebeuren?
De heer Marc Verwilghen, minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid. - De inzet van biomassa voor de opwekking van elektriciteit moet zoveel mogelijk bevorderd worden. Ze is voordelig voor de bestrijding van de opwarming van het klimaat en voor de diversificatie van onze primaire energievoorziening. Bovendien maakt biomassa het mogelijk om over een productiemiddel te beschikken dat veel meer voorspelbaar is en dat ook meer compatibel is met de netwerkstabiliteit dan andere hernieuwbare energiebronnen zoals zonne-energie of windenergie. Ik vind dus dat dit soort productie begunstigd moet worden.
Een grote diversiteit aan producten kan worden aangewend voor de opwekking van elektriciteit door biomassa: afval van talrijke industrieën zoals olijfpitten, gevelde bomen, plantaardige olie of landbouwreststromen zoals biomassa gerecupereerd uit de verwerking van vlas. De waarde van deze verscheidene biomassavormen is verschillend voor wat hun gebruik in de elektriciteitscentrales betreft. De eerste voorwaarde is immers de compatibiliteit met de branders in de centrales, waarbij de calorische waarde, de vochtigheidsgraad, de reststromen, de verstuivingsmogelijkheid, de toepassingen, de opslagvormen en de transportmiddelen allemaal zo adequaat mogelijk moeten zijn. In de gestelde vraag is er geen enkele vergelijking van deze gegevens met die van andere biomassavormen. Ik kan mij ook niet uitspreken over de productiewaarde van biomassa afkomstig van de vlassector.
Bij het lezen van de vraag stel ik vast dat de door Electrabel betaalde prijs licht hoger ligt dan die voor schuurstof uit de spaanplaatsector. Ik kan de totaalwaarde van de twee producten niet vergelijken omdat ik niet beschik over bovenvermelde gegevens. Deze informatie zou trouwens met de producenten zelf moeten worden opgesteld. Het product waarover sprake in de vraag lijkt weliswaar relevant voor de diversificatie van onze energievoorziening maar ik kan mij niet uitspreken over zijn economische waarde. Ik kan dus moeilijk inschatten welke redelijke prijs zou moeten worden betaald voor dit product.
Verschillende producenten hebben aangekondigd dat ze plannen centrales neer te zetten in België. Het zou waarschijnlijk relevanter zijn om met deze mogelijke producenten te spreken (SPE, Nuon, Essent, EDF, GDF...). De ontwikkeling van deze centrales zal jammer genoeg meerdere jaren vergen maar zoals men weet zullen de boetes voor de groenestroomcertificaten stijgen. Dit zal zeker een waardering van uw materiaal op termijn als gevolg hebben. In afwachting hiervan kan ik geen enkele bijzondere maatregel nemen ten gunste van een specifieke vorm van biomassa. Bovendien vallen alle betreffende subsidies onder de gewestelijke bevoegdheid. Daarmee was ik misschien moeten beginnen, want die subsidies op gewestelijk niveau kunnen wel als hefboom worden aangewend.
De heer Jan Steverlynck (CD&V). - Nieuwe centrales zouden inderdaad voor meer concurrentie en dus ook voor lagere prijzen kunnen zorgen. Op de nieuwe centrale van SPE moeten we echter nog enkele jaren wachten. Intussen is er een product dat wel kan worden gebruikt. Ik begrijp dat het niet evident is de precieze economische waarde te vergelijken. Een sterke prijsstijging van de groenestroomcertificaten kan echter een stimulans betekenen om met de vlassector tot goede afspraken te komen.
De heer Marc Verwilghen, minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid. - SPE heeft zich gespecialiseerd in alternatieve energiebronnen. De vlassector zou kunnen onderzoeken of met SPE geen betere afspraken kunnen worden gemaakt dan met Electrabel. Zelf raak ik meer en meer overtuigd van de capaciteit die via biomassa kan worden aangeboord.
De heer Jan Steverlynck (CD&V). - Herstal is ver verwijderd van het zuiden van West-Vlaanderen waar de vlasteelt zich voornamelijk situeert. Het vervoer van grote volumes naar Herstal is niet de beste oplossing aangezien een centrale in Ruien nabij is.