3-73 | 3-73 |
Mevrouw Anke Van dermeersch (VL. BLOK). - Petroleumproducten die in ons land worden verkocht, worden onderworpen aan een controle door inspecteurs van FAPETRO. Het ministerie van Economische Zaken richtte FAPETRO op om de kwaliteit van de brandstoffen te waarborgen. De inspecteurs nemen monsters aan pompstations en spelen die door naar drie gespecialiseerde laboratoria ter controle van onder meer het motorrendement.
Er worden steeds minder brandstofmonsters genomen. In 2001 werden nog 11.970 stalen genomen, in 2002 9.847 en in 2003 nog maar 7.983 stalen. Dat is een daling met een derde tegenover 2001.
Van die gecontroleerde brandstofstalen in 2003 bleken 290 stalen of 3,63% niet conform de reglementering. Vooral de gecontroleerde dieselpompen scoren met 5,15% erg slecht.
Diesel, de brandstof die door meer dan de helft van de Belgische automobilisten gebruikt wordt, scoort slecht door een te lage ontvlambaarheidsgraad of door een toevallige of bewuste vermenging met andere olieproducten. Daaruit kan worden geconcludeerd dat dit in 1 op 20 dieseltankbeurten niet deugt.
Daarom volgende vragen.
1.Waarom worden steeds minder brandstofstalen genomen?
2.Welke maatregelen kunnen worden genomen tegen de overtreding van de wettelijke normen? Leiden alle inbreuken tot een sanctie? Wat zijn de criteria?
3.Worden de klanten van de pompen geïnformeerd over overtredingen?
4.Hoeveel tankstations werden in 2003 verzegeld? Wat zijn de criteria om over te gaan tot de sluiting van een station?
5.Hebben pompcontroles voor eigen gebruik een repressief karakter en worden inbreuken meegedeeld aan het bestuur Economische Inspectie? Zo neen, wanneer zal de minister daarmee van start gaan?
Mevrouw Fientje Moerman, minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid. - De controle moest worden verdeeld tussen publieke en privé-pompen. Pas in het laatste kwartaal van 2002 begon FAPETRO stalen te nemen aan privé-pompen. In 2003 werd de controle het hele jaar uitgevoerd.
FAPETRO is geen repressief orgaan en legt dus geen straffen op. Alle inbreuken worden aan het bestuur Controle en Bemiddeling doorgegeven en wanneer er een vermoeden van fiscale fraude is, wordt dat gesignaleerd aan het ministerie van Financiën. Het komt beide instanties toe om in het kader van de eigen bevoegdheid de nodige maatregelen en sancties te treffen.
Het huishoudelijke reglement van FAPETRO bepaalt dat bij overtreding de betrokkenen 24 uur de tijd krijgen om de fout die aanleiding is tot de overtreding, weg te werken. Dat geldt echter niet voor overtredingen die de veiligheid van de inrichting in gevaar brengen. Als dat het geval is, wordt het verkooppunt door het bestuur Controle en Bemiddeling gesloten.
Bij een overtreding worden de gemaakte kosten integraal door FAPETRO teruggevorderd en bijkomende sancties kunnen alleen worden genomen in het kader van de wet op de handelspraktijken. Die sancties worden geregeld door een minnelijke schikking voorgesteld door het bestuur Controle en Bemiddeling ofwel opgelegd door een uitspraak van een rechtbank. De aard en de frequentie van de overtreding zijn daarbij bepalende criteria.
De klanten worden bij overtreding niet gewaarschuwd.
In 2003 werden drie tankstations verzegeld. Voor de criteria verwijs ik naar mijn antwoord op de tweede vraag.
De controles van de pompen voor eigen gebruik zijn niet repressief omdat overtredingen in die gevallen niet noodzakelijk door de betrokkenen werden gepleegd. Bij de privé-pompen is het bedrijf immers de eindgebruiker en bevindt het zich dus in dezelfde positie als de automobilist. Voor het ogenblik wijst FAPETRO de betrokken maatschappijen op de gevaren en de nadelen van de overtreding.
De databank van de privé-pompen is nog lang niet volledig en de maatschappijen die erin voorkomen hebben zich vrijwillig aangemeld. Zodra de databank representatief is voor de sector, zullen dezelfde regels gelden als voor de publieke pompen. Bovendien is de procedure identiek aan die van de publieke pompen.
Mevrouw Anke Vandermeersch (VL. BLOK). - Het antwoord van de minister is wel duidelijk, maar spijtig genoeg negatief op mijn derde vraag. Klanten worden dus niet gewaarschuwd bij een overtreding. Dat is jammer, vooral wanneer we weten dat een op de twintig dieseltankbeurten van slechte kwaliteit kan zijn. Een waarschuwing zou erg nuttig zijn, maar ik begrijp dat dit een kwestie is die buiten de bevoegdheid van de minister van Economie valt. Ik neem me dan ook voor minister Van den Bossche hierover te ondervragen.