3-19

3-19

Sénat de Belgique

Annales

JEUDI 6 NOVEMBRE 2003 - SÉANCE DE L'APRÈS-MIDI

(Suite)

Demande d'explications de M. Hugo Vandenberghe au ministre des Finances sur «le nouveau retard dans les travaux du bâtiment du Berlaymont» (nº 3-19)

De heer Hugo Vandenberghe (CD&V). - De saga van de renovatie van het Berlaymontgebouw, die reeds 10 jaar wordt verteld, gaat onverstoord verder. De bodemloze financiële put van de operatie zou naar schatting kunnen oplopen van 600 miljoen tot 2 miljard euro. Daarenboven werd een waterval van juridische vorderingen gesteld tussen Berlaymont 2000, de beheerder van de bouwplaats en de belangrijkste aannemer, EuropConstruct. Bovendien werd een gerechtelijk onderzoek geopend op basis van een rapport van de Europese antifraudedienst OLAF.

Het werk diende normaal einde 1999 te worden beëindigd. Op 23 oktober 2002 werd het gebouw verkocht aan de Europese Commissie voor 553 miljoen euro, betaalbaar op 27 jaar (!). Het is een interessant gegeven voor andere kopers van onroerende goederen dat ze de koopprijs kunnen betalen op een termijn van 27 jaar. Misschien kan de regering een eigendomsbevorderende maatregel invoeren en toelaten dat de koopprijs in de regel wordt gespreid over 27 jaar.

De levering van het gebouw is gepland op 31 december 2003, wat het algemene deel betreft en maart-april 2004 voor de verdere precieze loten.

Een nieuwe vertraging is echter ingetreden door nieuwe conflicten tussen de NV Berlaymont en de aannemers. Laattijdige levering geeft aanleiding tot een boetebeding van 220.000 euro per maand.

Wat is de stand van zaken van de uitvoering van het Berlaymontcontract?

Wanneer wordt de effectieve levering van het gebouw en de verschillende delen aan de Commissie verwacht?

Hoe werd de verkoopprijs van 553 miljoen euro betaalbaar op 27 jaar berekend? Waarom op 27 jaar? Wat is daarvoor de motivering? Geschiedt de betaling via een jaarlijkse schijf van 553 miljoen euro gedeeld door 27? Wordt er al dan niet rente op betaald? Gaat het om een schenking van de Belgische Staat op de koopsom voor de termijn van betaling?

Hoeveel bedraagt het reeds zekere verlies voor de Belgische Staat?

Welke rechtsvorderingen kan de Belgische Staat eventueel instellen om dit verlies te recupereren?

De heer Didier Reynders, minister van Financiën. - Bij mijn aantreden als minister van Financiën in de nieuwe regering heb ik ook de bevoegdheid gekregen over de Regie der Gebouwen. Ik heb dus het dossier betreffende de renovatie van het Berlaymontgebouw door de NV Berlaymont 2000 geërfd. In de basisconventie van 13 november 2002, gesloten tussen de NV Berlaymont 2000, de Belgische Staat en de Europese Commissie werd inderdaad bepaald dat het basisgebouw op 31 december 2003 ter beschikking zou worden gesteld, een tweede zone tegen 31 maart 2004 en het geheel tegen 30 juni 2004.

Na onderzoek van het dossier is het duidelijk dat de werken wat betreft het basisgebouw een vertraging hebben opgelopen.

Op 6 oktober 2003 heb ik met mijn medewerkers en in aanwezigheid van vertegenwoordigers van Berlaymont 2000 een bezoek gebracht aan de werf. Er werd mij concreet getoond hoe de werf vorderde in de verschillende zones. Eveneens op 6 oktober heb ik de voornaamste partners ontvangen, namelijk Berlaymont 2000 en EuropConstruct, de coördinator van de werf. Mijn medewerkers hadden op 23 september en op 8 oktober een vergadering met Berlaymont 2000.

Ik nam ook onmiddellijk het initiatief om hieromtrent overleg te plegen met de Europese Commissie. In directe samenspraak met de Europese Commissie wordt een aangepaste kalender voor de terbeschikkingstelling van het gebouw uitgewerkt. Deze zal zoveel mogelijk tegemoet komen aan enkele wensen van de Commissie: haar planning inzake eigen interventies in het gebouw, de levering van de meubelen en de voorlopige huisvesting van een aantal commissarissen in het kader van de uitbreiding van de Europese Unie. De datum voor de terbeschikkingstelling van het ganse gebouw blijft 30 juni 2004.

Teneinde de planning van de werken zo goed als mogelijk op te volgen en teneinde de planning van de werken en de eigen kalender van de Commissie voortdurend op elkaar af te kunnen stemmen, ben ik op 9 oktober jongstleden met commissaris Neil Kinnock overeengekomen dat we elkaar vanaf nu elke maand zullen ontmoeten. Tevens zal een task force, bestaande uit vertegenwoordigers van de Europese Commissie, Berlaymont 2000, de Regie der Gebouwen en mijn kabinet, worden opgericht die wekelijks of tweewekelijks zal samenkomen.

Ter indicatie van de huidige activiteit op de werf kan ik meedelen dat voor de maand september de aanwezigheid van gemiddeld 802 arbeiders werd vastgesteld.

De verkoopprijs van 552.879.207 euro is als volgt samengesteld: de waarde van het gebouw vóór de renovatie is 49.578.705 euro, het gedeelte van de kostprijs van de renovatiewerken dat door de Europese Commissie ten laste wordt genomen, bedraagt 503.300.502 euro.

De waarde van het gebouw vóór renovatie werd reeds forfaitair en definitief vastgelegd in het protocolakkoord van 8 juli 1997 afgesloten tussen de Europese Commissie, de Belgische Staat en Berlaymont 2000.

De uiteindelijke verkoopprijs is het resultaat van onderhandelingen die geleid hebben tot de basisconventie van 23 oktober 2002 tussen de Europese Gemeenschap vertegenwoordigd door de Europese Commissie, de Belgische Staat en de NV Berlaymont 2000, waarin deze werd vastgesteld.

In het Protocol betreffende de financiering van de sanerings- en renovatiewerken van het Berlaymontgebouw van 8 april 2002 tussen de Belgische Staat en de NV Berlaymont 2000 werd een kredietlijn van 670 miljoen euro ter beschikking gesteld bij de thesaurie.

Gezien de Europese Commissie voor het gebouw 552.879.207 euro betaalt, kan derhalve het aandeel van de Belgische Staat geraamd worden op 117.120.793 euro. Bij dit bedrag dienen nog de intercalaire intresten voor de financiering tijdens de uitvoering van de werken te worden gevoegd. Ermee rekening houdend dat de kredietlijn loopt tot 30 juni 2004, waarna de terugbetaling van de financiering moet gebeuren, kan het bedrag van de intercalaire intresten thans geraamd worden op 37.467.592 euro.

De boete van 220.000 euro per maand, waarover de heer Vandenberghe het had, betekent in feite dat de Commissie 221.000 euro per maand vertraging in mindering kan brengen van het te betalen bedrag. Deze regeling is van toepassing voor een vertraging van de tweede zone evenals voor een eventuele vertraging bij de oplevering van het gehele gebouw.

De task force zal een aangepaste timing opstellen voor de terbeschikkingstelling van het gebouw en zijn onderdelen. Pas daarna zullen de vertragingen in de eerste en de tweede fasen precies kunnen worden vastgesteld.

Het verlies voor de Belgische Staat is in hoofdzaak te wijten aan vertragingen op de werf. De oorzaken van de vertragingen zijn divers. In het verleden werd de voortgang van de werken meermaals afgeremd door juridische procedures tussen de bij de werf betrokken partijen. Het lijkt me dan ook niet opportuun om in de huidige stand van zaken, nu alle krachten moeten worden gebundeld om de werken binnen de kortst mogelijke tijd te beëindigen, een polemiek te beginnen over verantwoordelijken en schuldigen.

Indien contractuele verantwoordelijkheden worden vastgesteld, zal hiervoor te gepasten tijde en rekening houdend met de reglementering op de overheidsopdrachten en met wat contractueel werd overeengekomen, verhaal worden uitgeoefend.

Ik zal later alle noodzakelijke initiatieven nemen. Ik heb alle maatregelen genomen met de Europese Commissie, de Regie der Gebouwen, Berlaymont 2000 en met andere partners om de werf zo vlug mogelijk te beëindigen. Het is juist dat de werken veel vertraging hebben opgelopen. Ik hoop echter dat de saga zo vlug mogelijk ten einde loopt.

De heer Hugo Vandenberghe (CD&V). - Het uitgebreide antwoord verdient een tweede lezing.

Ik heb echter niet gehoord waarom de koopprijs betaalbaar zou zijn op 27 jaar. Dat is uiterst zeldzaam. Er bestaan wel huurovereenkomsten op 27 jaar.

Wat de aansprakelijkheid betreft, ben ik niet overtuigd. In dergelijke zaken heeft het niet in gebreke stellen het verlies van het recht op ingebrekestelling tot gevolg, tenzij de minister tussentijdse stappen heeft ondernomen. Het gaat niet om zijn persoonlijke verantwoordelijkheid. Het verhaal sleept al jaren aan. We weten ook niet wat de resultaten zullen zijn van het lopend gerechtelijk onderzoek. Ik ben er niet zeker van dat de afwachtende houding van de minister hem indekt voor vergissingen die enkele jaren geleden zijn gebeurd. In dergelijke zaken is een ingebrekestelling binnen een korte termijn noodzakelijk. Zo niet dreigt de Belgische Staat alle aanspraken te verliezen.

De heer Didier Reynders, minister van Financiën. - Ten eerste bestaan er veel akkoorden waarbij de afbetaling van de koopprijs over een aantal jaren wordt gespreid. De verschillende partners hebben over de termijn onderhandeld en dit was het resultaat.

Ten tweede is de afwerking van de werken prioritair. Dit neemt niet weg dat ik alle verantwoordelijken zal aanspreken en indien nodig nu reeds initiatieven zal nemen zodat we er zeker van kunnen zijn dat we later iets kunnen recupereren.