2-102

2-102

Sénat de Belgique

Annales

JEUDI 15 MARS 2001 - SÉANCE DE L'APRÈS-MIDI

(Suite)

Demande d'explications de M. Vincent Van Quickenborne au ministre des Finances sur «le maintien volontaire du prix de l'or à un niveau peu élevé» (n° 2-396)

De heer Vincent Van Quickenborne (VU-ID). - Dit thema ligt misschien niet onmiddellijk voor de hand, maar de goudmarkt telt een klein aantal spelers waardoor het gevaar voor een monopolie des te groter is. Sinds ik de minister hierover een schriftelijke vraag heb gesteld zijn nieuwe feiten aan het licht gekomen. Vandaar deze vraag om uitleg.

De indruk ontstaat dat een aantal centrale banken samen met de Bank for International Settlements, het Exchange Stabilization Fund, het IMF en een aantal zakenbanken de goudmarkt manipuleren. Ze willen de goudprijs opzettelijk laag houden, wat leidt tot catastrofes in de goudproducerende armere landen.

Ik stel het volgende vast.

Alan Greenspan zei op 24 juli 1998 voor het House Banking Committee dat de centrale banken klaar staan om in grotere hoeveelheden goud te leasen indien de prijs zou stijgen.

De vraag naar goud is veel groter dan het aanbod. Dit jaar wordt opnieuw 4000 ton goud gevraagd terwijl het aanbod 2500 ton bedraagt; er is dus een tekort van 1500 ton. De Europese centrale banken, en met name die van Nederland, Groot-Brittannië en Zwitserland, blijven ondertussen goud verkopen.

Zakenbanken als het Zwitserse UBS, de Deutsche Bank en JP Morgan hebben hun speculatieve posities tegen een hogere goudprijs de laatste drie jaar enorm uitgebreid met als doel een explosie van de goudprijs te voorkomen.

Topmensen uit de goudmijnsector hebben zich verenigd in GATA, het Gold Anti Trust Action Committee. Zij vermoeden dat er een echte goudcarrousel bestaat waarbij centrale banken goud gedurende een jaar uitlenen aan bevriende zakenbanken, die daarvoor een vergoeding van 1% betalen, de zogenaamde gold lease rate. De zakenbanken verkopen dat goud en herbeleggen het in dat jaar tegen ongeveer 6%. Ze zijn zeker van hun winst als de goudprijs bij de terugkoop na 1 jaar niet is gestegen. Hiervoor zorgen beide partijen. Dit is dus een win-winsituatie voor het Westerse systeem.

In wezen gaat het om een pure marktmanipulatie die door haar omvang totaal uit de hand loopt. De topspecialisten van GATA spreken over 10.000 tot 12.000 ton speculatieve voorwaartse verkopen op de goudmarkt bij een jaarproductie van 2500 ton en een blijvend sterke vraag naar goud.

Ik heb dan ook een sterk vermoeden dat de huidige goudverkopen van de Europese Centrale Banken aan historisch lage prijzen - waaronder ook de transactie ter waarde van 7,1 miljard van onze Nationale Bank - onder meer gebeuren om bepaalde zakenbanken uit de nood te helpen. De lage goudprijs van de voorbije vijf jaar is voor Afrika een ware ramp. Een land als Zuid-Afrika derft jaarlijks meer dan 100 miljard frank inkomsten, met alle menselijke tragedies van dien.

Met de steun van GATA werd dan ook een rechtszaak aangespannen tegen onder meer Alan Greenspan, Lawrence H. Summers en een aantal zakenbanken. De zaak werd op 7 december 2000 bij een rechtbank in Boston ingeleid en de aanklacht omvat onder andere horizontale prijszetting, een inbreuk tegen de Sherman Act. De beklaagden moeten uiterlijk op 15 maart de beschuldigingen van de aanklager schriftelijk weerleggen

Ik heb de volgende vragen. Welke maatregelen neemt België om een goudcarrousel met Belgisch of Europees goud onmogelijk te maken? Heeft het IMF goud verhandeld via een overeenkomst met de BIS, de Bank for International Settlements, en zo ja, wordt of werd er goud op een directe of indirecte manier uitgeleend aan de goudmarkt, ondanks het uitdrukkelijk verbod van het Amerikaans Congres aan het IMF om goud te verhandelen of te leasen?

De Nationale Bank van België realiseerde 7,1 miljard aan meerwaarden door een transfer van 27 ton goud. Dat goud stond aan ongeveer 56.000 frank per kilo geboekt en werd tegen marktprijs aan de Europese Centrale Bank verkocht. Het zou van verantwoordelijkheidszin tegenover de armere goudproducerende landen getuigen als België eindelijk eens een positief signaal geeft in plaats van een groot deel van zijn goudvoorraad te verkopen. Wat is de mening van de minister hierover?

De heer Didier Reynders, minister van Financiën. - In antwoord op de vraag van de heer Van Quickenborne over het mogelijk bestaan van een carrousel met Belgische of Europees goud verwijs ik naar het antwoord op zijn parlementaire vraag nummer 218 van augustus 2000, waarvan ik hem een kopie kan bezorgen. Ik voeg daar nog volgende elementen aan toe.

Ten eerste, op internationaal vlak is overeengekomen niet over te gaan tot bijkomende verkopen van goud. Op 26 september 1999 hebben de vijftien Europese centrale banken een perscommuniqué uitgegeven waarin staat dat de gezamenlijke goudverkoop niet meer mag bedragen dan 400 ton per jaar, zodat de totale goudverkoop over een periode van vijf jaar niet meer bedraagt dan 2.000 ton.

Ten tweede, het IMF voert een specifiek beleid. Ik kan de heer Van Quickenborne een kopie bezorgen van een fax van het IMF van 31 juli 2000, waarin het beheer van de goudreserves van het IMF wordt verduidelijkt.

Ten derde, het recente initiatief van de Nationale Bank van België is een andere kwestie. Er is geen carrousel met Belgisch of Europees goud. In 1999 was er een transfer van goudreserves van de Nationale Bank van België naar de Europese Centrale Bank; het ging om een interne transfer, waardoor een meerwaarde werd geboekt.

Ten vierde, net als de gouverneur van de Nationale Bank heb ik me ertoe geëngageerd de volgende vijf jaar geen goudverkoop meer te organiseren. Er kunnen wel andere maatregelen worden genomen met betrekking tot het goud van de Nationale Bank van België.

Als de heer Van Quickenborne dat wenst, kan ik hem ook nog een kopie bezorgen van het perscommuniqué van de vijftien Europese centrale banken.

-L'incident est clos.