5-297COM | 5-297COM |
Mevrouw Cindy Franssen (CD&V). - Een recent onderzoek van Test-Aankoop over het zoutgehalte in voedingsmiddelen bracht aan het licht dat heel wat voedingsmiddelen nog altijd te veel zout bevatten. In bepaalde sectoren en productcategorieën zijn de resultaten slechter dan bij eerdere onderzoeken van de consumentenorganisatie. Ook wordt op 25% van de voorverpakte voedingswaren het zoutgehalte niet vermeld. Wanneer dat wel het geval is, stelt Test-Aankoop bij een op vier producten een hoger of lager zoutgehalte vast dan vermeld.
Eerder brachten de Hoge Gezondheidsraad en het wetenschappelijk comité van het FAVV een gezamenlijk advies uit over de herformulering van levensmiddelen teneinde het zoutgehalte ervan te verminderen. Het advies vertrekt vanuit de vaststelling dat de gemiddelde zoutinname van volwassenen in België ongeveer 10,5 gram per dag bedraagt. Buitenshuis bereide voedingsmiddelen en kant-en-klare gerechten leveren de grootste bijdrage aan de zoutinname.
De Hoge Gezondheidsraad beveelt aan om de zoutconsumptie terug te brengen tot minder dan 5 gram per dag. Gelet op de te grote dosis zout in veel voedingsproducten en de grote variabiliteit van het zoutgehalte binnen eenzelfde categorie van voedingsproducten, lijkt in een eerste fase een eenvoudige, stapsgewijze verlaging van het zoutgehalte het meest voor de hand te liggen.
In het voornoemd advies wordt wel ervoor gewaarschuwd dat een dergelijke zoutreductie niet gepaard mag gaan met een verhoging van het vet- of suikergehalte van voedingsmiddelen, want dat zou contraproductief zijn in het streven naar een gezonde voeding.
Naar aanleiding van het Nationaal Voedings- en Gezondheidsplan heeft minister Onkelinx met de voedingsindustrie afspraken gemaakt om het zoutgehalte in onze voeding te laten dalen. Het resultaat van die afspraken is dat vooral in vlees, brood en bereide maaltijden een pak minder zout zit. In totaal zou het gemiddelde dagelijks zoutverbruik met 20% zijn gedaald.
In weerwil van de resultaten van die afspraken met de voedingsindustrie stelt Test-Aankoop vast dat het zoutgehalte in bepaalde voedingsmiddelen, bijvoorbeeld in bepaalde kazen en chips, is verhoogd. Acht de minister het dan ook niet beter om in plaats van vrijwillige afspraken met de industrie een wettelijke limiet voor de zoutconcentratie op te leggen, zodat alle voedingsmiddelen onder de regeling vallen?
Worden op Europees niveau initiatieven genomen zodat in de toekomst een Europese zoutlimiet voor levensmiddelen wordt ingevoerd?
Is het correct dat de Europese Unie vanaf december 2016 de vermelding van het zoutgehalte op de verpakking van levensmiddelen zal verplichten?
Hoe komt het dat de minister een zoutinname van 6 gram per dag voor volwassenen hanteert in haar Nationaal Voedings- en Gezondheidsplan, terwijl de Hoge Gezondheidsraad aanbeveelt minder dan 5 gram zout per dag te consumeren? Hoe verhoudt zich dat tot de gezondheidsdriehoek?
Mevrouw Laurette Onkelinx, vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Beliris en de Federale Culturele Instellingen. - De voedingsindustrie en de grootdistributie hebben vooruitgang geboekt op het vlak van zoutreductie. De situatie is nog niet ideaal, maar toch is het zoutgehalte in voedingswaren die in België zijn vervaardigd, sinds 2009 gedaald.
Uiteraard moeten de inspanningen worden voortgezet. Dit jaar herhalen we de studie aan de hand waarvan we kunnen bepalen hoeveel zout de bevolking consumeert. Zo kunnen we nagaan of de zoutinname in vergelijking met 2009 is gedaald. We verwachten dat het zoutverbruik, dat in 2009 gemiddeld 10,45 gram per dag bedroeg, minstens 10% is gedaald. Die daling zal dan het gezamenlijke resultaat zijn van de herformulering van de geconsumeerde levensmiddelen en van de veranderingen in de voedingsgewoontes, onder meer dankzij onze federale campagne "stop het zout".
Een invoering van grenswaarden voor zout moet desgevallend op Europees niveau gebeuren. Tal van producten die wij in België consumeren, worden immers buiten onze landsgrenzen vervaardigd. Wel kunnen we overwegen om aanbevolen zoutwaarden per productcategorie te bepalen. Dat kan de industrie helpen bij de herformulering van de producten.
Op Europees niveau raadt het directoraat-generaal Gezondheid en Consumentenzaken momenteel aan om op basis van samenwerking de industrie ertoe aan te sporen de producten te herformuleren. Tot op heden werden nog geen limieten vastgelegd.
De Europese verordening 1169/2011 betreffende de verstrekking van voedselinformatie aan consumenten maakt voedseletikettering verplicht. Ook verplicht ze de fabrikanten van de voedselketen om informatie te verstrekken over de energetische waarde van hun producten en in het bijzonder over de aanwezigheid van de volgende zes nutriënten: vetten, verzadigde vetzuren, koolhydraten, suikers, proteïne en zout. De fabrikanten moeten het gehalte aan die producten uitdrukken per 100 gram of 100 milliliter.
Alle voorverpakte levensmiddelen die in de Europese Unie worden verkocht, moeten conform de nieuwe bepalingen van de Europese verordening de voedingsinformatie verstrekken vóór december 2014, dus ten laatste drie jaar nadat ze formeel werden goedgekeurd, indien die informatie reeds aanwezig is. Wanneer echter geen voedingsinformatie werd verstrekt vóór de formele goedkeuring van de wettelijke verplichtingen, wordt die vermelding pas verplicht na een periode van vijf jaar, dus vanaf december 2016. Het zoutgehalte wordt dus al op het etiket van een aantal producten vermeld, maar nog niet op alle.
De maximale zoutinname die door de Wereldgezondheidsorganisatie wordt aanbevolen en door de Hoge Gezondheidsraad wordt overgenomen, bedraagt 5 gram per dag. Wij hebben voor een maximumwaarde van 6 gram per dag geopteerd. Die waarde is realistischer, ook al is 5 gram de gold standard en verwijzen wij ernaar in al onze mededelingen.
We moeten onze inspanningen voortzetten om de mensen ervan bewust te maken dat ze minder zout moeten consumeren. Ook moeten we met de industrie blijven onderhandelen om het zoutgehalte in levensmiddelen te doen dalen. Een overmatige zoutconsumptie is immers echt schadelijk voor de gezondheid.
Mevrouw Cindy Franssen (CD&V). - Het is positief dat de studie wordt herhaald en dat al een aantal maatregelen is genomen. Uiteraard begrijp ik dat heel wat zaken, zeker met betrekking tot internationale gezondheidsstandaarden, op Europees niveau moeten worden opgevolgd.
Zeker als normen worden opgelegd, wordt inderdaad vaak te pas en te onpas naar Europa verwezen. Ik vind het echter jammer dat de norm voor zoutinname van 5 gram per dag, die door de Wereldgezondheidsorganisatie en de Hoge Gezondheidsraad naar voren wordt geschoven, niet wordt gevolgd. Het is bekend dat overmatig zoutgebruik schadelijk is voor de gezondheid. Zeker nu steeds meer mensen en gezinnen een toevlucht nemen tot bereide maaltijden, moeten we een tandje bijsteken en de norm van 5 gram in de volgende legislatuur opleggen.
Ook inzake de etikettering moet België op Europees vlak het voortouw blijven nemen. Dat geldt niet alleen voor de zoutconcentratie; ook de transvetzuren staan nog niet op de etiketten vermeld. Dergelijke verplichtingen kunnen moeilijk op nationaal niveau worden opgelegd.