5-273COM

5-273COM

Commission des Affaires sociales

Annales

MARDI 21 JANVIER 2014 - SÉANCE DE L'APRÈS-MIDI

(Suite)

Demande d'explications de Mme Helga Stevens au secrétaire d'État aux Affaires sociales, aux Familles et aux Personnes handicapées, chargé des Risques professionnels, et secrétaire d'État à la Politique scientifique sur «la rationalisation des procédures d'obtention d'une attestation de handicap» (no 5-3881)

Mevrouw Helga Stevens (N-VA). - Om een vermindering op de personenbelastingen of een vermindering op de onroerende voorheffing te kunnen genieten of om een parkeerkaart en andere sociale en fiscale voordelen te kunnen krijgen moeten personen met een handicap een attest van een invaliditeitsgraad van ten minste 66% voorleggen. Om in aanmerking te komen voor premies ter bevordering van de tewerkstelling van personen met een handicap moet ook een attest van invaliditeitsgraad of handicap worden voorgelegd. Om als persoon met een verworven beperking of handicap na een zware ziekte of ongeval weer aan de slag te mogen, moet eveneens een speciaal attest worden voorgelegd.

Hiervoor moeten personen met een handicap langs verschillende diensten passeren en telkens opnieuw hun verhaal doen en hun handicap of beperking en de ernst hiervan bewijzen. Adviserend geneesheren van het RIZIV, controleartsen van de FOD Sociale Zekerheid en arbeidsgeneesheren van de RVA werken elk binnen een specifiek kader en volgens bepaalde regels overeenkomstig de regelgeving die van toepassing is. Ze werken elk vanuit een andere invalshoek en communiceren bovendien niet met elkaar. Het gevolg is dat de criteria uiteenlopen en personen met een handicap verloren lopen in de wirwar aan federale regeltjes en diensten. Personen met een handicap begrijpen trouwens niet waarom ze langs zoveel diensten en dokters moeten passeren. Hun handicap blijft toch steeds dezelfde.

Hoewel hun handicap meestal dezelfde blijft, zijn de attesten vaak maar beperkt geldig, met als gevolg dat personen met een handicap vóór het verlopen van de geldigheidsduur van hun attest terug naar de dokter of specialist moeten en opnieuw de hele procedure moeten doorlopen om het bestaan van hun al erkende handicap nogmaals te bewijzen. Dat jaagt zowel de personen met een handicap zelf als de sociale zekerheid op kosten.

Daarom had ik graag vernomen of de staatssecretaris met het oog op de administratieve vereenvoudiging en de stroomlijning van procedures ter attestering van een handicap reeds overleg heeft gepleegd met alle bevoegde ministers, zowel federaal als regionaal, om de beoordeling en attestering van de handicap en/of invaliditeitsgraad en arbeidsgeschiktheid te stroomlijnen en efficiënter te maken. Of plant hij een overleg hierover?

Is het mogelijk een enkele dienst hiervoor bevoegd te maken, over alle federale departementen heen, zodat personen met een handicap in de toekomst maar langs een enkele dienst moeten passeren?. Deze dienst moet natuurlijk beter worden uitgerust en omkaderd, zodat de attestering zelf ook veel professioneler, meer diepgaand en onderbouwd kan verlopen. De dokters zullen zelf ook beter en specifiek voor deze taak moeten worden opgeleid, zodat de beoordeling correct kan verlopen. De ervaring van mensen die ik ken, leert dat zo'n doktersbezoek bij de RVA of de FOD Sociale Zekerheid ongeveer vijf minuutjes duurt. Hoe kan die arts zo vlug de mate van een handicap bepalen? Dat noem ik pure waanzin. Wat is de visie van de staatssecretaris?

Zal hij tegelijkertijd ook laten bekijken of en in welke gevallen attesten van invaliditeit met het oog op het verkrijgen van fiscale en sociale voordelen een onbeperkt geldigheidsduur kunnen hebben? Zeker indien de handicap aangeboren is en/of sinds lang stabiel is of zal verslechteren, is een attest met een onbeperkte geldigheidsduur zinvol.

De heer Philippe Courard, staatssecretaris voor Sociale Zaken, Gezinnen en Personen met een handicap, belast met Beroepsrisico's, en voor Wetenschapsbeleid. - In het kader van de grondige hervorming van het stelsel van de tegemoetkomingen aan personen met een handicap zal een studieopdracht worden gegeven voor de evaluatie erkenningsprocedure van een handicap. Elke wetgeving heeft natuurlijk specifieke doelstellingen voor ogen. Daarom zijn de voorwaarden voor erkenning niet altijd identiek. Ik deel echter de bezorgdheid van de spreekster omtrent administratieve vereenvoudiging.

Al enige tijd is een werkgroep van het RIZIV en de directie-generaal Personen met een handicap bezig met het uitwerken van synergieën tussen het stelsel van de tegemoetkomingen voor hulp van derden binnen de ziekte- en invaliditeitsuitkeringen en het stelsel van erkenning van de handicap binnen de tegemoetkomingen aan personen met een handicap.

Wat administratieve vereenvoudiging betreft, kan ik meedelen dat de webservice Handiflux binnenkort volledig operationeel zijn. Ze zorgt voor elektronische uitwisseling van gegevens van de DG Personen met een handicap naar andere diensten die informatie nodig hebben. Deze maatregel moet de procedures voor de betrokken personen vereenvoudigen.

Een enkele dienst bevoegd maken lijkt mij niet noodzakelijk een vereiste te zijn. Het maakt niet uit op welke deur mensen met een handicap moeten aankloppen. Belangrijk is dat ze maar door één deur moeten om de nodige attesten te krijgen die overal geldig zijn.

Mevrouw Helga Stevens (N-VA). - Kan de staatssecretaris meer inlichtingen geven over die uitwisseling van gegevens? Dat deel van zijn antwoord was me namelijk niet helemaal duidelijk.

De staatssecretaris is van oordeel dat het niet nodig is de diensten te fusioneren of liever te hervormen. Uiteraard moet het wettelijk kader worden gerespecteerd. Zoals ik zelf heb aangegeven, werken de diensten elk voor een specifiek doel, maar volgens mij moet het toch mogelijk zijn één dienst uit te rusten waar de dokter bijkomende specifieke beoordelingen kan verrichten of een attest kan uitreiken, bijvoorbeeld in het kader van de beoordeling van arbeidsongeschiktheid, en bijkomende informatie verstrekken.

De basisvraag is en blijft of een persoon al dan niet een handicap heeft. Het kan zo eenvoudig zijn als dat wordt vastgesteld binnen een enkele dienst. Wie zich later opnieuw moet aandienen, bijvoorbeeld voor arbeidsongeschiktheid, kan zich terug naar die dienst begeven, ook al wordt hij daar dan onderzocht door een andere dokter. Die knowhow zit dan geïntegreerd in één dienst en één basisdossier. Nu zijn de dossiers over diverse diensten verspreid en wordt daarover niet aan gegevensuitwisseling gedaan.

Wat wil de minister trouwens bereiken met de gegevensuitwisseling waarvan sprake? Waarom moeten er dan verscheidene diensten zijn? Betekent dit dat personen zich niet meer bij de andere diensten moeten aanbieden?

Werd de studieopdracht al toegekend? Wanneer zal dat gebeuren als dat nog niet gebeurd is? Wanneer mogen wij de resultaten ervan verwachten?

De heer Philippe Courard, staatssecretaris voor Sociale Zaken, Gezinnen en Personen met een handicap, belast met Beroepsrisico's, en voor Wetenschapsbeleid. - Handiflux is een dienst om basisgegevens in verband met de medische toestand uit te wisselen. De studieopdracht wordt over enkele weken gelanceerd.