5-34 | 5-34 |
Mevrouw Nele Lijnen (Open Vld). - De situatie in kamp Ashraf in Irak escaleert al enige tijd. De Iraakse regering wil het kamp sluiten en laat momenteel geen medicamenten en andere levensnoodzakelijke goederen door. Bij eerdere acties tegen de Iraanse vluchtelingen die in het kamp verblijven, vielen twaalf doden en vele gewonden. Vandaag vrees ik echter voor een waar bloedbad.
Amnesty International lanceerde op 2 november een dringende oproep aan de internationale gemeenschap om zich te ontfermen over de meer dan 3000 inwoners van Ashraf. De Iraakse autoriteiten hebben immers via officiële weg laten weten dat het kamp zal worden ontruimd tegen eind december 2011, dus binnen minder dan zestig dagen. Amnesty International en ook diverse internationale observatoren sluiten niet uit dat de asielzoekers naar Iran zullen worden uitgewezen. Dat staat gelijk met een doodsvonnis.
De UNHCR heeft een procedure opgestart om de vluchtelingen in het kamp een vluchtelingenstatuut toe te kennen, maar het onderzoek van de individuele dossiers vergt zoveel tijd dat de deadline van eind december niet kan worden gehaald. Het uitleveren van de Iraanse vluchtelingen aan Iran zou een grove overtreding zijn van het principe van non-refoulement, of geen gedwongen terugkeer, naar Iran.
Ik heb dan ook de volgende vragen.
Wat zal de minister op bilateraal en internationaal niveau concreet ondernemen om ervoor te zorgen dat de inwoners van kamp Ashraf in Irak niet aan Iran worden uitgeleverd?
Is ons land eventueel bereid in samenspraak met andere EU-landen de politieke vluchtelingen op te vangen? Ik denk concreet aan enkele zwaargewonde vluchtelingen die nu zonder verzorging in kamp Ashraf vastzitten.
Is de opvang van de vluchtelingen uit het kamp Ashraf in de Europese Unie al besproken?
Wat is het standpunt van de regering hierover?
De heer Steven Vanackere, vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken en Institutionele Hervormingen. - Ik ben al vaak ondervraagd over de belangrijke problematiek van het kamp Ashraf. Ik wil mevrouw Lijnen graag een kopie bezorgen van het verslag van een vergadering van gisteren in de kamercommissie waarin heel wat details staan, zodat ik me hier op de kern van de zaak kan concentreren. Ik kan in elk geval bevestigen dat het Belgische engagement met betrekking tot deze problematiek, waarop heel wat leden van Kamer en Senaat mijn aandacht blijven vestigen, nog versterkt is door het feit dat de diplomaat die tot voor kort onze permanente vertegenwoordiger bij de Europese Unie was, door mevrouw Ashton is benoemd tot haar persoonlijke adviseur voor deze problematiek. Onze aandacht voor deze situatie heeft dus zeker ook in Europees verband vruchten afgeworpen.
Ik herhaal dat ik voorstander ben van een vreedzame oplossing gebaseerd op dialoog, die zowel de soevereiniteit van Irak als de mensenrechten van de inwoners van het kamp respecteert. De Europese Unie, België en ook de Verenigde Staten zijn van mening dat de soevereiniteit van de Iraakse regering in Irak, met inbegrip van kamp Ashraf, moet worden gerespecteerd. Natuurlijk is het gebruik van geweld geen aanvaardbare oplossing. De Iraakse regering heeft de verantwoordelijkheid de mensenrechten van de inwoners van kamp Ashraf te respecteren. De Europese Unie roept alle partijen op om terughoudendheid te tonen en een vreedzame en duurzame oplossing te zoeken.
Ik ben blij dat de leiding van kamp Ashraf ermee heeft ingestemd dat UNHCR de individuele situatie van de kampbewoners bekijkt en bepaalt of ze al dan niet in aanmerking komen voor de toekenning van de vluchtelingenstatus. Het is nu belangrijk dat UNHRC zijn werk rustig kan voltooien.
Onze ambassade in Amman had onlangs nog contact met UNAMI. Daaruit bleek dat Irak zich tot op heden steeds aan het principe van non-refoulement heeft gehouden.
Geen enkele inwoner van het kamp werd tegen zijn wil naar Iran gedeporteerd. In het kamp zouden de nodige basisvoorzieningen inzake medische verzorging aanwezig zijn. UNAMI verleent bijstand bij het overbrengen van ernstig zieke of gewonde patiënten om buiten de muren van het kamp verzorgd te worden. De jongste maanden wordt het evenwel alsmaar moeilijker om de vereiste toelatingen te krijgen. UNAMI ontkent overigens dat er in kamp Ashraf zwaar zieken of gewonden zijn die niet in Irak verzorgd kunnen worden.
Wat de mogelijke opname van vluchtelingen of asielzoekers betreft, verwijs ik naar staatssecretaris Wathelet, bevoegd voor deze materie.
Mevrouw Nele Lijnen (Open Vld). - Ik dank de minister voor zijn antwoord en voor het Kamerverslag dat we zullen krijgen. We zouden het op prijs stellen mochten we vandaag een signaal krijgen dat de deadline voor de ontruiming van het kamp kan worden opgeschoven. Dat is momenteel onze grootste bezorgdheid. Vanuit de Senaat zullen we hiervoor in elk geval al het mogelijke doen.