5-19

5-19

Sénat de Belgique

Annales

JEUDI 31 MARS 2011 - SÉANCE DE L'APRÈS-MIDI

(Suite)

Question orale de M. Bart Laeremans au premier ministre, chargé de la Coordination de la Politique de migration et d'asile sur «le voyage du Prince Laurent au Congo» (nº 5-90)

Question orale de M. Karl Vanlouwe au premier ministre, chargé de la Coordination de la Politique de migration et d'asile sur «le voyage au Congo du Prince Laurent» (nº 5-96)

M. le président. - Je vous propose de joindre ces questions orales. (Assentiment)

De heer Bart Laeremans (VB). - Gisteren vernamen we dat Prins Laurent een reis heeft ondernomen naar Congo, tegen de wil van het Paleis en de regering in. Hoewel de betrokkene volhoudt dat het om een privéreis ging, had de reis overduidelijk een politiek karakter. Dat werd ook bevestigd door de reactie van de eerste minister. Vandaag blijkt trouwens dat Laurent in Congo politici, misschien zelfs Kabila, heeft gesproken.

Het is niet de eerste keer dat deze prins in het nieuws komt door zijn bizar en onverantwoord gedrag. In het verleden heeft de eerste minister gesteld dat de handelingen en uitspraken van de prins niet onder de verantwoordelijkheid van de regering vallen. Dat is nogal gemakkelijk als uitleg. De vraag rijst overigens waarom de prins van de belastingbetaler dan een riante dotatie mag ontvangen.

De minister van Buitenlandse Zaken is blijkbaar tot dezelfde bevinding gekomen en verklaarde gisteren op de radio dat de tijd nu rijp is om de prins te verlossen van zijn dotatie als hij toch verlost wil worden van de officiële kant van zijn leven. Tot de officiële kant van zijn verplichtingen behoort ook het lidmaatschap van de Senaat. Hij is senator voor het leven zonder dat hij zich daarvoor ooit voor de kiezer moet verantwoorden. Zijn strapatsen werpen op die manier ook een smet op ons werk. Die situatie is niet langer houdbaar.

Kan de eerste minister preciseren wat de reis van de prins in Congo behelsde, wanneer die plaatsvond, wie van het gezelschap deel uitmaakte en of hiervoor overheidsmiddelen werden ingezet? Welke politici heeft de prins ontmoet? Heeft hij ook de president ontmoet?

Welke stappen hebben het Hof en de regering gedaan om de prins van zijn plan af te brengen en hoe heeft de prins daarop gereageerd?

Welke concrete conclusies trekt de regering uit dit voorval? Mogen wij op korte termijn initiatieven verwachten zoals gesuggereerd door de minister van Buitenlandse Zaken, als bijvoorbeeld het intrekken van de dotatie?

Gaat de eerste minister ermee akkoord dat het prinselijk lidmaatschap van de Senaat een anachronisme is dat best zo snel mogelijk verdwijnt?

De heer Karl Vanlouwe (N-VA). - Twee weken geleden heeft Prins Laurent een reis naar Congo ondernomen. Blijkbaar was de regering daarvan vooraf op de hoogte. Er is een lang gesprek geweest met minister Vanackere en een telefonisch onderhoud met het kabinet van de premier. Er is ten slotte een officiële brief bezorgd aan de prins waarin gevraagd werd om die reis niet te ondernemen. Prins Laurent sloeg de officiële vraag van de regering in de wind en is toch vertrokken.

Op die Congoreis werd de prins vergezeld door heel wat mensen, onder wie advocaat Pierre Legros, die inmiddels een persconferentie heeft gegeven in naam van de prins. Naar verluidt was de reis een initiatief van het GRECT, een privéstichting die zich bezig houdt met duurzame energie en duurzame ontwikkeling. Er waren tevens specialisten in herbebossing en duurzame energie bij het gezelschap.

Inmiddels komen meer gegevens aan het licht over het politieke aspect van de reis. Er is een foto waaruit blijkt dat Prins Laurent de Congolese minister van Planning heeft ontmoet. De premier heeft ook toegegeven dat er een contact - een `begroeting' - is geweest met president Kabila zelf.

De prins is een van de weinigen in dit land die de commotie over die reis niet begrijpt. Hij beschouwt ze als een privéreis. Minister Vanackere heeft gisteren bepaalde verklaringen afgelegd op Radio 1, waarin hij onder meer zei dat een privébezoek niet kan voor iemand die een dotatie krijgt van het parlement.

Prins Laurent is niet alleen een achtbare collega van ons allen, hij is ook een lid van de koninklijke familie. Daarvoor ontvangt hij een aanzienlijke dotatie. Onder de vorige regering van premier Verhofstadt heeft het parlement bij wet van 13 november 2001 aan Prins Laurent een dotatie toegekend van maar liefst 312 000 euro per jaar. Dat is 25 000 euro of 1 000 000 Belgische frank per maand.

Minister Reynders heeft die dotatie destijds bij de toelichting in de Kamercommissie gemotiveerd met het argument dat Prins Laurent een aantal taken moet vervullen om het land te vertegenwoordigen. Tegenover die aanzienlijke dotatie staat met andere woorden ook een reeks verplichtingen. We kunnen ons openlijk afvragen of de prins wel aan die verplichtingen voldoet. Mijn partij zal terzake een wetsvoorstel indienen. Die dotatie bestond vroeger niet. Ze is destijds ingevoerd en we stellen nu vast dat niet aan de voorwaarden wordt voldaan.

We weten dus dat er contacten zijn geweest. Kan de eerste minister daar iets meer over vertellen? Was het een gewone begroeting? Zijn daar afspraken gemaakt? Welke afspraken?

Heeft die reis ook een invloed op de betrekkingen tussen België en Congo, wetende dat er in november van dit jaar in Congo presidentsverkiezingen zijn en dat de aanwezigheid van de prins mogelijk gebruikt, of zelfs misbruikt zal worden bij de komende verkiezingen?

Kan de eerste minister ook een overzicht geven van de gesprekken die de regering heeft gevoerd en de brieven die ze heeft verzonden om de prins te vragen die reis niet te ondernemen? Tot slot een meer retorische vraag. Hoe moet het verder met het enfant terrible van het koningshuis?

De heer Yves Leterme, eerste minister, belast met de Coördinatie van het Migratie- en asielbeleid. - Ik zal eerst de feiten overlopen in de juiste context.

Prins Laurent heeft van 15 tot 22 maart inderdaad een reis gemaakt naar de Democratische Republiek Congo. Ik heb zondagavond 13 maart zijn plannen vernomen van mijn diplomatiek adviseur, Vincent Houssiau, die ze had opgevangen. Die informatie werd mij in de late voormiddag van maandag 14 maart bevestigd. Die namiddag heeft mijn collega Vanackere, in samenspraak met mij, telefonisch contact gehad met Prins Laurent. Hij heeft hem die verplaatsing afgeraden en zijn verbazing uitgedrukt over het feit dat er geen voorafgaand overleg werd gepleegd, hoewel dit opportuun zou zijn geweest gezien het om een reis naar het buitenland ging en de prins er in het verleden, ook door mijn voorgangers, reeds op werd gewezen dat hij ertoe gehouden is zijn reisplannen en contacten in het buitenland systematisch kenbaar te maken.

Ikzelf heb maandag 14 maart in de vooravond telefonisch contact gehad met de prins en ik heb hem namens de regering uitdrukkelijk verzocht deze reis uit te stellen aangezien, noch met de diplomatieke diensten, noch met het Paleis voorbereidingen waren getroffen. Ik heb dat standpunt bevestigd in een brief, die ook in de late vooravond op het adres van de prins werd bezorgd. Ik heb onmiddellijk de leden van het kernkabinet op de hoogte gebracht van de feiten. Een kopie van die brief ligt ter beschikking van de senatoren.

De prins heeft geoordeeld dit uitdrukkelijk verzoek niet te moeten opvolgen en hij heeft mij verder ook geen informatie verschaft over het programma dat hij in Angola en in Congo zou volgen en evenmin over de mensen die hij zou ontmoeten. Op basis van de informatie die ik de afgelopen dagen via gesprekken met de prins heb gekregen, kan ik toelichting geven over de inhoud van de verplaatsing.

De prins is naar de DRC gereisd in het kader van zijn interesse voor duurzame ontwikkeling, wat een gerechtvaardigde interesse is. Hij heeft er een aantal projecten en installaties bezocht die onder meer verband houden met duurzame energie in de omgeving van Kinshasa, Bas-Congo en Katanga. Hij heeft ook een kort bezoek gebracht aan buurland Angola.

Tijdens de reis werd de prins ontvangen door verschillende Congolese functionarissen, onder wie de minister van het Plan, de heer Kamitatu, de gouverneur van de provincie Katanga, de heer Katumbi, de vicegouverneur van Bas-Congo en generaal Olenga, die eigenaar is van een boerderij in de omgeving van Kinshasa. De prins heeft mij gisteravond ook telefonisch bevestigd dat hij een korte ontmoeting heeft gehad met president Kabila, die hem hoffelijksheidshalve heeft begroet. De prins heeft mij verzekerd dat er geen enkel gesprek, noch daad van politieke aard heeft plaatsgevonden. De Belgische ambassade in Kinshasa en het consulaat-generaal in Lubumbashi zijn op geen enkel ogenblik betrokken geweest bij de reis. Ze waren door de diensten van de prins overigens niet op de hoogte gebracht van die reis.

Het standpunt van de regering is klaar en duidelijk. Er bestaat geen grondwettelijke of wettelijke bepaling met betrekking tot de zogenaamde dekking van de handelingen van de prins. Het statuut van koninklijk prins legt Prins Laurent echter een aantal verplichtingen op, net zoals het hem bepaalde rechten toekent, niet het minst uit hoofde van de wet tot vaststelling van de dotatie die eind 2001 door het parlement werd goedgekeurd. Zo is de prins verplicht tot terughoudendheid, tot voorzichtigheid en overleg wanneer hij daden stelt of verplaatsingen onderneemt met een mogelijke politieke dimensie. In dit concrete geval was het precies dat totaal gebrek aan overleg vanwege Prins Laurent dat mij ertoe heeft aangezet, zodra ik op de hoogte was van zijn voornemen, hem uitdrukkelijk te verzoeken zijn reis uit te stellen. Dat verzoek heeft absoluut niets te maken met onze goede betrekkingen met de Democratische Republiek Congo, maar met het feit dat elke reis, zelfs een privéreis van een publiek persoon zoals de prins, moet worden gemeld aan en voorbereid via contacten met de diensten van Buitenlandse Zaken, die instaan voor de coherentie van het buitenlands beleid.

Prins Laurent moest zich daarvan bewust zijn, temeer daar hij van zijn gastheren privileges en faciliteiten heeft aanvaard die duidelijk verband houden met zijn prinselijke status en hij contacten heeft gehad met politiek verantwoordelijken, ook al waren die contacten informeel.

De prins heeft een beoordelingsfout gemaakt en hij heeft aldus zijn verplichtingen verzaakt door zijn reis toch te laten doorgaan ondanks het formele advies van zowel de regering als het Paleis. In de komende dagen zal ik opnieuw een onderhoud hebben met Prins Laurent om hem te herinneren aan zijn verplichtingen. De prins moet zich bewust zijn van het noodzakelijke evenwicht tussen zijn rechten en zijn plichten. Er werden vragen gesteld over de dotatie van de prins. Ik denk dat het antwoord op die vragen precies ligt in dit evenwicht. Ik twijfel er niet aan dat de prins mijn bemerkingen ter harte zal nemen en een duidelijke keuze zal maken: ofwel dat evenwicht respecteren ofwel afstand doen van zijn rechten. Het spreekt vanzelf dat ik ter beschikking ben van het parlement om nadien verslag uit te brengen over mijn gesprek met de prins.

Ik herinner eraan dat de Senaat op mijn initiatief en onder het voorzitterschap van de heer De Decker een reeks aanbevelingen heeft opgesteld betreffende de dotaties aan de leden van de koninklijke familie voor het moment waarop er een nieuw staatshoofd komt. Ik sta achter de geplande herziening van het systeem, die wanneer het moment gekomen is, moet worden uitgevoerd.

De heer Bart Laeremans (VB). - Ik dank de eerste minister, maar ik stel toch vast dat hij hier licht overheen gaat, voornamelijk wat de conclusie betreft. Dit is het zoveelste incident dat bewust gecreëerd wordt. Als een volleerd recidivist blijft de prins provoceren.

De premier zegt dat hij de prins zal herinneren aan het evenwicht dat in stand moet worden gehouden en dat hij er niet aan twijfelt dat de prins die bemerkingen ter harte zal nemen. Welnu, ik denk dat de premier daar zeer zeker aan twijfelt, maar dat niet openlijk durft te zeggen. We twijfelen er allen aan. Sterker nog, we weten dat hij ze niet ter harte zal nemen.

Het heeft geen zin met zo'n verwend jong, ook al is het een collega, dat soort van gesprekken te voeren. We moeten conclusies trekken. De dotatie moet worden ingetrokken. Het zou ook wenselijk zijn dat zo iemand geen lid meer is van deze Senaat. Het is een anachronisme. Iemand die geen enkele verantwoording heeft af te leggen aan de kiezer, moet niet in een parlementaire assemblee zitten. Dat is niet meer van deze tijd. Onze fractie zal in die zin opnieuw een wetsvoorstel indienen en we hopen dat ook op dit vlak snel het gezond verstand zal zegevieren.

De heer Karl Vanlouwe (N-VA). - Mijnheer de eerste minister, u merkt terecht op dat een dotatie voor een lid van de koninklijke familie ook rechten en plichten met zich brengt. De toekenning van een dotatie aan de prins houdt in dat van hem terughoudendheid wordt verwacht, voorzichtigheid en overleg met de regering.

U zei dat er in dezen gebrek aan overleg was geweest, maar ik vind dat er ook sprake is van een gebrek aan terughoudendheid en ook van een gebrek aan voorzichtigheid. U merkt ook op dat indien het evenwicht niet wordt gerespecteerd, er afstand moet worden gedaan van de rechten. Welnu, ik vraag me af hoe het evenwicht nog verder kan overhellen. We weten intussen dat er al zeer veel incidenten geweest zijn en ik vrees dat dit ook niet het laatste zal zijn.

Ik hoop dat we een correcte beslissing zullen nemen en dat, hier in de Senaat en ook in de Kamer, een meerderheid kan gevonden worden voor het wetsvoorstel waarmee teruggekeerd wordt naar de situatie van voor 2001.